⇑
![Pierre Schunck - Waarschijnlijk t.g.v. zijn vormsel 106 - Pierre Schunck](klein/Schunck_Pierre_scholier.jpg)
Pierre Schunck
⇑
![Pierre J.A. Schunck als twen - 237 - Pierre J.A. Schunck als twen](klein/Schunck_Pierre_twen.jpg)
Pierre J.A. Schunck als twen
⇑
![Gerda Cremers als 18-jarig meisje - 158 - Gerda Cremers als 18-jarig meisje](klein/1930_Mama_als_18-jarig_meisje.jpg)
Gerda Cremers als 18-jarig meisje
⇑
![1934 zwembad Valkenburg - Dit was het „Natuurbad“, omdat hier vroeger een moerassig weiland was geweest. Bij het huidige pretpark, dat toen nog speeltuin en roeivijver heette. Eigendom van de familie Otermans. - In de begintijd was het nog kuis gescheiden volgens geslacht. De dames moesten echter door het heren-gedeelte om naar hun reservaat te komen. Dit werd niet als bezwaar gezien, andersom wel. Deze doorgang is links in beeld te zien. We bevinden ons hier in het damesgedeelte, dus de heren worden vriendelijk doch dringend verzocht, de ogen te sluiten. We zien hier het „tweede bad“, dus voor de grotere niet-zwemsters. 363 - 1934 zwembad Valkenburg](klein/1934_zwembad_Valkenburg.jpg)
1934 zwembad Valkenburg
⇑
![Gerda Cremers 1935 - 101 - Gerda Cremers 1935](klein/CremersGerda1935.jpg)
Gerda Cremers 1935
⇑
![Pierre Schunck 1935 - Pierre Schunck, ∗ 24-03-1906 in Heerlen, ⚭ 03-10-1936 Gerda Cremers in Valkenburg, † 02-02-1993 in Kerkrade. - Hij verkreeg vooral bekendheid omdat hij in Valkenburg de verzetsorganisatie L.O. leidde. 103 - Pierre Schunck 1935](klein/1935_Pierre_Schunck.jpg)
Pierre Schunck 1935
⇑
![Pierre Schunck 1935 - 104 - Pierre Schunck 1935](klein/1935-Pierre_Schunck.jpg)
Pierre Schunck 1935
⇑
![Gerda Cremers 1935 - 160 - Gerda Cremers 1935](klein/1935_Gerda_Cremers.jpg)
Gerda Cremers 1935
⇑
![ca. 1936 Gerda Cremers & Pierre Schunck - ong. 1936 in de theetuin van hotel Cremers 728 - ca. 1936 Gerda Cremers & Pierre Schunck](klein/1936_GerdaCremersPierreSchunck_1171.jpg)
ca. 1936 Gerda Cremers & Pierre Schunck
⇑
![Gerda Cremers ⚭ Pierre Schunck - Oct. 3, 1936 - B: Nolda, Gerda, Pierre, Carla - A:Jetty 334 - Gerda Cremers ⚭ Pierre Schunck](klein/1936_bruiloft_Gerda_en_Pierre.jpg)
Gerda Cremers ⚭ Pierre Schunck
⇑
![Gerda Cremers ⚭ Pierre Schunck - 3 okt. 1936 - voor Hotel Cremers 335 - Gerda Cremers ⚭ Pierre Schunck](klein/1936_bruiloft_Gerda_en_Pierre_2.jpg)
Gerda Cremers ⚭ Pierre Schunck
⇑
![Familie register<br>Schunck-Cremers - ⚭ 03-10-1936 686 - Familie register<br>Schunck-Cremers](klein/1936-10-03_trouwboekje_Schunck-Cremers_0.jpg)
Familie register
Schunck-Cremers
⇑
![Familie register<br>Schunck-Cremers - ⚭ 03-10-1936 687 - Familie register<br>Schunck-Cremers](klein/1936-10-03_trouwboekje_Schunck-Cremers_1.jpg)
Familie register
Schunck-Cremers
html
⇑
![GEDENKSCHRIFT - Ter gelegenheid van het Huwelijk van - Den Heer Pierre Schunck met Mejuffrouw Gerda Cremers - op Zaterdag 3 October 1936. - Titelpagina 254 - GEDENKSCHRIFT](klein/1936-10-03_FeestbSchunck-Cremers.jpg)
GEDENKSCHRIFT
⇑
![1937 - Gerda Schunck-Cremers, Pierre Schunck Ineke - 336 - 1937 - Gerda Schunck-Cremers, Pierre Schunck Ineke](klein/1937_Gerda_Oom_Pierre_Ineke.jpg)
1937 - Gerda Schunck-Cremers, Pierre Schunck Ineke
⇑
![1938 - Gerda Schunck-Cremers Jan Ineke - 337 - 1938 - Gerda Schunck-Cremers Jan Ineke](klein/1938_Gerda_Jan_Ineke_1938.jpg)
1938 - Gerda Schunck-Cremers Jan Ineke
⇑
![Voorjaar in de Plenkert - April 1939? 649 - Voorjaar in de Plenkert](klein/1939_GerdaPierreSchunck-CremersInekeJan.jpg)
Voorjaar in de Plenkert
⇑
![Kinderen met konijn - Is dit een Vlaamse Reus?Mia America was een jeugdvriendin van Gerda Cremers. Zij was dan ook erbij met haar man Toon Rutges, toen Gerda 80 jaar werd. Zij schreef bij deze foto: - „De kinderen konden het heel goed samen vinden, en voor onze Hagenaar was het een lust in zo’n mooie tuin en omgeving te mogen opknappen.“ 866 - Kinderen met konijn](klein/1941_VlaamseReus.jpg)
Kinderen met konijn
⇑
![De kippen voeren - Mia Rutges-America en haar oudste kind, een onbekende dame, Gerda Schunck-Cremers en haar drie oudste kinderen. 867 - De kippen voeren](klein/1941_Kippen.jpg)
De kippen voeren
⇑
![1943 – Gerda & Pierre Schunck-Cremers, Mia Ruiters-Schunck - Met hun toen al levende kinderen. Voor het huis in de Plenkert, Valkenburg. De staande dame rechts is onbekend. 976 - 1943 – Gerda & Pierre Schunck-Cremers, Mia Ruiters-Schunck](klein/1943_ValkenburgSchunckRuiters.jpg)
1943 – Gerda & Pierre Schunck-Cremers, Mia Ruiters-Schunck
⇑
![1943 Voor het huis Plenkertstraat 92 - comm 978 - 1943 Voor het huis Plenkertstraat 92](klein/1943_ValkenburgSchunckRuiters2.jpg)
1943 Voor het huis Plenkertstraat 92
⇑
![Fam. Schunck-Cremers - Op de daktuin van het glaspaleis, Heerlen, 1944 341 - Fam. Schunck-Cremers](klein/1944_familie_Schunck_Cremers.jpg)
Fam. Schunck-Cremers
⇑
