Menu text, no JavaScript Log in  Deze pagina in het NederlandsDiese Seite auf DeutschThis page in English - ssssCette page en FrançaisEsta página em Portuguêsnaar boventerug

 

Inventaris van de archieven van de familie Schunck, (1828)1874 - 1997

Dit is de html versie van de hieronder genoemde tekst op www.rijckheyt.nl, die ik op sommige plaatsen gecorrigeerd heb. De correcties staan onderstreept.
De literatuur, die aan deze tekst ten grondslag ligt, is voor wat betreft de familiegeschiedenis dezelfde, waaruit ook voor deze website is geput. Maar vooral op het gebied der firma A.Schunck worden er een aantal aspekten toegevoegd. Reden genoeg, om het hier te tonen.
Het is voor een deel het archief van de Firma A. Schunck, voor een deel het privé-archief van Leo Hubert Maria Schunck.
Uiteraard kunt u dit archief in het Rijckheyt, Coriovallumstraat 9, Heerlen, bezoeken.
Download: Inventaris van de archieven van de familie Schunck, (1828)1874 - 1997
(pdf)

Inhoud

Inleiding

I Geschiedenis van de organisatie, aan de hand van de hoofdpersonen 1)

Over de geschiedenis van de familie tot ca. 1900 en hun komst naar Heerlen is weinig bekend. In het archief zijn geen stukken aangetroffen uit de vroegste periode. Een groot gedeelte van de inleiding is samengesteld aan de hand van de autobiografische levensbeschrijving van Leo Schunck 2) en de artikelen van Van Hommerich en Schunck 3). Verificatie is niet mogelijk gebleken, aangezien bij de artikelen van Hommerich en Schunck een bronvermelding ontbreekt, terwijl Leo Schunck in zijn levensbeschrijving slechts de verhalen uit overlevering kon optekenen. (Datzelfde geldt natuurlijk ook voor het artikel van Pierre J.A. Schunck. Arnold Schunck)

Voorgeschiedenis

In 1776 vestigde zich stierf een tuchmacher Schunck te Kettenich of Kettenis, in het toenmalige hertogdom Limburg, nabij Eupen, 4) terwijl in Bruttich, een dorp langs de Moezel een pand uit 1662 bekend is onder de naam Schunck’sches Haus en er rond 1650 nabij Bedburg ook familie bekend is 5).
(De wever Nikolaus Schunck, ∗ 4 juni 1746 in Kettenis, † 17 juli 1776 in Kettenis. Lange tijd werd aangenomen dat hij werd geboren in de buurt van Oppendorf Bedburg, Duitsland. Arnold Schunck)

Johann Arnold (1842-1905) en gebroeders

Arnold Schunck in de stamboom
Nicola, de oudste broer van Johann Arnold, werkte sinds 1858 in de textielfabriek van Delius te Aken en niet zoals zijn vader wenste, in een ambachtelijk eigen weverijbedrijfje 6). Arnold vertrok dat jaar naar Eupen en was daar werkzaam in de ververij van Johann Peter Fremerey. Severin Joseph bleef bij zijn vader werken. In 1860 vervulde Johann zijn zogenaamde Wanderschaft, 7) verplicht om de Meisterprüfung te halen. Eind november eindigde de tocht in Aken. Te Kettenis aangekomen, werkte hij als wever in zijn vaders werkplaats. Het ging schijnbaar slecht in de weverij. Enkele jaren later, in 1863, vertrok hij met twee broers naar Rusland om daar, op verzoek van een Russische geldschieter, een fabriek op te zetten, te of nabij Bjelostok 8).
In 1866 trok Arnold met zijn broer Ludwig naar Hausset Hauset, waar zij in de leegstaande Kupfermühle garens- en stoffen ten behoeve van de industrie verfden en appreteerden.
In 1873 kwam hem het erfdeel van zijn in 1865 overleden vader ter beschikking. Na het huwelijk met Anna Küppers in 1873 en de geboorte van Peter in hetzelfde jaar dreigde armoede. Anna zag duidelijk in, dat het bedrijf in de molen niets opleverde en een eventuele mechanisatie evenmin. De mechanisatie en opkomst van de machinale weverijen, o.a. te Aken, betekenden de genadeslag voor de handweverijtjes. Arnold wilde zelfs naar Amerika, New Orleans, waar een broer het vak uitoefende vriend woonde. (Tijdens zijn »Wanderschaft« was Arnold bevriend geraakt met een zekere Joseph Kops, die later naar New Orleans in de U.S.A. emigreerde. Zie Arnold Schunck, een wever die zich handhaafde)
Tijdens een bezoek aan apotheker Knittel te Vaals, omwille van medicijnen voor moeder en kind, raadde deze hem aan contact met rector Savelberg op te nemen. Daar zou Schunck mogelijk de weesjongens het weversberoep kunnen leren. Anna, vertrouwd zijnde met de omgang van planten, zou zich met geneeskrachtige kruiden kunnen bezighouden.
Tussentijds, in 1874, poogde men 9) de geërfde voorraad stoffen te Sittard te verkopen, doch dat gelukte geenszins. Wel bleek, dat Anna over een verkooptalent beschikte, terwijl Arnold de vakkennis had 10). Op weg naar huis besloten zij te Heerlen naar Savelberg te gaan. Hij zou de zaak nog eens overwegen, waarbij Ludwig het woord gevoerd zou hebben 11). Nadien stemde Savelberg in, waarna de Schuncks, met 1000 Thaler, 12) drie weefgetouwen 13) en stoffen, alles afkomstig uit de erfenis, in Heerlen aankwamen 14) en een huis in De Schram betrokken 15). Daar begon hij een handweverijtje 16). Nu kon hij zijn ervaring, opgedaan tijdens de Wanderschaft waarin hij zelf had onderzocht welk productieproces (hand of machinaal) de toekomst zou hebben, in de praktijk brengen.


