Menu text, no JavaScript Log in  Deze pagina in het NederlandsDiese Seite auf DeutschThis page in English - ssssCette page en Français  naar boventerug
 

Ontstaansgeschiedenis


Op 31 mei 1935 werd door de firma A.Schunck een nieuw pand betrokken, het nog altijd bestaande Glaspaleis aan het marktplein (Bongerd). Dit gebouw van glas en beton van de architekt Peutz was voor die tijd zeer vooruitstrevend. Het was a.h.w. een wolkenkrabber in het klein: een dragend betonskelet met hangende glaspuien. Tussen het glas en het skelet is een ventilatiesysteem aangebracht, dat bij zonnestraling werkt op de opstuwende kracht van de verwarmde lucht. Bij lage temperaturen gaat de luchtstroom andersom en stijgt op in het centrale trappenhuis. De aanvankelijk aangebrachte ventilatoren bleken overbodig. Uitgebreide informaties vind u op de engelstalige wikipedia pagina http://en.wikipedia.org/wiki/Glaspaleis of op de minder uitgebreide nederlandstalige pagina http://nl.wikipedia.org/wiki/Glaspaleis

Decré, Nantes - art deco
Opdrachtgever Peter Josef Schunck en architect Frits Peutz bleken goed met elkaar overweg te kunnen. Ze reisden samen door Europa om ideeën op te doen. Het warenhuis Decré van Henri Sauvage in Nantes werd de grootste inspiratiebron. Peters opdracht luidde: „Ontwerp een winkelgebouw dat als een gestapeld marktplein naast de markt staat“. Omdat het zwaartepunt op kleding en stoffen lag, moest de klant overal daglicht in de buurt hebben, om de kleur van de aangeboden textiel te kunnen beoordelen (bron: mondelinge overlevering via P.J.A. Schunck). Het gevolg is een gebouw, dat het om zijn transparantie zo veelgeroemde Bauhausgebouw in Dessau in deze nog overtreft.

De Tweede Wereldoorlog bracht voor het Schunckgebouw veel ellende; drie keer werd het glaspaleis door bommen getroffen. Eind 1944 werd het pand gevorderd om als hoofdkwartier voor de Amerikaanse generaals Patton en Simpson te dienen. Enkele maanden later werd het "restcenter" voor de Franse "maquis" (verzetstroepen). Vooral de laatste bewoners zijn niet bepaald zachtzinnig met het interieur omgesprongen.. Na de oorlog gingen de zaken weer voorspoedig, zelfs zó goed, dat in 1954 een tweede zaak in Geleen werd geopend. De nadruk in deze zaak lag op dameskleding.


Top-13 belangrijkste gebouwen van de twintigste eeuw

Dertien van de duizend belangrijkste twintigste-eeuwse gebouwen van de wereld staan in Nederland. Dit blijkt uit een lijst die de Union Internationale d’Architecture heeft laten opstellen voor haar twintigste congres. Chronologisch:

  • Koopmansbeurs, Amsterdam (H.P. Berlage, 1903)
  • Woningen Eigen Haard, Zaanstraat, Amsterdam (M. de Klerk, 1920)
  • Schröderhuis, Utrecht (G.Th. Rietveld, 1924)
  • Woningen Kiefhoek, Rotterdam (J.J.P. Oud, 1930)
  • Raadhuis, Hilversum (W.M. Dudok, 1930)
  • Openluchtschool, Amsterdam (J. Duiker, 1930)
  • Van Nelle-fabrieken, Rotterdam (J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt, 1931)
  • Sanatorium Zonnestraal, Hilversum (J. Duiker, 1931)
  • Warenhuis Schunck, Heerlen (F.P.J. Peutz, 1936)
  • Burgerweeshuis, Amsterdam (A. van Eyck, 1960)
  • Centraal Beheer, Apeldoorn (H. Hertzberger, 1972)
  • Kunsthal, Rotterdam (R. Koolhaas, 1992)
  • Uitbreiding Kunstacademie, Maastricht (W. Arets, 1992)

