|
|
|
|
|
Razzia 2Originele grootte 2464 × 3472 pxDe opper (DB) waarschuwt hem, dat hij zich bij de officier van justitie vies in de nesten gaat steken, als hij deze, wegens die Nederl. verordening passeren gaat. Hij verwijst Renesse naar het boek dat weer op de plank staat. Renesse gaat enige tijd zitten studeren in dat boek. Hij kreeg een dispuut met de opper, waarom ik niet in de cel zat. De opper: "Schunck is mijn vriend en die sluit ik niet in de cel op.“ Renesse neemt de hoorn op en ik kon het gesprek volgen. Het was met de Officier van Justitie in Maastricht. (Ik vernam later dat Mr.J.Cremers, mijn zwager, de off.v.just. reeds had ingelicht) Renesse werd geïnstrueerd, dat hij niets anders te doen had dan inbeslagname van het koper en proces-verbaal. Dus geen bevel tot arrestatie. Daarna Renesse met een zuur gezicht tegen mij: "Wat dat koper betreft heb ik in Maastricht voor u gepleit om het deze eerste keer nog maar bij inbeslagname en proces-verbaal te laten. Zodra mijn mannen mij melden, dat ze geen wapens hebben gevonden, bent u vrij om te gaan." Tegen de avond komen de mannen terug en hebben niets gevonden. Renesse belt mijn vrouw op en zegt met zijn vriendelijkste stem dat hij zijn best heeft gedaan bij de justitiële autoriteiten om mij te mogen laten gaan. Tegen de avond was ik weer vrij en vernam, thuis gekomen, dat onze vriend Toon Lampe in de Plenkert (onze straat) wandelde, net toen de omsingeling van het erf begon. Hij is toen doorgestapt naar Kapelaan Horsmans (DB) die toen mijn ouders waarschuwde. Dezen hebben op hun beurt weer Mr.Cremers gevraagd, om zo nodig mij juridiese bijstand te verlenen. Deze informeerde toen bij de Off. van Justitie om welke reden huiszoeking in zo grote opmaak geschiedde. Er was geen opdracht aan de wachtmeester Renesse gegeven. Kapelaan Horsmans had woord gehouden. Na invallen der duisternis hebben (zonder dat ik dit wist) diezelfde avond een paar vertrouwde mannen de wapens naar elders overgebracht, bij de bevrijding zag ik O.D.jongens met geweren lopen waaraan de grendels ontbraken (de onze?) Op een avond kwamen twee politiemannen mij het koper terugbrengen en waarschuwden mij om die vaten zeep elders onder te brengen. Kort hierna kwam een broeder der_Jesuiten met een met zink gevoerde kist waarin wij de kelken etc. plaatsten. Deze kist hebben wij in de garage, zonder getuigen (je leert door schade en schande) onder de tegelvloer geborgen. De misgewaden heb ik in een bedrijfskast opgehangen met eraan gehechte kaarten als gebruikelijk bij stoomgoed, en de adressen van diverse Zuidlimburgse kloosters. De oude boeken hebben mijn vader en ik opgeborgen in een gang die liep rond de kluis van de zaak in Heerlen. (de vroegere kluis van de voormalige Twentsche Bank) (In 1939 had Peter Schunck het gebouw van de Twentsche Bank in Heerlen gekocht, om er een passage te kunnen bouwen, en wel de verbinding tussen het Emmaplein en de Markt.) Mijn wapengeval was als een lopend vuurtje, met de nodige over- drijving, door Valkenburg gegaan. Mensen, waarmee ik nauwelijks relatie had, kwamen mij hierna op straat uitvoerig feliciteren, zelfs zei er één (Cobben Wehryweg) als ik een plaatsje zocht voor mijn wapens dan wist hij er wel een. Ik echter had een harde les geleerd. Ik wist nu, dat men voorzichtig te werk moest gaan. Als het ware had ik een stoomcursus in het verzet gehad. Pierre Schunck Album : Resistance zoom 24.350649350649%
|