Johann Arnold op 25-jarige leeftijd (Weekkaart voor de Wereldtentoonstelling 1867 in Parijs)

Eén van de drie weefgetouwen was een echt erfstuk. Het stamde nog uit het faillissement van Clermont te
Vaals. Arnold leidde twee weefjongens 17) op en zijn vrouw leidde de winkel, waar zij de geweven stoffen en viiikruiden, de zogenaamde Kneipp-artikelen, verkocht 18). De vraag naar stof was echter groter dan het aanbod, zodat Arnold industrieel vervaardigde stoffen te Aken en Mönchen-Gladbach moest kopen. Te Schandelen werd een boerderijtje met weiland, gelegen aan een beek, gekocht ten behoeve van dié weefactiviteiten, die in de buitenlucht plaatsvonden. De wol werd bij de boeren gekocht en gewassen in de Caumerbeek. Door vererving 19) kwam dit pand in handen van Christine Schunck, echtgenote van Jos. Franck.
In 1882 kocht men een huis aan het Kerkplein, het pand van de voormalige apotheek Knittel, ook wel genaamd “Achter de Toren”. Daar werden geen kruiden meer verkocht, mogelijk omdat Broeder Aloysius zelf de kruidenverkoop ter hand had genomen, doch textielartikelen van speciaal weefsel. Er werkten inmiddels vijf personeelsleden 20). De weverij verhuisde mee en de inventaris bestond uit een twijnmachine en vijf weefstoelen 21). In de Geerstraat werd balkatoen gemaakt 22). Rond 1888 zou de handweverij door de concurrentie van de mechanische weverijen in Twente en Tilburg en Aken, 23) opgeheven zijn. Men richtte zich nu volledig op confectie 24). Stoffen werden gekocht te Mönchen- Gladbach, Verviers en Tilburg 25). De eerste maatcoupeur was Eykeboom. Men zou de conclusie kunnen trekken bij van Hommerich, dat het stopzetten van de wolfabricage en het maken van confectie al voor 1882 plaats vond 26).
In 1893 27) werd het pand afgebroken en vlak erachter een groter pand, tot op de walmuur langs het Vlot, gebouwd. Er werd een noviteit, namelijk beton en spiegelglasetalageruiten van 2 bij 3 meter, 28) toegepast. De winkel werd tijdelijk in het oude huis naast café Verstappen, nadien café Lindelauf, ondergebracht. In 1894 was de bouw schijnbaar gereed: er werd verhuisd, gepaard gaande met een uitverkoop. In 1903 vond nog een uitbreiding plaats 29). Het pand Verstappen werd rond 1910 afgebroken. Ter plekke kwam een, volgens een ontwerp van architect Seelen sr. een nieuw gebouw, dat bij de bestaande winkel werd gevoegd 30). Rond die tijd luidde de naam “Firma A. Schunck Manufacturen Dames Heeren en Kinder Confectie, Hoeden en Petten.” 31) Briefhoofden vermelden Firma A. Schunck / confectiefabriek manufacturen / en gros & détail 32).
De periode tussen 1890 en 1900 bracht Arnold een zekere welvaart. Hij investeerde voornamelijk in Duitse mijnbouw- en metaalindustrie-aandelen in de regio Aken-Eschweiler 33).
Begin 1900 werd voor het eerst verkooppersoneel van buiten de familie ingezet. Zij werkten intern. 34) Voor 1904, nog voor Arnolds dood, werd het eenmansbedrijf omgezet in een vennootschap onder Firma. Zo konden de werkende kinderen winstdelend worden. Tevens werd zo voorkomen, dat bij het overlijden van de ouders een klooster zou meedelen in de erfenis of zeggenschap in de zaak zou schrijven, aangezien twee dochters religieuze wilden worden. Arnold bleef een handwerksman: tot zijn dood bleef hij stoffen ontwerpen op zijn oude weefgetouw. Deze ontwerpen werden op het laatst afgenomen door van Moorsel te Eindhoven. De weefkamers waren echter vervangen door kleermakers. Zij vervaardigden maat- en confectiekleding, ook voor mannen, eveneens een moderniteit.


Johann Arnold en zijn echtgenote Anna Maria Küppers,
gefotografeerd in atelier C. Franken te Eupen in 1897.
Het echtpaar woonde toentertijd al ruim 20 jaar in Heerlen.

Volgens Pierre was al dat succes te danken aan het verkooptalent van Anna en de vakbekwaamheid van Arnold. Hun kinderen dienden actief mee te helpen in de winkel. (zie ook onder Peter Joseph). Tenslotte hielp de groei van Heerlen ook aan het succes mee. Anna voorzag die groei, waardoor zij tijdens het leven van Arnold al verscheidene panden kocht ter plaatse van het latere Glaspaleis:

In Het Gatsje:
- “De Moriaan”, waarachter de ateliers;
- Sigarenwinkel Einerhand, waarnaast een modiste of hoedenwinkel;
- Parapluwinkel Logister;
- Bakkerij Cox, later Lok;
- ’t Vuile Hoekje;

en In de Bongerd:
- kapperszaak en huis van Loo;
- houten loods en open plaatsje

In 1905, 35) bij de dood van Arnold, 36) werkten 60 mensen bij de firma 37).