Bron: Internationale architectenunie UIA.
gevonden op www.allesopeenrij.nl/article.php?zoekresultaat=Top-13 belangrijkste gebouwen van de twintigste eeuw&aid=207



Architectuur Nieuwe Bouwen (postzegelvel)

Op 17-9-2018 verscheen bij postNL het Postzegelvel Architectuur Nieuwe Bouwen. Een van de voorgestelde gebouwen in die stijl was het Glaspaleis in Heerlen, gebouwd door architect F.Peutz voor Peter J. Schunck.
https://shop.postnl.nl/webshop/collect-club/postzegeluitgiften/postzegelvel-architectuur-nieuwe-bouwen


Voorwoord „Glaspaleis Schunck“

Voorwoord van het boek „Glaspaleis Schunck“ door William PARS Graatsma, t.g.v. de heropening van het Glaspaleis

Verontrust door nieuwe bedreigingen van het uit 1935 daterende Glaspaleis Schunck te Heerlen (in 1962 wilde Welstandstoezicht de complete dakopbouw laten slopen, terwijl elf jaar later een ingrijpende verbouwing daadwerkelijk het Glaspaleis grondig aantastte) riep Nic. Tummers, de man die zich al vele jaren inzet voor dit door de architect Frits Peutz ontworpen gebouw, eind 1993 een werkgroep in het leven bestaande uit Jo Coumans, Jan Hubert Henket, Riet Mertens, Lian Strijards en de Stichting F.P.J. Peutz - vertegenwoordigd door Wiel Arets, William Graatsma en Jan Peutz - met de intentie het Glaspaleis te behouden en te rehabiliteren.

Dankzij de bemoeienissen van Werkgroep en Stichting werd het Glaspaleis Schunck op 4 december 1995 door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen aangewezen als beschermd monument.

verbouwing glaspaleis tot cultuurcentrum, 26-03-2001
klik voor groot formaat De Stichting F.P.J. Peutz had inmiddels op initiatief van Wiel Arets haar secretaris William PARS Graatsma opdracht gegeven de verbale en visuele documenten rond het ontstaan van het Glaspaleis op te sporen en tot een boek te bundelen, met het doel een duidelijk beeld te krijgen van het gebouw in zijn oorspronkelijke staat en omgeving.

Het voorliggende boek dat het resultaat is van dit onderzoek, kon gerealiseerd worden dankzij de financiële steun van ABP (Heerlen), Anjerfonds Limburg, Ir. Wiel Arets architect & associates (Heerlen), Coumans bureau voor planontwikkeling en projectmanagement bv (Heerlen), Chr. Dohmen-Schunck (Heerlen), Gemeente Heerlen, Provincie Limburg. A. Schunck bv (Heerlen), SNS bank Limburg, Peutz architektenbureau bv (Heerlen), C.M. Koopman en C.MJ.I. Koopman-Peutz (Roermond), W.H.V. Peutz (Tilburg-Diessen), V.M.A Peutz (Ubbergen), J.H.E. Peutz (Cloonen Hollymount Ierland), A.J.F Peutz (Einighausen), AV.I.F. Peutz (Heerlen), H.F.W. Peutz (Breda).

De Stichting F.P.J. Peutz spreekt hierbij de hoop uit dat dit boek zal bijdragen aan de waardering voor het werk van de architect Frits Peutz en aan de erkenning van het historisch belang van het Glaspaleis Schunck voor architectuur en stedebouw in het algemeen en voor die van Heerlen in het bijzonder.

Stichting F.P.J. Peutz


Uit: William PARS Graatsma, Glaspaleis Schunck, Vooraf.


