Het taboe van Valkenburg?
Originele grootte 1600 × 1200 pxNa de herdenking van Valkenburg 75 jaar bevrijd verscheen op 20-09-2019 in De Limburger deze column oner de titel Het taboe van Valkenburg, waarin onder het mom van een gedifferentieerde beeldvorming wordt beweerd, dat de bevrijdingsfeesten in een ongenuanceerde zwart-wit vorm waren gevierd. Niets is minder waar.
Een van de belangrijke doelstellingen bij de vieringen in Valkenburg, was juist die gedifferentieerde beeldvorming. Alleen al de keus van mensen die er een kaars hebben opgestoken, maar ook de inhoud van het herdenkingsboek. Er werd herinnerd aan de getraumatiseerde NSB-kinderen, aan de discriminatie aan de kant van de bevrijders (van de Afro-Amerikanen), aan de gesneuvelde Duitsers (in Valkenburg de grootste slachtoffergroep), aan de nog steeds gediscrimineerde Sinti en Roma. En natuurlijk aan het bijna vergeten verzet. Door deze column wordt zo de organisatie van de vieringen eventjes in een verkeerde hoek van hoera-patriottisme en een zwart-witte kijk gezet.
Er wordt aandacht besteed aan een „historicus“, die sinds jaren probeert de lynchmoord op een collaborateur het Valkenburgs verzet in de schoenen te schuiven. Daarbij verwisselt hij het verzet met een op de dag van de bevrijding opgericht groepje, dat zich Ordedienst noemde en bijna ook een verzetsman had gelyncht. Deze historicus is er al jaren geleden op gewezen, dat zijn beweringen op foute vermoedens berusten, maar hij blijft erbij, en beweert nu ook nog dat Pierre Schunck opdracht zou hebben gegeven, de zogenaamde moffenhoeren kaal te scheren.
Een taboe bestaat alleen als obsessie in het hoofd van iemand, die zelf hierover geen open disussie aandurft.
Pierre Schunck