1) Bijlage I bevat een verkorte stamboom. Voor meer informatie https://www.aachen-webdesign.de/schunck
2) Invnr. 495
3) Zie literatuurlijst
4) Invnrs. 670, 137; schrijfwijze Kettenich zie ook Schunck 1984
5) Invnr. 670
6) Invnr. 670
7) Johann Arnold werkte gedurende de Wanderschaft in Europa bij verschillende bazen, ambachtelijke bedrijven en in fabrieken. De Wanderschaft was een gereglementeerd instituut. Na voltooiing kon Johann zich Meisterweber noemen. Door zijn slechte ervaring in die periode met fabrikanten bleef hij zijn leven lang een afkeer van machinale productie houden. De pas is waarschijnlijk verloren gegaan, echter Pierre Schunck heeft de Wanderschaftgegevens uit de pas overgeschreven, invnr. 670
8) Van Hommerich geeft aan, dat de drie gebroeders naar Rusland trokken, Pierre geeft aan, dat Arnold alleen mee ging, als begeleider van Nicolas’ echtgenote. Hij keerde na 1 jaar terug, invnr. 670. De site van Schunck noemt 4 personen.
9) Nicolaus Ludwig, een broer, ging mee, invnr. 670
10) Desondanks “Johann Arnold.... met zijn zakelijk instinct” , in Heerlen van dorp tot stad, 29.
11) Invnr. 670
12) Invnr. 670; 900 Thaler volgens Hommerich 1951 en invnr. 137: persmap.
13) Peter Joseph: “Áanvankelijk 2, later uitgebreid tot 5” invnr. 89, krant; 3 stuks: invnrs. 137, 670; invnr. 3, Gazet van Limburg, 75-jarig jubileum; 4 weefstoelen;: 4 stuks, namelijk 3 voor wol en 1 voor zogenaamde Tiertey; invnr. 3 overige krant 75-jarig jubileum; 5 of 8 weefstoelen: “8 weefstoelen, waarvan er 5 gebruikt worden voor het weven van boerenrokken en grauwe katoen, en 3 voor wollen stoffen” en verderop “5 weefstoelen en een twijnmachine”, Hommerich 1951, 58
14) Invnr. 137. Als motivatie voor Heerlen als vestigingsplaats wordt de steenkoolboring te Welten of de belangrijke lokale markt gegeven. In 1964 schrijft Leo “Johann Arnold kwam dus op zekere dag in Heerlen aan, waar hij vermoeid van zijn lange voetreis zijn vermoeide benen strekte in hotel Cloot. Wellicht verbaasd omvang. van de regionale. marktplaatsQQ kolenlaag...... .... ”; en in zijn speech in 1964 bij de opening van het Promenadegebouw. :”.... . in de nevelen der geschiedenis verborgen blijven. Misschien.... ” (persmap en speech)
15) Invnr. 241. Dat Schunck na aankomst in Heerlen direct actief was blijkt uit het oudste stuk van fa. Schunck, namelijk het kwitantieboek van december 1872 t/m augustus 1883. Het eerste stuk met betrekking tot de vestiging in Heerlen is gedateerd 1 september 1874, en is gericht aan de koopman Schunck. Hij plaatste meteen in de Limburger Coerier 17 keren een advertentie Recommandatie in de periode van 5 sept. Tot den 24 dec. De kwitanties uit de tussenliggende periode zijn gericht aan Johann Arnold of aan de begr. Schunck, Tuchfabrikant, meestal te Hausset Hauset.
16) Invnr. 89, De Manufacturier
17) Van Hommerich 1951 vermeldt Mosterd, Merckelbach en Koolen als zijnde wever, en de jongens van Savelberg spoeljongens waren, waarvan er 2 werden opgeleid tot wever.
18) Mijns inzien is dus rector Savelberg voor verantwoordelijk voor Schuncks vestiging, namelijk het leveren van arbeidskrachten en afnemen van kruiden [door Aloysius]
19) Invnrs. 61, 670
20) Invnr. 3, 75-jarig jubileum
21) Invnr. 670; Hommerich 1951, 58
22) Hommerich 1951, 58. Betreft dit de firma Schunck? Waarschijnlijk wordt hier het Kofamagazijn bedoeld, zie invnr. 450, blad 25, foto van de etalage van “firma A. Schunck KOFA magazijn” (Java-kapok)
23) Twente: invnr. 3, 75 jarig jubileum; Aken invnr. 495
24) Invnr. 670. Hommerich 1951, 58, meent, dat de weverij na 1882 nog 6 jaar in bedrijf is geweest. In verband met het terughalen van de jongens van Savelberg door de rector, werd de weverij gesloten. Van Hommerich vermeldt over de nieuwbouw slechts “Rond 1900 besloot men tot het bouwen van een nieuwe winkelpand nabij de Kerktoren. ”
25) Hommerich 1951, 58
26) Hommerich 1951, 58; vergelijk uitspraak P. J. Schunck in 1935 “niet lang daarna [1882] opgeheven”, invnr. 89, De manufacturier
27) In 1893 “zoekt men meer ruimte, ook op het Kerkplein , maar dan achter de toren” ” het pand in bezit zijn genomen”, invnr. 3, 75- jarig jubileum. Bedoeld is echter de nieuwbouw. Van de bouwwerkzaamheden zijn van 1893 en 1894 zijn facturen bewaard gebleven, invnr. 57.
28) Spiegelglas zie ook invnr. 137; afmetingen zie invnr 89, De Manufacturier
29) Invnr. 89, krant; verhuizing en uitverkoop invnr. 57
30) Invnr. 495 levensbeschrijving
31) Invnr. 495 levensbeschrijving; foto’s zie Heerlen van dorp tot stad, 29, 30
32) Invnrs. 427, 695
33) Invnrs. 686, 697
34) Invnr. 495 levensbeschrijving
35) Invnr. 670: 1905; invnr. 468 bidprentje 1905. Volgens het informatieboekje ’Weg-wijs bij Schunck’ van de firma stierf Arnold in 1906, invnr. 209
36) Een fraai portret van de echtelieden uit 1897 en een foto van Arnold, gedrukt in 1924, zie invnrs. 467 en 2
37) Invnr. 3, kranten 75-jarig jubileum; invnr. 36, interview 1969