![Op de wip in de Plenkert, 1947 - Gerda Schunck-Cremers en haar kinderen in hun zondagse kleren. Een foto voor Pappa? - Over de compositie van deze foto is nagedacht:Jan en Chrisje (boven) zullen samen ongeveer even zwaar zijn geweest als Leo en Marie-José (beneden). De jongetjes zitten vooraanLinks van de wip staan de het oudste en het jongste kind, rechts de moeder van het grut met de op één na jongste. 977 - Op de wip in de Plenkert, 1947](klein/1947_Wip.jpg)
Op de wip in de Plenkert, 1947
⇑
![De bolderwagen - De eerste communie van Leo (vandaar de matrozenpakjes en sjieke jurkjes), waaraan zich Leo als volgt herinnert: „Waar alle ooms en tantes bij waren (sigarenlucht, suikerbollentaart en de bolderwagen van oom Leo)′“ - De foto is opgenomen voor het „oude“ huis bij de wasserij. 863 - De bolderwagen](klein/Bolderwagen.jpg)
De bolderwagen
⇑
![Plenkert_Valkenburg - Op de heuvel: boerderij Donners, waar we altijd melk haalden. Rechts een klein stukje van onze tuin (Schunck-Cremers). 362 - Plenkert_Valkenburg](klein/Plenkert_Valkenburg_1948.jpg)
Plenkert_Valkenburg
⇑
![Fam. Schunck-Cremers, Valkenburg - April 1948. Foto voor een eenzame echtgenoot en vader op Bonaire (Voorkant) - v.l.n.r. Leo, Jan, Chrisje, Marie-José, Ineke, Pierre, Gerda sr., Arnold. - Gerda jr. „was nog een geest.” 255 - Fam. Schunck-Cremers, Valkenburg](klein/1948-04_herinneringA.jpg)
Fam. Schunck-Cremers, Valkenburg
⇑
![Marie-José Schunck als kind - 659 - Marie-José Schunck als kind](klein/Marie-Jose_Schunck_als_kind.jpg)
Marie-José Schunck als kind
⇑
![1950 - Catharina Cremers-Eck, Wielke Cremers, Gerda Schunck-Cremers en kinderen - Plenkertstraat 92A, Valkenburg - E: Jetty Cremers - D:Jan, Leo - C:Trienchen Cremers-Eck,Gerda Schunck-Cremers, Pierreke, Wielke Cremers, Chrisje - B: - A: Arnold,Marie-José 355 - 1950 - Catharina Cremers-Eck, Wielke Cremers, Gerda Schunck-Cremers en kinderen](klein/1950_Oma_Cremers_Wielke_Gerda__kinderen.jpg)
1950 - Catharina Cremers-Eck, Wielke Cremers, Gerda Schunck-Cremers en kinderen
⇑
![Fam. Schunck-Cremers 1952 - Ongeveer een jaar na het ontstaan van deze foto vertrokken de ouders met de vier jongsten weer naar Bonaire. De vier oudere kinderen konden niet meekomen, omdat er destijds op de Nederlandse Antillen nog geen middelbare school was. Zij gingen naar oom Jozef en tante Cordi aan de Nieuwstraat in Kerkrade, tot ook het vijfde kind in Nederland naar de middelbare school moest. 958 - Fam. Schunck-Cremers 1952](klein/1952-00-00_familiefotoSchunck-Cremers.jpg)
Fam. Schunck-Cremers 1952
⇑
![1953 - Familie Schunck-Cremers - C: Marie-José, Jan, Pierre sr., Pierre jr., Ineke - B: Leo, Chrisje, Arnold, Gerda sr. - A: Gerda jr. 357 - 1953 - Familie Schunck-Cremers](klein/1953_Familie_Schunck_-_Cremers.jpg)
1953 - Familie Schunck-Cremers
⇑
![Fam. Schunck-Cremers met de 4 grootouders<br>In een zilveren lijst - In een zilveren lijst. 681 - Fam. Schunck-Cremers met de 4 grootouders<br>In een zilveren lijst](klein/Schunck-Cremers_plusGrootouders.jpg)
Fam. Schunck-Cremers met de 4 grootouders
In een zilveren lijst
⇑
![Schunck ⇒ Schunk ⇒ Schunck - Verzoek door de officier van justitie in Maastricht aan de burgerlijke stand van de gemeente Valkenburg-Houthem, de achternamen van onderstaande personen te wijzigen van Schunk in Schunck. - Reden: een schrijffout. 953 - Schunck ⇒ Schunk ⇒ Schunck](klein/1956-02-29_Schunk-Schunck.jpg)
Schunck ⇒ Schunk ⇒ Schunck
⇑
![Gerda & Pierre Schunck-Cremers - Augustus 1958, vakantie aan de Wolfgangsee 413 - Gerda & Pierre Schunck-Cremers](klein/19580800_pierre_en_gerda_wolfgangsee.jpg)
Gerda & Pierre Schunck-Cremers
⇑
![Schunck Jr. Maastricht - Muntstraat 41 821 - Schunck Jr. Maastricht](klein/BriefpapierSchunckJrMaastricht.jpg)
Schunck Jr. Maastricht
⇑
![Mater Dolorosa - Deze Pietà is door Pierre J.A. Schunck in Valkenburg gemaakt van klei van de Trappistenabdij in Tegelen. Daar kende hij de pottenbakker, broeder Leo. Waarschijnlijk is het beeldje daar ook gebakken. Ontstaan in de jaren 50 van de 20e eeuw. 1042 - Mater Dolorosa](klein/pieta.jpg)
Mater Dolorosa
⇑
![Mej. Marie-José Schunck - „Violist bij het Nederlands Studenten Orkest, Oranje Hotel, Bergen aan Zee“ - Deze brief van 06-01-1960 werd haar gestuurd door haar vioolleraar Marcel Thijssens, die bij het Limburgs Symphonie Orkest speelde. De inhoud was een kwitantie over een viool, die haar vader voor Marie-José bij hem heeft gekocht. Thijssens vond, dat ze genoeg talent had, om de muziek tot haar beroep te maken, maar waarschuwde er ook voor. „Want het is een zwaar leven.“ - Door problemen met haar rechterarm (als gevolg van overbelasting?) is het er niet van gekomen. - In Bergen werd door het NSO gerepeteerd. Op Wikipedia vind je daarover een filmpje uit het Polygoonjournaal, zie de onderstaande +info link - In 1960 stonden volgens Wikipedia op het programma als hieronder volgt. Verrassend is, dat de Paukenschlag symfonie, ook Verrassingssymfonie genoemd, symfonie #94 is, niet #3. Zie onderstaande links.:DirigentSolistProgrammaJan BrussenAnner Bijlsma, celloGeorg Friedrich Händel - concerto grosso nr. 6 op. 10, Camille Saint-Saëns - celloconcert nr. 2, Lex van Delden - symfonie nr. 5, Joseph Haydn - symfonie symfonie nr. 3 ‘Paukenslag’ 733 - Mej. Marie-José Schunck](klein/1960-01-06_MarJosSch_Thijssens.jpg)
