Menu text, no JavaScript Log in  Deze pagina in het NederlandsDiese Seite auf DeutschThis page in English - ssss  Esta página em Portuguêsnaar boventerug

vorige volgende

Marie-José Schunck, gedichten (log in)

Politieke autobiografie 3 


 

/ 3

voortgekomen en door Theodorakis en Leloudas opgerichte verzetsorganisatie
PAM, daarna - als late jeugdzonde - héél even de grieks-Berlijnse „Aufbau-Orga-
nisation EKKE“ en tenslotte de „Komitees van de 20e oktober“, basisgroepen
van arbeiders en studenten, die in november 1973 de opstand vanuit de Polytech-
neion georganiseerd hebben.

Voor mij persoonlijk was mijn anti-fascistiese opvoeding een belangrijke
motivatie, maar we deden het, denk ik, ook een beetje omdat je in die jaren nu
eenmaal politiek aktief was. En omdat we aktiviteiten voor het griekse verzet
zinvol en noodzakelijk vonden, maar óók omdat het zo leuk was. Grieken weten
van de meest saaie bijeenkomst nog een swingend samenzijn te maken, al was
het maar door de soms met veel pathos uitgeschreeuwde onderlinge vetes. Als
iedereen in de hel zat, die toen naar de duivel gewenst is, dan zou het daar
allang overbevolkt zijn. Maar meestal was het gewoon gezellig, vooral na af-
loop, met veel retsina, zang en dans.

Er zijn dingen die meer waard zijn dan een lintje. Bijvoorbeeld, toen
Jannis Kaounis (jarenlang vanwege zijn verzetsaktiviteiten in de Korydallos-
gevangenis opgesloten) me een door hem in de gevangenis beschilderd flesje
gaf als blijk van waardering. Of het boek „Dans les prisons des colonels“,
voorzien van opdracht, dat ik kreeg van de grieks-franse journalist Jannis
Starakis, die, na eerst tot 18 jaar gevangenis te zijn veroordeeld, onder druk
van de publieke opinie werd vrijgelaten, Griekenland uitgezet werd en zijn
ervaringen opschreef. Of de waardering, die je krijgt van de Grieken met wie
je samenwerkt. Het is fijn als iemand tegen je zegt: „Iésse kalós kapetánios,
Maria“ ∗). „Je bent een goede kapitein, Maria“. We hadden net weer een auto vol
materiaal naar Griekenland gestuurd met o.a. radio-zendapparatuur. Kwam de
radio, die uitzond vanuit de bezette Polytechneion en waarvan de laatste
woorden waren: „Soldaten, broeders, niet schieten!“, misschien uit Nijmegen?
Zelf konden we, mijn toenmalige echtgenoot Michel van Nieuwstadt en ik, nooit
meegaan op deze tochten, omdat de griekse politie enkele uit Nijmegen afkom-
stige griekse gastarbeiders tijdens hun vakanties uitgebreid over hun kon-
nekties met ons ondervraagd had. Maar gelukkig waren er
binnen de radikale nijmeegse studentenoppositie kandidaten genoeg
te vinden voor deze avontuurlijke tochten.

Een andere, omgekeerde, erkenning was de dreigbrief, die de redaktie van het
Griekenland-Bulletin begin april 1970 ontving van een griekse fascistiese
klub, „Het Griekse Verbond van Falangisten“. Het snorkende begin ervan luidde:
„Vuile handlangers van de bulgaarse en russische imperialisten (′ ), (die)
proberen Nederland vals voor te lichten over het geluk van het GRIEKSE
volk, terwijl jullie kameraden op wrede wijze proberen GRIEKENLAND te ver-
scheuren en het over te leveren aan de met bloed besmeurde klauwen van het
communisme.“ Dit was de inleiding van een ultimatum tot opheffing van het
Griekenland-Bulletin, op straffe van anders opgeblazen te worden met redaktie-

∗) Είσαι καλός καπετάνιος, Μαρία

1983-12-31


vorige volgende