II Geschiedenis van het archief

De papiermassa, aangetroffen in het huis van Leo, bestond uit een bedrijfsarchief; een familiearchief en een verzameling, 138) documenten, knipsel, foto’s, voorwerpen enz. Er zijn ook bescheiden aangetroffen van een eerdere periode, namelijk uit 1828, 1849, 1854 en 1884. 139) Het betreft afschriften van akten, die mogelijk verband houden met latere aankopen, of verband houdend met het grensgeschil en eigendomsrecht met betrekking tot het straatje.
Het oudste stuk van de Firma Schunck dagtekent december 1872, namelijk het kwitantieboek, dat loopt t/m augustus 1883. Het eerste stuk met betrekking tot de vestiging in Heerlen is gedateerd 1 september 1874, en is gericht aan de koopman Schunck. Helaas ontbreken er pagina’s in de periode december 1872 tot maart 1873. 140) Het jongste stuk uit Schunck BV dateert van 1973. De jongste stukken uit het familiearchief dateren uit 1997 en betreffen privé-stukken.
Uniek is de verzameling foto’s, waarvan het oudste exemplaar een statiefoto van de echtelieden Arnold Schunck, gemaakt in 1897 te Eupen. Belangrijk zijn echter de foto’s met betrekking tot de bouw van het Glaspaleis en vooral van de etalage-inrichtingen. Jammer genoeg is niet altijd even zorgvuldig omgegaan met de foto’s, blijkens de aangetroffen oude verknipte pagina’s van vooroorlogse fotoalbums, die opnieuw werden ingeplakt, al dan niet in zogenaamde zelfklevende albums.
De bibliotheek van het gemeentearchief kreeg een in 1958 uitgeleend boek weer terug. 141) Tussen de verzamelingen en archieven van Leo Schunck werden stukken aangetroffen van Leo Schunck als commandant van het VIe Regiment Infanterie, I. Bataljon, I. Compagnie te Breda (Compagnie-administratie), afkomstig uit de periode dat Leo Schunck zijn militaire opleiding volgde. Deze stukken zijn niet in de inventaris opgenomen, omdat ze in principe behoren tot de archieven van de Chassé-kazerne of defensie. Aangezien het Schunck-archief als bruikleen is de archiefbewaarplaats is opgenomen, zal aan de familie worden voorgesteld, deze archiefstukken over te dragen aan defensie. Omdat de aangetroffen stukken wel een mooi beeld van de werkzaamheid van Leo tijdens zijn dienstplicht geven, zijn de beschrijvingen van de stukken in bijlage 2 achter de inleiding opgenomen.
Het aangetroffen archief was ongeordend en omvatte vooral veel losse stukken, naast ingebonden stukken of stukken in stofmappen of ordners en een groot deel krantenartikelen, al dan niet opgeplakt. Er werden ook curiosa aangetroffen, zoals hoefijzers, medailles en delftsblauwe wandborden. 142) Het mooiste stuk betreft het zilveren schildje, dat door Leo gedragen werd in zijn functie van beschermheer van de schutterij. 143) Van de medailles van Rapid, zoals vermeld in de krant, is niets aangetroffen. 144)
De opslag van het archief was verre van ideaal. Van enkele dozen was de inhoud aangetast door muizenvraat en muizenurine. Het betreft condoleances ter gelegenheid van het heengaan van Peter Joseph in 1960, gelukkig is een register bewaard gebleven. Door vocht en waterschade waren vele bescheiden gaan schimmelen, zodat werd besloten, alvorens tot inventarisatie over te gaan, de bescheiden te laten bestralen met gammastralen, teneinde de schimmels en sporen te vernietigen.
Helaas bleek er weinig bedrijfsarchief aanwezig te zijn. Uit de periode voor 1960 zijn voornamelijk stuken aangetroffen, betrekking hebbende op eigendom, bezit en rechten. Het zijn typisch die stukken, die men in elk familiearchief aan kan treffen. Op bedrijfsgebied is er met uitzondering van het facturenboek en reclame, weinig aangetroffen. De aangetroffen financiële bescheiden zijn verre van compleet.
Verhoudingsgewijs is er van de periode Leo het meest bewaard. Ook hier is weinig bedrijfsarchief aangetroffen. In de jaren zeventig is een vermenging van bedrijfs- en privé-archief opgetreden, m.n. bij Peter Schunck BV. Bij een familiebedrijf zal dit onvermijdelijk zijn. Privé-vermogen werd in het bedrijf gestoken, waardoor de grens moeilijk te trekken is.

