|
|
|
|
|
Mensen | Gebeurtenissen/ Achtergronden | Verzetsgroepen | Steden & Dorpen | Concentratiekampen | Valkenburg 1940-1945 | Lessen uit het verzet |
Nico van Oosterhout was grenskommies. [1#1]
Hij was zoon van de schippersknecht Nicolaas van Oosterhout en Cornelia Antonia Aartsen. Op 14-jarige leeftijd gaat hij werken als hulp bij een fietsenmaker, maar als hij erachter komt dat hij zonder diploma’s niet ver komt, gaat hij rond 1934 weer naar school. In 1937 meldt hij zich als vrijwilliger voor militaire dienst en wordt tijdens de meidagen van 1940 bij een motorcompagnie ingedeeld.
Na de Nederlandse capitulatie gaat hij in Rijsbergen werken als commies bij de belastingdienst.
Als de Duitse autoriteiten in 1943 bekendmaken dat alle Nederlandse oud-militairen zich alsnog moeten melden om in krijgsgevangenschap te worden afgevoerd, duikt Nico onder. Hij wordt echter ontdekt en binnengebracht in kamp Amersfoort. Daar weet hij uit te ontsnappen, waarna hij opnieuw onderduikt, eerst in Dordrecht, daarna in Schaijk.
Nico sluit zich daarna aan bij de Deurnese afdeling van de Raad van Verzet (RVV), onder leiding van marechaussee Cor Noordermeer. De RVV is een losse organisatie van verspreide, zelfstandige verzetsgroepen die bij gebrek aan landelijke coördinatie ook geheel onafhankelijk moet opereren. Vanuit hun uitvalsbasis op De Zwarte Plak in het Limburgse America zetten de leden van de groep zich in als hulpverleners voor neergestorte geallieerde piloten en onderduikers. Samen met de plaatselijke Radiodienst worden inlichtingen verzameld en uitgewisseld.
Op 13 mei 1944 is Nico met Cor op voorspraak van hun collega José Peerbooms, ‘Don José’, onderweg naar een vergadering van de RVV in Utrecht. Ze komen er niet meer van terug. Bij aankomst op station Utrecht zijn beide onmiddellijk door de Duitsers gearresteerd en voor verhoor naar de gevangenis in Scheveningen, het ‘Oranjehotel’ gebracht. Daar worden Nico en Cor tot tweemaal toe 24 uur lang verhoord en gemarteld. Uiteindelijk worden ze naar kamp Vught gedeporteerd, waar ze op 11 augustus 1944 op de fusilladeplaats worden geëxecuteerd. Nico is 26 jaar geworden.
Het verzet hield José Peerbooms (die eerder ook al eens onder verdenking was komen te staan) voor de arrestatie verantwoordelijk en liquideerde hem op 13 juli 1944. [2]
Zijn vader schreef aan de OGS: Geachte stichting, met deze moet ik u melden, dat er van mijn zoon voornoemd geen graf bestaat daar hij in Vught gefusilleerd is en ook daar verast is. [1#3]
Zijn as ligt dus in de asputten van kamp Vught [3#3]
In zijn levensbeschrijving op de website van Kamp Vught staat, dat hij voor de bezetting beroepsonderofficier van de motorartillerie in het Nederlandse leger was. [3#1]
Met motorartillerie bedoelde men de gemotoriseerde artillerie, kanonnen die niet door paarden werden getrokken.
De foto hiernaast is uit Het grote Gebod. [4]
Hij wordt vermeld in het Provinciaal Gedenkteken De Brabantse Soldaat in Waalre. [5]
Lees ook zijn levensverhaal op deurnewiki.nl. [6]
Vught • Fusilladeplaats • Former execution site • Ancien site d’exécution
Voetnoten