Peter Schunck & Frits Peutz

Tijdens de crisis jaren die volgden - in het midden van de jaren dertig kwam de mijnbouw in een diepe depressie - en ondanks de twijfels van veel mensen was Peter Schunck in staat om een droom, die hij al lang had gekoesterd, te realiseren. In 1933 gaf hij aan de veelbelovende Heerlense architect Frits Peutz de opdracht, een „grote hoge winkel“ te ontwerpen

De mening van ex-minister Verschuur, tijdens een bezoek aan Heerlen: „Alleen een gek zou een gebouw als dat tijdens een depressie neerzetten. Het is een roekeloze onderneming.“ . Het assortiment van de firma bestond nu uit dames-, heren-en kinderkleding, gordijnen, textiel, bedden en tapijten.



1977 Advertentie Schunck

Het motto van Schunck was „Kwaliteit wint altijd“.

Zijn meest ongewone eis voor het nieuwe gebouw was dat de hele voorraad moest worden uitgestald op de plaats waar hij moest worden verkocht. Dit was volkomen normaal op de markt, maar het was een nieuwe techniek voor een winkel. Gezien het grote aanbod van goederen die verkocht het bedrijf, leidde dat ertoe dat Peutz een gebouw ontwierp, bestaande uit verschillende verkoopsvloeren boven elkaar.

Het idee werd verder uitgewerkt met een groot aantal etalages. Deze, gemaakt door de beroemde Keulse etaleur Alexander Ludwig, trokken gedurende vele jaren de aandacht van het winkelend publiek. Het feit dat Schunck al enige tijd bezig was geweest met nieuwbouw blijkt uit de opdracht die hij al in 1927 gegeven had aan de architect Henri Dassen, die actief was in het centrum van Heerlen.


Het Glaspaleis op de avond van de opening, op 1 juni 1935.
Foto: Stadsarchief Heerlen,
Archief Schunck

De opdracht, die in feite niet werd uitgevoerd, bestond uit het produceren van ontwerpen voor een tijdelijk houten winkelgebouw tussen het Kerkplein en de Markt. Een paar jaar later was Schunck ook in contact met de Amsterdamse architect Jan Kuijt W.Z.N., die het V&D gebouw (1920) aan de Markt in Heerlen heeft ontworpen. Dit alles toont aan dat Schunck met het nieuwe warenhuis, dat hij in gedachten had, niets aan het toeval wilde overlaten. Hij maakte zich zelf vertrouwd met architectonische publicaties en bezocht warenhuizen, zowel in Nederland als in het buitenland. Een daarvan was Les Grands Magasins Decré in Nantes, dat hij samen met Frits Peutz bezocht. Dit glazen gebouw, geopend in 1932 en verwoest door bombardementen in 1943, bleek een bron van inspiratie voor zowel de opdrachtgever als architect te zijn. Ontworpen in art deco-stijl door Henri Sauvage (1873-1932), de architect die de Parijse winkel ‘La Samaritaine’ vergrootte (1926 - 1929), was dit gebouw het resultaat van een ideale samenwerking tussen een verlichte klant en zijn architect. Peter Schunck was ook open voor ideeën van zijn architect, en deze openheid bracht het gebouw voort, dat bekend kwam te staan als het Glaspaleis.

Stichting F.P.J. Peutz


Uit: Glaspaleis Schunck door William PARS Graatsma (Engels / Nederlands)