138) Lexicon, begrip 2,3.
139) Invnrs. 686-690
140) Invnr. 241. De kwitanties zijn behalve met kleefstof ook met spelden vastgezet. Deze spelden zijn niet verwijderd.
141) Namelijk Technik und Handwerk im Imperium Romanum. Eine Ausstellung des Vereins Deutscher Ingenieure, z. p. ,1958
142) Waaronder herinneringswandborden 150 jaar markt Heerlen 1844-1994 en Bundeskönigschießen 1985 te Bergisch Gladbach.
143) Invnr. 581.
144) De Limburger, 2 maart 2001

Er lijkt niet echt sprake te zijn geweest van een systematische administratie. Over de periode 1941-1965 werden de stukken opgeborgen naar onderwerp in stofmappen. Over de periode 1960-1970 zijn veel losse stukken aangetroffen, die gedeeltelijk de stukken in de stofmappen aanvulden. Opmerkelijk is de grote hoeveelheid aangetroffen dubbelen over de straatkwestie.
De stofmappen hadden als opschrift:
aanvraag rijksgoedkeuring
afgehandelde stukken A. Schunck NV directie
afschriften
Albert Heyn
Caranza
Centraal Adviesbureau Den Haag
correspondentie nieuwe-straat Schunck V&D
Fokrus
geheim dossier
gemeente Heerlen
Grand Bazar Maastricht
heer Melchior
Hollandiatheater + Lindor Nassette-Klomp
Horten
Hr. Bohn
Hr. Keulers, Munstergeleen
Hr. Pierre Schunck
knipsels nieuwe straat
memo’s
Mr. Milne
Mr. Schuitman
NMB
post dhr. Leo
Procedure V&D/Schunck over glaswand nieuwe zaak
Raad van State
recepties, uitnodigingen
tekeningen nieuwe straat
verzekering gebouwen 1969 Maenen
winkelcentrum Loon
Wolf en Hertzdahl
In de verzameling is een gedeelte van Leo’s bibliotheek bewaard gebleven. Mogelijk berusten de betere werken bij de familie. De Wanderpaß zou zich in 1964 in het museum van de gemeente bevinden, doch in zijn levensschets vermeldt hij, dat deze pas nog in zijn bezit is. 145)
Overzien we het geheel, dan blijkt, dat het zogenaamde Schunck-archief feitelijk het archief van Leo Schunck is, ten dele verkregen van zijn grootvader en van vader, wijl Leo opvolger was, en ten dele directie- archief, doch meestens privé-administratie. De stukken uit de periode van Leo zijn opgemaakt of ontvangen door Leo, uit hoofde van zijn functie bij de firma. Resumerend mogen we stellen, dat het feitelijke bedrijfsarchief nooit is overgedragen.
Toen in januari 2001 Leo Schunck naar een verzorgingstehuis ging, werd door de familie het stadsarchief benaderd met de vraag of er belangstelling was voor het archief. De stadsarchivaris trof in het pand van Leo, gelegen aan de Franciscusweg in totaal 12 strekkende meter papier aan, opgeslagen in het hele huis, van de kelder tot op de zolder. 146) Zo belandden 20 verhuisdozen in het stadsachief, waarbij met R.P.A.L. Schunck een overeenkomst van bewaargeving werd gesloten, voor tenminste 10 jaren.
Na de voorlopige inventarisatie ontvingen we in 2002 van C. Schrijen uit Heerlen een aantal bescheiden, afkomstig uit de archieven van Arnold Schunck en zijn opvolgers en met betrekking tot de Stoomwasserij

145) Invnr. 137, uitleg schilderij; invnr. 495, levensschets. De Wanderpaß is in ieder geval niet in het archief aangetroffen. Voor het begrip Wanderschaft raadplege men noot 5.
146) De Limburger van 1 en 2 maart 2001; de Trompetter 7 maart 2001. Niet alle gegevens hierin zijn juist, vgl. “het oudste....... Een gelig A-4tje,.... 1873” van Pierre Schunck. Met name deze laatste bescheiden waren een welkome aanvulling op de beginperiode. Ook van Arnold kwamen hierdoor nieuwe feiten naar boven. Tot dan toe was van het twintigste-eeuwse aandelenbezit niets bekend. De ontvangen stukken stammen uit de periode 1890-1914 en zijn opgenomen en geïntegreerd in de inventaris.


III Verantwoording van de inventarisatie
Inventarisatieschema en ordening
Zoals hierboven vermeld, zijn de meeste bescheiden opgemaakt of ontvangen door Leo Schunck. Zoals reeds gemeld, zijn in de loop der tijd de archieven van de vele bedrijven, de familie en het persoonlijke archief van Leo Schunck vermengd geraakt. Terwijl er ook een grote hoeveelheid documentatiemateriaal - krantenknipsels, foto’s enz.- is aangetroffen, eveneens vermengd met de archieven. Archiefbescheiden die behoorden tot een archief van één van de vele bedrijven van de familie Schunck zijn in de inventaris ondergebracht bij het desbetreffende bedrijfsarchief. De archiefbescheiden behorend tot het familiearchief Schunck zijn door vermenging met het bedrijfsarchief, door vererving of door het doelbewust verzamelen van deze stukken door Leo Schunk in het archief terecht gekomen. Besloten werd deze archiefbescheiden zo veel mogelijk onder te brengen bij de persoon of personen waarop de stukken betrekking hebben. Tevens zijn er grote hiaten geconstateerd.
Door de grote vermenging van archief- en documentatiemateriaal en vanuit praktische overwegingen is besloten het documentatiemateriaal, zoals foto’s, krantenknipsels, brochures en afbeeldingen niet als aparte rubriek op te nemen maar onder te brengen binnen de archieven zelf. Deels kan dit materiaal het archief, waarin grote hiaten zijn geconstateerd, enigszins aanvullen. 147)
Het archiefschema voor de bedrijfsarchieven werd afgeleid van de inventaris van het bedrijfsarchief van Henri Beaumont’s metaalindustrie NV en dat van de NV Philips Gloeilampenfabriek. 148)
Als gevolg van de vervlechting die in de jaren 1970 heeft plaatsgevonden tussen privé en bedrijfsarchief, met name bij Peter Schunck BV, zijn de archiefbescheiden, waarin de nadruk ligt op privé-zaken, ondergebracht in het familiearchief.
Leo Schunck was gedurende zijn leven betrokken bij diverse stichtingen en verenigingen, als lid, bestuurslid of beschermheer. De bijbehorende stukken zijn in aparte rubrieken ondergebracht binnen de persoonlijke bundels van Leo Schunck.
Hernummering van de beschrijvingen in de inventaris is achterwege gelaten, aangezien het niet ondenkbaar is dat op termijn nog archiefbescheiden en ander materiaal van de familie Schunck aangeboden wordt, dat in dezelfde inventaris beschreven kan worden.