Mej. Marie-José Schunck
⇑
![Angelika Büchsel - Op de binnenplaats van de woongemeenschap Strüverweg, Aken. Dit was een van haar favoriete foto’s. Hij toont haar met haar typische uitstraling tijdens een depressie. 245 - Angelika Büchsel](klein/angelikaSW.jpg)
Angelika Büchsel
⇑
![Pierre Schunck gaat het door hem gerestaureerde eeuwenoud weefgetouw in Valkenburg demonstreren - Artikel met bovenstaande titel uit „Het Land van Valkenburg” uit 1974 over een eeuwenoud weefgetouw in Maaseik, dat ook in Valkenburg is getoond. De restauratie en ook de weefdemonstraties werden uitgevoerd door Pierre Schunck en de maker van deze website, zijn zoon Arnold, die o.a. de reconstructie van de ontbrekende houten onderdelen voor zijn rekening nam.Pierre Schunck aan het door hem herstelde, drie eeuwen oude bovenslagweefgetouw van de stad Maaseik. Op de achtergrond een foto van Hubert Binjé, de laatste wever van de familie die het oude weefgestoel aan de stad schonk. - (Van een onzer verslaggevers) VALKENBURG — Tijdens de „Toeristische Maand Mei 1974” is in de belgisch-limburgse stad Maaseik een tentoonstelling „Van vlas tot weefsel” gehouden, tijdens welke de heer Pierre Schunck uit Valkenburg, iedere dag weefdemonstraties heeft gegeven op een 3 eeuwen oud weefgetouw dat vele jaren geleden door de familie Binjé aan de stad Maaseik geschonken en door de heer Schunck deskundig gerestaureerd werd. - De heer Schunck is een telg uit een eeuwenoude weversfamilie. Reeds in 1640 waren de Schuncks bekend in het Eupense, de streek van het linnen (hier maakt de verslaggever een foutje: het was de streek van de wol). Hij ontving zijn opleiding in Enschede en richtte destijds een tekstielbedrijf op in Curaçao, dat hij echter wegens bij gebrek aan steun aan de overheid liet. Men was in België verheugd in kontakt met de heer Schunck te zijn gekomen, die niet rustte vooraleer hij het drie eeuwen oude bovenslagweefgetouw tot in de puntjes werkklaar had gemaakt. Dank zij dit monnikenwerk is het stadsmuseum van Maaseik een prachtig pronkstuk rijker, maar de heer Schunck had één restriktie: dat hij het éénmaal mocht lenen om ten toon te stellen en te demonstreren in zijn woonplaats Valkenburg, een verzoek dat hem maar wát graag werd ingewilligd. Vandaar dat de heer Schunck einde augustus ’t weefgetouw naar Valkenburg zal halen, zodat het in de eerste twee weken van september in het Oud Sjtadhoes te bezichtigen zal zijn. Tevens zal tijdens deze tentoonstelling het beroemde doek van Sint Harlindis te bezichtigen zijn en wellicht ook een tweetal kasuifels die de beroemde kunstschilder Jan van Eyck ontworpen en zijn dochter vervaardigd heeft. Gelijktijdig zal in het Oud Sjtadhoes de schilder Léon Beel uit het belgische Vlasland aan de Leie in het Oud Sjtadhoes ekspozeren. 660 - Pierre Schunck gaat het door hem gerestaureerde eeuwenoud weefgetouw in Valkenburg demonstreren](klein/PierreSchunckDemonstreertGetouwInValkenburg.jpg)
Pierre Schunck gaat het door hem gerestaureerde eeuwenoud weefgetouw in Valkenburg demonstreren
⇑
![Cremers e/v Schunck, Maria H G - 65+ pas van Gerda Schunck-Cremers 666 - Cremers e/v Schunck, Maria H G](klein/Pas65_GSchunckCremersA.jpg)
Cremers e/v Schunck, Maria H G
⇑
![Ziekenhuiservaringen van een kankerpatiënte - Uit: Miepkrant nr.4, september 1978, van de actiegroep „MIEP in de ziekenfabriek“, NijmegenHet hieronder afgedrukte artikel is het relaas van iemand, die een aantal ontstellende ervaringen heeft opgedaan met de gezondheidszorg in Nederland. Zij heeft aan den lijve ondervonden hoe het is om patiënte te zijn, in wat voor afhankelijke positie je geplaatst wordt, wat voor minachting er van de kant van de medici vaak voor patiënten gevoeld wordt en hoe deze leidt tot angst, onzekerheid en wanhoop bij patiënten, die zich vaak in groot vertrouwen overleveren aan medici, die dat vertrouwen niet waard zijn. We willen niet beweren, dat de mediese kaste alleen maar uit een stelletje gangsters bestaat. Er zijn ongetwijfeld talloze artsen, die het in hun gestelde vertrouwen niet beschamen. Maar het is een uitgemaakte zaak, dat er nog teveel artsen en specialisten zijn, die de volle verantwoordelijkheid, die ze hebben tegeover hun patienten nog steeds niet besefïen. Dat blijkt uit de stroom van publikaties over de slechte positie van de patiënt binnen de gezondheidszorg. Het is te hopen, dat niet alleen medici lering zullen trekken uit het hier volgende verhaal, maar vooral ook de patiënten, die vaak een te groot vertrouwen hebben in de mediese wetenschap en zich als zodanig gewillig schikken in hun afhankelijke positie. Bij patiënten moet evenzeer het bewustzijn groeien, dat ze voor hun rechten mogen strijden, dat ze zelf beslissingen kunnen nemen, dat ze zich niet meer aan elke mediese handeling behoeven te onderwerpen, dat ze recht hebben op zoveel mogelijk informatie over de achtergronden van hun ziekte.