Etalages



Klant’s – De Leeuw – Schunck

Schunck stond altijd bekend om zijn opvallende etalages. Een van de vele kleinkinderen van Peter en Christine Schunck-Cloot, Leo W.M. Schunck uit Maastricht schrijft:
„Ik kan nog verhalen vertellen over de introductie van het merk ‘Lions Quality’ waarbij de firma A.Schunck een samenwerking aanging met de toenmalige Klant’s Dierentuin in Valkenburg, een opleidingsinstituut voor dompteurs en tevens dierentuin, op de plek waar nu ‘Thermae 2000’ is gevestigd.
De etalages werden bevolkt met o.a. leeuwen (voorkant) en apen en papegaaien in de etalages die verbinding hadden met de zaak.
Tevens was er te gelijker tijd een samenwerking met de ‘De Leeuw’s Bier’ in Valkenburg. In de zaak stond o.a. op de herenconfectieafdeling een tap opgesteld. Iedereen die boven een bepaald bedrag kocht kon een gratis pilsje krijgen.
Op een zondagmorgen werd mijn vader (Pierre Schunck) opgebeld door Opa Schunck (Peter) met het verzoek om samen met de kinderen naar de zaak te komen, want de aapjes en papegaaien waren ontsnapt en hadden een ravage aangericht in de winkel. Wij als kleinkinderen moesten toen als drijvers achter de beesten aanzitten, zodat de medewerkers van Klant’s dierentuin ze konden vangen. Uiteraard een hoogtepunt in mijn jeugd.
Met kerstmis was mijn oma altijd jarig. (Oma Christine Schunck-Cloot). De etaleurs van de firma A.Schunck zorgden dan altijd voor een prachtige grote kerststal, met watertjes en alles wat erbij hoorde. Deze kerststal werd opgezet in de hal van het »Penthouse« (daktuin) recht tegenover de privélift van opa en oma. Het was steeds weer een indrukwekkend geheel.
Denk ook aan de legendarische sinterklaasmiddagen, de prachtige kerstetalages enz. enz.“


SCHUNCK∗

schunck*

Het hernieuwde Glaspaleis

Op 30 juni 2004 vond de feestelijke opening plaats van het hernieuwde Glaspaleis. Het revolutionaire gebouw van architect Frits Peutz uit 1935 pronkt weer als vanouds in hartje Heerlen. Niet meer als modehuis, zoals vroeger, maar als cultuurpaleis.
SCHUNCK* is op 1 januari 2009 ontstaan uit een bundeling van krachten van verschillende, voorheen zelfstandige culturele instellingen die gevestigd waren in het Glaspaleis: het museum voor moderne en hedendaagse kunst (stadsgalerij Heerlen), het centrum voor architectuur en stedenbouw (Vitruvianum), de openbare bibliotheek van Heerlen, de muziekschool en het Filmhuis de Spiegel op de daktuin.


Kritiek

Een punt van kritiek is dat er maar weinig over is van het oude penthouse. Het moest plaatsmaken voor een restaurant en een arthouse-bioscoop. Ook is de multifunctionaliteit die Peutz voor ogen had (hij was een vroege cross-overdenker) is verloren gegaan omdat de verschillende huurders niet meewerkten. Dit is in strijd met de synergie waar Peutz zoveel van hield. Een ander punt van kritiek is dat de stad nu opschept met de erkenning als een van de 1000 belangrijkste gebouwen van de 20e eeuw, maar die beloning werd gegeven aan het oorspronkelijke gebouw uit 1930 dat de stad had laten vervallen totdat het erkend werd als een belangrijk monument.

De erker van het penthouse op het Glaspaleis en de kerktoren op de achtergrond.
Foto Dirk van der Made

Dit moderne en 'open' gebouw staat in schril contrast met de 13e-eeuwse 'gesloten' Romaanse Pancratiuskerk ernaast. De toenmalige pastoor, Pierre Jochems, was behoorlijk enthousiast over dit moderne gebouw, maar zijn opvolger, Theo van Galen, was minder blij met zijn dominantie over de kerk. Peutz had eigenlijk besloten om het eerbiedwaardige karakter van de kerk te respecteren door dit seculiere gebouw een eigen contrasterende vorm te geven, nuchter en zakelijk. Het was nooit bedoeld als een monument van architectuur. Maar het verstrijken van de tijd heeft er juist dat van gemaakt.

Geciteerd uit: http://en.wikipedia.org/wiki/Glaspaleis#Criticism

top