Selectie en vernietiging

Voor de selectie van vernietigbare archiefstukken zijn geraadpleegd de "lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden uit de archieven van gemeentelijke en intergemeentelijke organen, dagtekenende van na 1850", vastgesteld in 1983 en Meerendonk, Handleiding voor de selectie en vernietiging van Archiefbescheiden. 149)
De inventarisator heeft verscheidene, voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden bewaard. Als voornaamste redenen hiervoor zijn aan te dragen het historisch belang en de aanwezigheid van lacunes in het archief. Zo zijn van het privé-archief van Leo Schunck veel financiële bescheiden opgenomen, die feitelijk vernietigbaar zijn. Omdat deze bescheiden echter een grote periode omvatten en inzicht geven in het privé-vermogen, zijn ze opgenomen in het archief. Men kan hieruit, nadat de stukken openbaar zijn, conclusies trekken over vermeende rijkdom van een verdienstelijk Heerlenaar.
Na de selectie is van de 12 m1 archief ca 9,75 m1 in aanmerking gekomen voor blijvende bewaring.

147) o.a. invnr. 309-311
148) Mes 1981; Meerendonk 1985, 125-127
149) zie literatuurlijst

Aanwijzigen voor de gebruiker

Ten behoeve van een goed onderzoek in de archieven Schunck is het aan te bevelen de inleiding door te lezen. Gezochte onderwerpen kunnen het beste benaderd worden vanuit de inhoudsopgave en de desbetreffende rubriek(en). Aanvullende informatie in andere rubrieken kan daarna gevonden worden via de geautomatiseerde zoekmogelijkheden op de website of in de studiezaal van Rijckheyt, centrum voor regionale geschiedenis.

Beperkingen van openbaarheid

Stukken, jonger dan 50-jaar zijn niet raadpleegbaar. In verband met de bescherming van de privacy van personen zijn de volgende dossiers pas openbaar in 2043: inv. nrs. 25, 27, 47, 139, 377, 378, 379, 380, 409, 413, 654, 657. Inv. nr. 139 is slechts te raadplegen na toestemming van de archivaris.

Literatuur

Berden, 100 jaar Berden. Een historisch onderzoek, in: Berden jubileumjournaal 100 jaar.
Booy, E. P. d. , (e. a. ) Lexicon van Nederlandse archieftermen, ’s-Gravenhage 19912
Brands, L. J. C. , (red). , Leidraad voor de selectie op vernietiging van de archiefbescheiden van (inter)gemeentelijke organen, Oosterhout 1993 (Stichting Brabantse Archief selectie Commissie)
Delheij, V. , Put, M. , Glaspaleis Schunck , in: MSG jrg 115 (1996) 215-226. 150) (boekbespreking Pars Graatsma)
Hommerich, L. E. M. A. v. , Aspecten uit het Heerlense zakenleven 1870-1900. De textielhandel Schunck, in: Msg 1951, 55-58
Kleijn, S. , Peter de Grote, in: Tussen de Rails dec. 1961, 32, 33 151)
Krüll, J. , (red) Wever Arnold Schunck, in: Krüll, J. , (red) Dorpsfiguren, ereburgers en notabelen. Het stadsarchief over inwoners van het 2000-jarige Heerlen, Heerlen 1998, 65-67.
--- Winkelier Peter Schunck, in: Krüll, J. , (red) Dorpsfiguren, ereburgers en notabelen. Het stadsarchief over inwoners van het 2000-jarige Heerlen, Heerlen 1998, 127-129
Meerendonk, H. J. v. , Handleiding voor de selectie en vernietiging van Archiefbescheiden,’s-Gravenhage 1985
Mes, W. A. A. , Inventaris van het archief van Henri de Beaumont’s metaalindustrie NV en haar voorgangers, gevestigd te Maastricht 1883-1973, in: Studies over de sociaal-economische geschiedenis van Limburg XXVI (1981) 89-109
Ministerie CRM. , Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in de gemeente-archieven, in: Nederlandse Staatscourant d. d. 20-12-1983
N. N. , Het winkelpaleis der firma Schunck in Heerlen, in: de manufacturier jrg. 45 (1937) no. 9, 164-165 152)
N. N. , Gigant in het Zuiden. Schunck’s warenhuis, Heerlen, in: ZB-Revue 1965, No. 7, 398-402
Peutz, F. P. J. , Het winkelhuis Schunck te Heerlen, in: Mijnen 1936, 63-64
--- Les Grands magasins Schunck a Herlen (Hollande, in: La technique des traveaux, jrg. 13 (1937), mars, 370-372 153)
---The Schunck department store Heerlen, Holland, in: The architect & Building news, september 1937, 137- 144 154)
Schunck BV. , Heerlen van dorp tot stad. Fotografische herinnering met bijschriften van Cor Lommers, Heerlen z. d. [1984]
Schunck, P.J.A., Arnold Schunck, een wever die zich handhaafde, in: LvH 1984, 1-12
VNG, Selectielijst voor archiefbescheiden van gemeentelijke- en intergemeentelijke organen, Den Haag 1998

150) Opgenomen in invnr. 89
151) Opgenomen in invnr. 12
152) Opgenomen in invnr. 89
153) Opgenomen in invnr. 89
154) Opgenomen in invnr. 89