- In dit stuk staan enkele voorbeelden van patiënten, die, bewust van de rechten die ze hebben, daar ook gebruik van maken. Het is te hopen, dat ook de artsen, die de Miepkrant lezen (ook al zullen dat er wel weer weinig zijn) haar niet achteloos terzijde zullen leggen als een voortbrengsel van een stelletje oproerkraaiers met een grote mond.
Toen ik me al enkele maanden slecht voelde (snel moe, jeuk, zwart voor de ogen, pijn bij het drinken van alcohol, knobbeltje in de hals), werd in maart ‘72 bij mij de ziekte van Hodgkin (kanker van het bloedaanmaaksysteem} in stadium II gekonstateerd, en wel in het Radboudziekenhuis, waar het knobbeltje voor onderzoek verwijderd was en waar ik verder zo vaak zou zijn, dat ik het behalve „de witte tempel“ ook wel „mijn tweede huisje“ noemde. Ik had al een sterk vermoeden, dat ik zo iets als kanker had (toen de lieve, vrouwelijke huisarts zei: „Ik heb ook kanker gehad en werk nu weer.”2. Maar dat kreeg ik in de Radboud niet te horen. Ik had tegen de chirurg gezegd, dat ik me alleen wilde laten behandelen, als er volledige openheid over mijn ziekte zou zijn. Want tegen een vijand, die je niet kent, kun je niet vechten. Dat werd me beloofd. Dus kreeg ik te horen dat ik de ziekte van Hodgkin had. Maar er werd niet bij gezegd wat dat inhield en jammer genoeg zei de term „ziekte van Hodgkin“ me niets. Dat heb ik zelf moeten uitzoeken. Verhullende openheid is dat, waar geen mens wat mee opschiet. Toen ik om het percentage ovelevingskansen vroeg, gaf de chirurg in alle openheid een wat te lage schatting, n.l. van 40 tot 60%. Van binnen werd ik koud en stil. De behandeling van de ziekte bestaat meestal uit drie fasen: operatie, bestraling en behandeling met cytostatica (remmen de cellengroei). Alle drie ingrijpende behandelingen, waarover de patiënten niet voldoende worden voorgelicht en waarbij ze absoluut niet worden begeleid.
- Mijn kliniese kennismaking met het Radboudziekenhuis liep via de afdeling chirurgie, omdat mijn milt eruit gesneden moest worden. Het eerste wat mij opviel, was het cynisme van de artsen. Patiënten waren geen mensen, maar gevallen, waarover in deze trant gepraat werd: „Waar ligt de ontstoken galblaas?“ Iedere ochtend trok een stoet witjassen als een witte tornado door de zaal. De chirurg/professor en zijn assistenten plaatsten zich aan het voeteneinde van het bed, waar dan ook nog iemand in lag en begonnen elkaar in een onbegrijpelijke taal toe te spreken, soms een steelse blik werpend op de patiënt, die als een kleuter toegesproken werd. („Zo, vrouwtje, nog twee daagjes en u mag weer naar huis,“ of „Flink zijn, hoor.“) Precieze informatie werd bijna nooit gegeven. Terwijl je halverwege een vraag was, stond de stoet al weer bij het volgende bed. Daarom en omdat je je vragen onder indruk van die drukke geleerdheid vergeet, als je ze wilt stellen, had ik iets bedacht. Vóór de visite kwam, schreef ik al mijn vragen op in een klein boekje en die stelde ik dan aan de medicijnmannen, als ze aan mijn bed stonden. De antwoorden schreef ik (meestal daarna) ook op. Zo kon je een beetje kontrôle uitoefenen op wat er allemaal met je gebeurde. Alle vrouwen, die toen bij mij op zaal lagen, hebben mijn boekjes-methode overgenomen. De eerste keer, dat we massaal de methode toepasten, hoorde je overal vrouwen zeggen: „Ach, dokter, zegt u het nu maar, het is m’n eigen lijf.“ Schitterend was dat. We werden er allemaal vrolijk van, behalve de artsen. Die vonden zulke zelfbewuste vrouwen, die alles wilden weten, maar lastig.
Na de operatie moest ik dus bestraald worden: een zogenaamde mantelveld- en stambestraling met 4000 Rad. kobalt. En toen begon ik echt bang te worden, want er was me ooit op de Veegherkliniek (huidziekten) bij een allergie-onderzoek meegedeeld, dat ik allergies was voor kobalt. Dus zei ik dat en vroeg de radiologen bij de Veegherkliniek mijn status op te vragen. Dat deden ze niet. Wel werd ik — ondanks tegenstribbelen en tranen — verder onderzocht en afgetekend. Mijn toenmalige man heeft toen zelf mijn status bij huidziekten gehaald. En toen wilde men mij eindelijk uitleggen, dat ik allergies was voor kontakt met de stof kobalt, maar niet voor de stralen ervan. ‘Hè, hè, had dat nu niet meteen gezegd kunnen worden,’ denk je dan, nog nasnikkend.
- Bij de bezichtiging van het reusachtige, toen nog oude metalen bestralingsapparaat, in een geisoleerde, sombere betonnen bunker, vroeg ik naar de betekenis van een instelbaar nummer op de trechter van het monster. Het bleek de dosis en de richting van de straling aan te geven. Belangrijk dus voor iedere patiënt om te weten wat zijn/haar nummer was. Ik heb het mijne gevraagd, opgeschreven en nodig gehad, omdat ik eens ontdekte, dat het verkeerde nummer was ingesteld. Het kon gelukkig nog gekorrigeerd worden, maar zo worden de fouten gemaakt. Fouten, die niet nodig zijn, als de patiënten als mensen betrokken worden bij hun eigen genezingsproces.
Tijdens die bestraling (één behandeling met het telekobaltapparaat duurde 15 minuten, met de nieuwe apparatuur slechts 1 minuut) lag ik niet meer in het Radboudziekenhuis, maar in een verpleeginrichting: het Margrietpaviljoen. Het was daar een grote rotzooi, want i.v.m. een geplande verhuizing werd niets meer opgeknapt en ook het verplegend personeel was tamelijk gedemoraliseerd. Ik zal nu niet vertellen, wat ik daar gezien heb, omdat dat eigenlijl folklore ws en niet maatgevend voor zoiets als het gewoonlijk toegaat in een ziekenhuis.
Dus over naar de laatste fase: de chemo-therapie (pillen- en infusenkuur) met celremmers. De velbe-kuur, waar ik fysiek (bloed e.d.) goed op reageerde, maar waar ik depressief van werd. Des te erger was het, dat ik in die tijd een arts had, die absoluut niet meeleefde en die je bij ieder verhaal dat je over je ziekte deed het gevoel gaf, dat je uit je nek zat te kletsen. Precieze vragen werden afgedaan met de (onware) dooddoener: „Het gaat goed met u“. Het was in die tijd ook, dat ik — na het enkele malen vergeten van de pil — dacht zwanger te zijn. Tijdens het wachten op de uitslag van de kikkerproef vroeg ik aan de weinig meelevende arts wat de invloed van cytostatica op een eventuele vrucht zou zijn. Het antwoord was uiteraard: „Vernietigend.“ „U begrijpt, dokter, dat ik een abortus wil.“ „Maar dat doen wij hier nooit, mevrouw!“ Alleen dan bij rijke CIJA-dames zeker, onder het mom van curettage, zo heb ik naderhand gehoord. Maar goed, ik had hun diensten niet nodig, want ik bleek niet zwanger te zijn. De slechte relatie met de hierboven genoemde arts werd uiteindelijk met een fikse ruzie beëindigd. Op een gegeven moment moest ik naar de röntgen en i.p.v. de extra daartoe aangewezen verpleegster pakte ik zelf mijn status en liep de gang uit tot de haematoloog me met mijn status zag, die terugvroeg, maar ‘m van mij niet kreeg en toen kon het gebeuren dat een specialist en een patiënte ieder aan een kant van een status stonden te trekken. Met de hulp van de afdeling won de specialist, maar ik wilde de man niet meer als dokter en heb huilend van woede om een andere dokter gevraagd. Die kreeg ik, maar pas na een bestraffend toespraakje van de professor.
Inmiddels (begin 1974) was ik weer flink ziek geworden, met koorts, jeuk, moeheid. Afijn, de reeds bekende verschijnselen. Dus dacht en zei ik: ‘Ik heb weer Hodgkin.’ Die stoute gedachte werd in alle toonaarden ontkend. „Uw bloed is helemaal goed.“ Wat jammer nou, dat een van mijn ribben spontaan brak. „Heeft uw man u soms geslagen?“ „Nee, hoor, zo maar spontaan, tijdens een wandeling, gebroken. Is natuurlijk meer Hitchcock,“ zei ik nog. Eindeloze onderzoeken, totdat er een schitterende naam voor het verschijnsel uitrolde: het syndroom van Tietze, een verlegenheidsdiagnose dus. Toen ik teveel van deze Tietze wilde weten en alweer jankend over de bedroevende situatie van mijn toenmalige seksleven werd uitgehoord, werd ik naar een psychiater verwezen. Toen ik bij de zielekijker aan de beurt was, had men inmiddels inderdaad weer Hodgkin vastgesteld, alleen nu — door al dat getreuzel en omdat het in mijn botten zat — in een verder stadium. Daar zat ik bij de psychiater. Ik heb de goede man aangeraden, voortaan vooral de artsen te begeleiden en de rekening naar de professor haematologie te sturen.
Ik had dus gevraagd om openheid, maar niet om de openheid van de slager. Een week na de operatie aan mijn gebroken, steeds meer zwellende rib trok de stoet keuvelende artsen alweer naar het bed van mijn buurvrouw na enkele grapjes over mijn zwart verkleurde huid (restant bestraling), tot de hoogste witjas zich opeens omdraaide en zei: „A propos kind, ik heb zo juist de patholoog-anatoom gebeld en je hebt toch weer Hodgkin.“ Ik begon keihard te huilen, waarop de 15 man sterke stoet zich omdraait en om mijn bed gaat staan staren naar mij en een man de enorme vraag stelt: „Waarom huil je?“ „Waarom zou ik huilen, godver“. Waarom had met de mededeling niet even tot het bezoekuur gewacht kunnen worden, zodat de zaalarts mij en mijn man alles rustig had kunnen vertellen? Weer moest nu de hele litanie: operatie (was dus al gebeurd), bestraling, chemotherapie afgewerkt worden. En de tweede keer is alles veel erger omdat je van tevoren al weet hoe vervelend een bepaald onderzoek is. Weer struikelde ik over de radiologen, die me voortdurend verzekerden: „We have nothing to hide.“ Want ik was weer bang, nu voor het feit dat ik binnen twee jaar voor de tweede keer op dezelfde plek bestraald zou worden. En terecht, want bij aanvraag (met de status van de huisarts in de hand) in het Antonie van Leeuwenhoek-kankerinstituut bleek, dat dit me ooit nog eens mijn linker long kan kosten. Maar dat er anderzijds geen keuze was, dus maar weer onder de (nu heel moderne en snelle) kobaltbom. Als ik daar zo alleen in die kille, betonnen bunker doodstil onder zoveel duizend Rad. kobalt lag, probeerde ik me altijd voor te stellen, dat ik op het strand in de zon lag. Soms hielp het.
- Restte dus nog de chemotherapie en dan was ik ook van alles af. Want er was nú toch iets goeds ontwikkeld door de met zieke mensen begane farmaceutiese industrie. Dat was in één woord wonderbaarlijk. Als je dat kuurtje had gehad, kreeg je Hodgkin (een echte recidivist) nooit meer terug. Hoe erger de behandeling, des te sussender wordt er over gesproken, dus heette de MOPP (Mitoxine, Oncovine, Procarbazine en Prednizon)-kuur in het artsenjargon ‘het kuurtje’. En de bijverschijnselen? Echt te verwaarlozen, hoor. Wat misselijk en ‘n beetje haaruitval, dat was alles. Ik zie me nog dapper glimlachend zeggen: „0, dat red ik makkelijk,“ Maar het lachen verging me bij de kennismaking met het ‘kuurtje’. Er was me toch niet gezegd, dat ik dagenlang en ook ‘s nachts alles zou uitkotsen, wat ik kon uitkotsen en dat alles begon te draaien voor mijn ogen en zwart werd, bloedrood en zwart, tot ik wegzakte en mijn moeder me vond, zo koud, dat ze dacht, dat ik dood was. De toegesnelde huisdokter liet me met een ijlambulance naar de Radboud vervoeren. Daar werd een CVÁ (Cerero-Vasculair Accident) ofwel hersentrombose gekonstateerd. Vlak voor ik uit mijn drie dagen durende coma bijkwam, hoorde ik de medicijnmannen tegen elkaar zeggen, dat de MOPP-kuur alweer een slachtoffer had geëist. Toen ik bijgekomen was en die kennis gebruikte in gesprek met de dokter, werd het verband MOPP — CVA in alle toonaarden ontkend. Pas maanden later, toen weer een beetje kon lopen en ik erover door bleef zeuren, werd het verband toegegeven. Ik snap nog steeds niets van dat gedraai, waar is dat nu voor nodig. Stimuleert alleen maar het rote ongenoegen over alles wat met onze zo goed georganiseerde gezondheidszorg heeft te maken.