Afkortingen

BVBesloten Vennootschap
CVCommanditaire Vennootschap
DNLDe Nieuwe Limburger
LDLimburgs Dagblad
LvHLand van Herle. Tijdschrift en contactorgaan voor vrienden en beoefenaars van de historie van Oostelijk Zuid-Limburg
MSGMaasgouw
NVNaamloze Vennootschap
VNGVereniging Nederlandse Gemeenten
VOFVennootschap onder firma
z.d.zonder datum

Bijlage 1

Vereenvoudigde stamboom van Schunck. Voor meer gedetailleerde informatie stamboom op deze site
Gebroeders, allen geboren te Kettnis
Nicolaus Joseph, geboren te Kettenis 1834, huwt met Gielen
Severin Joseph, geboren te Kettenis 1836, huwt met Herne
Wilhelm Joseph, geboren te Kettenis, 1839, huwt met Gielen
Johann Arnold, geboren te Kettenis, 1842; volgt II
Nicolaus Ludwig geboren te Kettenis, 1844
Johann Arnold, geboren te Kettenis, 1842, van beroep Tuchfabrikant, huwt in 1872 Anna Maria Küppers, overleden te Heerlen, 1905

Kinderen uit dit huwelijk:
Peter Joseph Schunck, geboren te Hausset Hauset, 1873; volgt III
Peter Joseph Schunck, geboren te Hausset Hauset in 1873, als zoon van Johann Arnold Schunck en Anna Maria
Küppers overleden te Heerlen in 1960. Hij huwt in 1904 Maria Anna Christina Cloot, geboren 24-01-1879 te
Berg en Terblijt,
Kinderen uit dit huwelijk:
Maria Arnoldina Josephina (Jos), geboren 1905, overleden 1952, Zij huwt in 1930 Heinrich Maria Aloysius Stahl en zij krijgt met hem 1 zoon genaamd Otto
Peter Joseph Arnold (Pierre) geboren 1906, overleden 1993. Hij huwt in 1936 Maria Hubertina Geertruida Cremers en krijgt met haar 10 kinderen: Ineke, Leo, Marie-Jose, Chrisje, Arnold, Pierre, Gerda, Maria, Josef
Maria Leonie Christina (Chris) geboren 1907. Zij huwt in 1936 Hubert Joseph Dohmen (overleden 1942) en krijgt met hem 2 kinderen: Mia, Chrisje. Zij huwt in 1945 Frans Joseph Hubert Maria Dohmen en krijgt met hem 4 kinderen: Jo, Carla, Leoke en Marlies
Louise Maria Josephina (Lou) geboren 1908. Zij huwt in 1933 Jan Hubert Janssen en krijgt met hem 10 kinderen: Bert, Pierre, Marie-Jose, Chris, Alphons, Emmy, Kees, Victoire, Antoine, Marlou
Leo Hubert Maria (Leo), geboren 1910, volgt IV
Leonie Maria Josefina (Leonie) geboren 1911. Zij huwt in 1936 Arnold Eduard Käller en krijgt met hem 3 kinderen: Eddy, Peter, Paul.
Maria Leonie Hubertina (Mia) geboren 1913. Zij huwt in 1939 Nicolaas Hubert Ruiters en krijgt met hem 10 kinderen: Christine M. H. (3 mnd); Hanny, Chris, Gerard, Pierre, Carla, Nico, Maria, Anntje, Jenanny
Arnold Johannes Leo (Arnold) 1915-1916
Arnoldus Laurentius Jozef (Arnold) 1917-1917
Arnoldine Petronella Josephine (Nolda) geboren 1918. Zij huwt in 1944 Jacobus Hubertus Wilhelmus Houben en krijgt met hem 4 kinderen: Willie, Peter, Marie-Jose, Jacky
Carola Maria Christina (Carla) geboren 1920. Zij huwt in 1947 Henricus Wilhelmus Johannes Maria van der Made en krijgt met hem 3 kinderen: Hanny Hanneke, Marcelle, Kees
Leo Hubert Maria (Leo), geboren 1910, overleden 2001. Hij huwt in 1938 Marie-Therese Grossimlinghausen Grossimlinghaus en krijgt met haar 3 kinderen:
Marie-Therese Christine Hubertina (Marita) 1940
Peter Hubert Leo Marie (Peter) 1943
Rudolf Peter Aloysius Leo (Rudy, Leo) 1945

Bijlage 2. Archiefbescheiden van Leo Schunck als commandant van het VIe Regiment Infanterie, I. Bataljon, I. Compagnie te Breda (Compagnie-administratie)

-
Administratieboek, 1930
Betalings- en quitantielijsten der onderofficieren, 1930
Dagelijkse aantekeningen van de veranderingen en bewegingen, van sterkte van personeel, paarden en muildieren en van het toekomende en genotene (Journaal), 1928-1930
Betalingslijsten van soldij en van zakgeld genietende militairen, 1928-1930
Bescheiden betreffende dienstplichtigen, 1922, 1925, 1930
Rekening (maandelijks) 1929, 1930, Nb: bevat ook die van het Detachement Zevenaar
Formulieren, houdende beheer van levensmiddelen, rantsoenen en de soldatenmenage, 1930
Onderhoud wapenen, 1930
Verzorging rijkspaarden, 1922, 1930, Nb: bevat ook 3e reg. veldartillerie
Formulieren, houdende de administratie van kledinggoederen, en het onderhoud hiervan 1930
Dagrapporten, 1930
Staten, houdende opgave der dagelijksche sterkte aan officieren, onderofficieren en soldaten, aan wie inkwartiering, en aan paarden, waarvoor stalling is verstrekt in de gemeente Princenhage, 1929, 1930
Formulieren, houdende opgaven voor benodigd ligstroo en voor vergoeding van nachtlegers, die door schuld, nalatigheid of gebrek aan zorg, vervreemd, verloren geraakt, zoek of onbruikbaar gemaakt, 1930
Formulieren, houdende verantwoording van gestorte- ontvangen en besteed geld, soldij, vergoedingen, aan werklieden betaalde lonen, enz. 1930

Inventaris.