Tijdens mijn drie dagen durende coma heeft mijn mam als een zwerfkat, vol angsten door het ziekenhuis gezworven. Waarom was er niemand, die met die jongen praatte, hem een warm bed, warme soep en een willig oor aanbood? Toen hij het nieuws van mijn halfzijdige verlamming (normaal gevolg) van een CVA te horen kreeg, was hij dan ook meer van de kaart dan ik. Het drong in het begin nog niet zo goed tot me door, wat dat allemaal inhield. Zo kwam ik dus op de afdeling neurologie terecht. En meteen bij de dorpsgek van het akademisch ziekenhuis, de inmiddels overleden professor Prick. Na Latijn en Grieks prevelend een soort dans rond mijn bed uitvoerd te hebben, begon hij, neuroloog en ex-internist de stampvolle kamer een kollege te geven over mijn reticulose (de verouderde naam voor Hodgkin). Over mijn verlamming werd niet gesproken. Ter plekke sloot de tovenaar mijn Hodgkin over te nemen („Hier hebt hem, a.u.b. professor.“) en hij begon driftig recepten te schrijven met het verzoek aan broeder om mij de medicijnen meteen toe te dienen. Toen de laatste (gedwongen) meeloper het Prick-circus de kamer uit was (ik lag toen alleen op n kamer vanwege infektiegevaar), belde ik de broeder met vraag meteen mijn dokter op haematologie op te bellen met de mededeling: „Prick is bezig geweest met één van uw patiënten. Binnen vijf minuten stond de goede man met de spaarzame haren nog wapperend bij mijn bed. Hij las de recepten en zuchtte „In kombinatie met onze medicijnen zou het uw leven gekost hebben. Gelukkig, dat u een mondige patiënt bent.“ Van een agressieve patiënt was ik gepromoveerd tot een mondige!
- Zo lag lag ik dan heel zielig en verlamd mondig te wezen, toen besloten werd door te gaan met de MOPP-kuur, omdat ik nog steeds Hodgkin had. Pas na de stelligste verzekeringen over het goede resultaat van amtistollingsmaatregelen liet ik me overhalen weer te gaan MOPP-en. Op mijn verzoek om een euthanasie voor het geval ik ook nog eens rechtszijdig verlamd zou raken en als een zak aardappelen verder door het leven zou moeten, werd paniekerig gereageerd en werd me ‘largactil’ toegediend om te kalmeren. Er had natuurlijk ook serieus over gepraat kunnen worden.
- Verder verlamd werd ik niet, maar het grote kotsen begon weer, twee maanden lang, dag in dag uit, ook ‘s nachts kotsen, dat is om te kotsen. En de verplegers en verpleegsters bleven er even aardig en lief onder, als ik voor de zoveelste keer een pas opgemaakt bed weer bevuild had. Doordat ik verlamd was, kon ik niet altijd tijdig het bakje pakken. Ik heb een afschuw gehad van mezelf in die tijd. En de artsen reageerden weinig bewogen op mijn haat tegen MOPP. Tot één van hen toevallig binnenkwam, toen ik mijn galsappen aan het uitspuwen was. „Ja, dat het zo erg was, had ik niet gedacht.“ Zak, luister dan naar je patiënten. Een nog erger staaltje van artsen-eigengereidheid heb ik in die tijd op gynaecologie meegemaakt. Omdat de gewone anticonceptiepil voor mij als trombosepatiënt verboden was, werd ik met een plastieken zak om voor de kots in een rolstoel naar gynaecologie gereden. De grottenkijker, die me daar raad zou geven, was kennelijk erg geschrokken van de verhalen in mijn status en begon een heel verhaal, waarvan — ziek als ik was — weinig meer tot me doorgedrongen is dan de woorden ‘geringe levensverwachting’ en ‘sterilisatie’. Toen knikte ik met m’n hoofd, omdat ik juist weer moest kotsen en kennelijk is dat als een goedkeuring voor sterilisatie opgevat en ik werd weer weggereden. Aan mijn man, die zich even later bij de speleoloog vervoegde, werd meegedeeld, dat ik — in overleg (!) met de arts — besloten had me te laten steriliseren en wel vandaag nog. Daar was mijn man het niet mee eens en hij merkte op, dat een sterilisatie van hem misschien beter was, waarop de grottenkijker de geweldige blunder maakte met het antwoord, dat mijn man er rekening mee moest houden om over ongeveer vier jaar weduwnaar te zijn en dat zijn sterilisatie daarom niet overwogen werd.
Mijn man rende laaiend naar de afdeling en kon alles nog ongedaan maken, want ook de haematoloog was woedend en belde met stemverheffing naar de gynaecologie. Twee jaar later heb ik me inderdaad laten steriliseren, maar wel na een bij vol bewustzijn genomen besluit. Een vreemde bevolkingspolitiek houdt de Radboud er trouwens op na. Vóór gedwongen sterilisatie en tegen abortus, terwijl het net andersom zou moeten zijn. De leuze: „Voorbehoedsmiddelen, abortus, sterilisatie, de vrouw beslist“ van de internationale abortus-aktiedag op 31 maart j.l. zou met paarse letters op de muren van gynaecologie gekalkt moeten worden.
Hoe goed de verpleging op de neurologie-afdeling, waar ik lag, ook was, enkele dingen hebben me toch erg gehinderd. Op een gegeven moment kreeg ik van het ‘kuurtje’ hallucinaties. ‘s Morgens rond 5 uur zag ik precies voor me hoe mensen in de griekse en chileense gevangenissen gemarteld werden. Dus belde ik op een gegeven moment om de zuster om het weg te kunnen praten. „Nee, dat gaat niet, we moeten het ontbijt klaarmaken.“ Op sommige afdelingen was dat nog erger. Als de patiënten maar tussen de schone lakens liggen, dan mogen ze best ongelukkig zijn. Dat omgekeerd ook kan: „Tussen de niet zo schone lakens, maar voor zover mogelijk gelukkig, want begrepen“, is nog niet tot de hoge verpleegtechnici doorgedrongen. Enkele mooie voorbeeldjes van beroepsgedeformeerd taalgebruik: „Als jij mevrouw X afmaakt, dan maak ik mevrouw Y klaar. „Mag ik vandaag ook verse groenten?“ „Nee, u bent gepureerd vandaag.“ „En u bent een aardappel“, was mijn verbouwereerde antwoord. Iedere ziekenhuisganger kan dit eindeloos aanvullen.
Uiteindelijk, toen ik weer thuis was en maar bleef kotsen, heb ik zelf maar besloten, de MOPP-kuur voortijdig te staken. Dit besluit wekte bij de artsen geen verbazing. En ik moet zeggen, dat ik nu, nu het grootste leed geleden is, uitstekend begeleid word. Want er zijn nog steeds gevolgen van zowel de hersentrombose als van de MOPP-kuur. Van de ziekte van Hodgkin echter ben ik genezen, ook al was het dan na een lange lijdensweg.
Zo’n ziektegeschiedenis gaat je natuurlijk niet in je kouwe kleren zitten en waarom moet het ziekenhuis het je dan nog moeilijker maken door:
een paternalistiese, geheimzinnige houding, die naar mijn idee in het Radboudziekenhuis erger is dan in vergelijkbare ziekenhuizen in het westen.een betutteling, die tegenover vrouwen nog sterker is: „kindje′”, „vrouwtje′”, „waarom moet je dat weten, wil je man het soms weten?“ etc., etc.gedwongen inaktiviteit en onmondigheid van de patiënten, zozeer dat lopende patiënten niet eens hun eigen ontbijtboel mochten wegbrengen.
Door deze infantilisering (het tot kind maken) wordt bewustwording van de zieke m.b.t. zijn/haar kwaal en andere problemen tegengegaan, de hospitalisering in de hand gewerkt en de zieke dus langer ziek gehouden. En dat doet de diverse kassa’s weer rinkelen. Mijn verweer tegen de ziekenfabriek was alles precies te willen weten en hiervoor gebruikte ik de boven beschreven boekjesmethode. Verder vond ik veel steun bij medepatiënten en uit de keren, dat we samen iets met sukses ondernomen hebben, blijkt dat je samen sterk staat en dat geldt ook voor het ziekenhuis. Als ik langer op een afdeling had gelegen, in een beetje betere konditie, waren we wel tot zeen soort patiëntenkollektief gekomen. Per zaal, dan per afdeling patiëntenraden, dat zou niet gek zijn. Trouwens, patiënten kunnen elkaar vaak beter helpen dan het medies personeel, omdat ze dezelfde problemen zelf aan den lijve ondervinden. De medicijnenwinkel stuurt mij de Hodgkinpatiënten, die daar om raad komen vragen en zo heb ik al verschillende slapende honden wakker gemaakt. Bijvoorbeeld een Hodgkinpatiënt, die bij me kwam en die ook de MOPP-kuur zou krijgen. Hem was gevraagd: „Acht u uw gezin voltooid?“ Waarop de man, vader van twee kinderen, bevestigend had geantwoord en de artsen hem met een rustig geweten de MOPP-rotzooi toedienden zonder hem te vertellen, dat van dit ‘kuurtje’ mannen impotent en lange tijd onvruchtbaar worden en vrouwen frigide.
Tot slot nog iets, wat ik andere patiënten kan aanraden: hou kontakt met mensen buiten het ziekenhuis, probeer aktief te blijven, met je handen en/of je hoofd, maar vooral, laat je niet kisten, door niemand; niet door de professor, niet door de bedillerige hoofdzuster en niet door de overbezette verpleegkundige. Vertrouw op eigen kracht en op die van je medepatiënten, vrienden en vriendinnen, met wie je veel moet praten en op de steun van de bewuste verpleegkundigen.Marie-José Schunck 730 - Ziekenhuiservaringen van een kankerpatiënte](klein/Ziekenhuiservaringen_3.jpg)
Ziekenhuiservaringen van een kankerpatiënte
⇑
![Dubbelweefsel van Pierre J.A. Schunck - Pierre Schunck heeft zich in zijn laatste jaren vooral met handweven bezig gehouden. Bijzondere belangstelling had hij voor het dubbel weven, waarbij tegelijk twee in kleur contrasterende lagen stof worden geweven, die elkaar doordringen en zo een patroon vormen. Beroemde vormen daarvan zijn het „koptisch“ en het „fins“ weven. 243 - Dubbelweefsel van Pierre J.A. Schunck](klein/dubbelweefsel.jpg)
Dubbelweefsel van Pierre J.A. Schunck
⇑
![50 j. Schunck-Cremers - 3 okt 1986 - In Hotel Voncken, Valkenburg 404 - 50 j. Schunck-Cremers](klein/50Schunck-Cremers1986-1.jpg)
50 j. Schunck-Cremers
⇑
![50 j. Schunck-Cremers - 3 okt 1986 - In Hotel Voncken, Valkenburg 405 - 50 j. Schunck-Cremers](klein/50Schunck-Cremers1986-2.jpg)
50 j. Schunck-Cremers
⇑
![50 j. Schunck-Cremers - 3 okt 1986 - In Hotel Voncken, Valkenburg 406 - 50 j. Schunck-Cremers](klein/50Schunck-Cremers1986-Groepsfoto.jpg)
50 j. Schunck-Cremers
⇑
![Gerda Cremers - 312 - Gerda Cremers](klein/GerdaCremers.jpg)
Gerda Cremers
⇑
![Gerda Schunck-Cremers - 251 - Gerda Schunck-Cremers](klein/gcremers.jpg)
Gerda Schunck-Cremers
⇑
![Muziekschool Valkenburg viert robijnen jubileum - 09-11-1987Hulde aan mevrouw Schunck 700 - Muziekschool Valkenburg viert robijnen jubileum](klein/1987-11-09_40jaarMuziekschool0.jpg)
Muziekschool Valkenburg viert robijnen jubileum
⇑
![40 jaar Muziekschool Valkenburg - 09-11-1987Een terugblikGaarne wil ik van de gelegenheid gebruik maken om een voorwoord te schrijven in het jubileumboekje bij het 40-jarig bestaan van de Valkenburgse Muziekschool. - In de jaren twintig/dertig, toen ik zelf muziekonderwijs had in viool, piano en harmonieleer, was men daarvoor aangewezen op de muziekschool van Maastricht en moest men tweemaal per week met de trein reizen. Dit kostte veel tijd en geld, waardoor er naar weinig Valkenburgse kinderen in de gelegenheid waren muziekonderwijs te volgen. Toen ik later zelf kinderen kreeg, werd ik weer geconfronteerd met hetzelfde probleem. Hiervoor wilde ik een oplossing vinden. Mevrouw Hens, de echtgenote van de toenmaliqe Burgemeester van Valkenburg en ik kregen toen het idee om in Valkenburg een muziekschool op te richten. - De