A Bedrijfsarchieven
A.1 Arnold Schunck en navolgers
A.1.1 Organisatie
A.1.2 Aandeelhouders, commissarissen en directie
A.1.3 Bedrijfskapitaal en financiering
A.1.3.1 Aandelen
A.1.3.2 Vermogen in panden
A.1.3.3 Schuld
A.1.4 Eigendom en productiemiddelen
A.1.4.1 Heerlen
A.1.4.1.1 Gebouwen
A.1.4.1.2 Terreinen
A.1.4.2 Maastricht
A.1.4.3 Geleen
A.1.5 Personeel en administratie
A.1.5.1 Personeel
A.1.5.2 Kostenberekening en belasting
A.1.5.3 Financiële administratie
A.1.6 Inkoop en productie
A.1.7 Verkoop en promotie
A.1.7.1 Verkoop
A.1.7.2 Promotie
A.1.7.2.1 Planning
A.1.7.2.2 Tentoonstellingen, modeshows, sponsoring, exposities
A.1.7.2.3 Etalage-inrichting
A.1.7.2.4 Reclame
A.2 Handelsonderneming AKA, 1974 – 1990
A.3 De Eerste Kunrader Gevelsteen groeve en kalkbranderij P. Schunck te Kunrade-Voerendaal,
1950 - 1952
A.4 Handelsonderneming CV Fokrus te Brunssum/Heerlen, 1953 - 1961
A.5 NV Schunck Maastricht (Heren- en kinderkledingmagazijn Schunck Jr.), 1960
A.6 Limburg Supermarkten BV, h/o Schunck Supermarkt, 1972 – 1978
A.7 Confectiebedrijf De Molen, Geleenstraat 73 te Heerlen, 1942 – 1945
A.8 Stichting Pensioenfonds A. Schunck NV te Heerlen, 1958 - 1970
A.9 Peter Schunck BV (P.H.L.M. Schunck), 1972 - 1983
A.9.1 Organisatie
A.9.2 Aandeelhouders, commissarissen en directie
A.9.3 Bedrijfskapitaal en financiering
A.9.4 Eigendom
A.9.5 Personeel, inkoop, verkoop
A.10 Stichting Administratiekantoor Peter Schunck BV, 1973 – 1979
A.11 NV Handelsonderneming Trekker te Heerlen, 1948 – 1970
A.12 Hollandsche Stoomwasscherij P. Schunck te Valkenburg, 1904 - 1947
A.12.1 Ontwikkeling
A.12.2 Gebouwen
A.12.3 Installaties en productie
A.12.4 Administratie, Inkoop, verkoop
A.13 NV Kleedingbedrijven Wassen, Amsterdam (nadien NV Wassen), 1962 - 1970
A.14 Zuid-Limburgsche Autobusmaatschappij, 1914 - 1921 (1965)
B Familie archieven, 1882 - 1997
B.1 Familiealbums en boeken
B.2 Bundels van afzonderlijke familieleden
B.2.1 Arnoldina Petronella Josephine (Nolda) Schunck, echtgenote van H.W. Houben
B.2.2 Carola Maria Christina (Carla) Schunck, echtgenote van Harry van der Made
B.2.3 Christina Schunck , echtgenote van Jozef Franck
B.2.4 Johann Arnold Schunck, echtgenoot van Küppers
B.2.5 Leo (L.H.M.) Schunck, echtgenoot van M.T.A. Grossimlinghaus
B.2.5.1 Familie
B.2.5.2 Persoonlijke correspondentie
B.2.5.3 Levensloop
B.2.5.4 Panden
B.2.5.5 Financiën
B.2.5.6 M.Th.A. Grossimlinghaus en familie Grossimlinghaus
B.2.5.7 Bestuurslid van diverse verenigingen
B.2.5.7.1 Schutterij "St. Sebastianus", 1967 - 1993
B.2.5.7.2 Stichting Ruitersport Brunssummerheide Gaudemus Equis
B.2.5.7.3 Nederlandse Rode Kruis, afdeling Heerlen e.o.
B.2.5.7.4 Coöperatieve Manufacturen Handelsvereniging, de Faam G.A. te Amsterdam
B.2.5.8 Overige lidmaatschappen en hobby’s
B.2.6 Leonie Maria Josefina Schunck, echtgenote van Arnold Käller
B.2.7 Louise Maria Josephina Schunck, echtgenote van W.J. H. Janssen
B.2.8 L.W.M. Schunck
B.2.9 Maria Leonie Christina Schunck, echtgenote van Dohmen
B.2.10 M Th.C.H. (Marita) Schunck
B.2.11 Peter Hubert Leo Marie (Peter) Schunck
B.2.12 Peter Joseph Schunck, echtgenoot van Cloot
B.2.13 Peter Joseph Arnold (Pierre) Schunck, echtgenoot van Cremers
B.2.14 Rudolf Peter Aloysius Leo (Leo jr. alias Rudy) Schunck, echtgenoot van Stassen
C Bescheiden, waarvan het verband niet duidelijk is
Bijlage I. Globale beschrijving van foto’s voorkomende in bepaalde inventarisnummers per inventarisnummer
Bijlage II. Gobale beschrijving van de stukken voorkomend in de genealogie Cloot

. ';