Directeuren van de muziekscholen van Maastricht, Heerlen en Kerkrade werden gevraagd om ons met raad en daad terzijde te staan en van hun ervaring mee te laten profiteren. - Allereerst was er natuurlijk geld nodig en werd er financiële hulp gevraagd aan de plaatselijke middenstand, bedrijven en particulieren. De eerste gift van ƒ 100,- was van Bierbrouwerij De Leeuw, een heel bedrag voor die tijd! - We hadden tenslotte genoeg bij elkaar om de huur van het toenmalige patronaatsgebouw in de Plenkert te betalen en een tweedehands piano en enkele meubels aan te schaffen.Het eerste bestuur werd als volgt samengesteld: - de Heer M.J. Ugler, Voorzitter (voormalig muziekleraar), de Heer J.H.H. Vroemen, Secretaris/Penningmeester (stationschef), Mevrouw M. Hens-Jahn, Mevrouw G. Schunck-Cremers, de Heer Curfs (onderwijzer te Houthem), kapelaan Hennekens en de Heer Verstegen (secretarie der gemeente Valkenburg-Houthem) als leden. - Lees meer… 701 - 40 jaar Muziekschool Valkenburg](klein/1987-11-09_40jaarMuziekschool1.jpg)
40 jaar Muziekschool Valkenburg
⇑
![40 jaar Muziekschool in Valkenburg 2 - ← 40 jaar Muziekschool in Valkenburg 1 - 09-11-1987 - vervolg De school werd officieel geopend op 9 november 1947 om 11.00 uur v.m. in het Patronaatsgebouw, waarbij diverse autoriteiten waren uitgenodigd. - De eerste direkteur van de muziekschool was de Heer J. Wolfs, die tevens pianoleraar was. Al spoedig konden we ook met viool-, ballet- en blaasinstrumentlessen beginnen. - In de loop der jaren is de muziekschool diverse malen verhuisd, o.a. naar Villa Alpha en naar een gebouw in de Grote Straat, dat inmiddels is afgebroken. - Na jarenlang aandringen en volhouden hebben we uiteindelijk van de gemeente een bescheiden subsidie ontvangen. Omdat de school duidelijk in een behoefte voorzag doch niet meer uit particuliere middelen en subsidie kon worden bekostigd, waren we tenslotte genoodzaakt om het beheer van de school over te dragen aan de gemeente. - Ofschoon ik niet meer in Valkenburg woon en daarom ook niet meer in het bestuur van de huidige gemeentelijke Muziekschool Valkenburg aan de Geul zit, voel ik mij er nog steeds nauw bij betrokken. - Ik wens haar nog veel goede muziekjaren toe.Landgraaf, november 1987.Mevrouw G. Schunck-Cremers
Samen zit er muziek inToen ik in 1979 benoemd werd tot Directeur van de Valkenburgse Muziekschool kon ik niet bevroeden, dat ik mij binnen deze school en haar gemeenschap zo spoedig zou thuisvoelen. - Een groot werkveld bleek nog braak te liggen, hetgeen voor mij een uitdaging was. - Talrijke gesprekken met gemeentebesturen waren noodzakelijk en resulteerden uiteindelijk dan ook in de vestiging van dependances te Eys, Mechelen, Partij en Klimmen. - Het bleef echter, ondanks alles, moeilijk werken, temeer daar er in de personele sfeer c.q. arbeidsverhoudingen nog veel diende te gebeuren. - Het was dan ook een grote verrassing voor Bestuur en ondergetekende dat per augustus 1982 de gemeente Valkenburg aan de Geul besloot de Stichting Muziekschool om te zetten in een Beheerscommissie ex artikel 61 der gemeentewet. - Met veel plezier denk ik terug aan de prettige wijze waarop met de gemeentebesturen van Valkenburg aan de Geul, Margraten, Voerendaal, Nuth, Wittem en Vaals gesprekken zijn gevoerd aangaande dienstverleningscontracten en het te volgen subsidiebeleid. - Ook de samenwerking met de bestuursleden is steeds zeer prettig. In alle ontwikkelingen met betrekking tot de expansiedrang hebben zij steeds stimulerend gewerkt. - Speciaal bij één bestuurslid wil ik even stilstaan en wel bij de persoon van de Heer Sjo Schurgers. Het was voor mij persoonlijk en ook voor onze school een zeer groot verlies toen hij kwam te overlijden. Wekelijks liep hij bij mij binnen. Ontelbare malen zijn wij samen op pad geweest in de regio.Wanneer men bij bovenstaande beschouwing in overweging neemt, dat het zeer veel energie heeft gekost, zowel van gemeentewege als van de school teneinde een constructie van de grond te krijgen … 702 - 40 jaar Muziekschool in Valkenburg 2](klein/1987-11-09_40jaarMuziekschool2.jpg)
40 jaar Muziekschool in Valkenburg 2
⇑
![1992 Jubileum bij de Kurkapel - Pierre Schunck werd op 14 maart 1967 gekozen tot bestuurslid van de Kur-Kapel Falcobergia in Valkenburg - Op 7 januari 1968 werd hij tot waarnemend voorzitter benoemd. - Krantenknipsel, waarschijnlijk uit 1992, want hij stierf in 1993 op 86-jarige leeftijd: - De 85-jarige Pierre Schunck is door de Federatie Katholieke Muziekgezelschappen onderscheiden met de zilveren erespeld met oorkonde. Schunck vierde zijn 25-jarig jubileum bij de Harmonie Kur-Kapel Falcobergia in Valkenburg. Hij was 12 jaar voorzitter en bijna 13 jaar erevoorzitter. De jubilaris schonk op de feestavond een aantal archiefstukken uit 1895 aan de vereniging. De Kurkapel huldigde tevens Jos Braam, die 12½ jaar lid is. 860 - 1992 Jubileum bij de Kurkapel](klein/1992_Jubilaris.jpg)
1992 Jubileum bij de Kurkapel
⇑
![Gerda Cremers kort na het overlijden van haar man - Op het kerkhof aan de Cauberg in Valkenburg. 1005 - Gerda Cremers kort na het overlijden van haar man](klein/107jaar.jpg)
Gerda Cremers kort na het overlijden van haar man
⇑
![Aachener Bachverein - In dit koor zong Angelika enthousiast mee tot dat niet meer ging vanwege haar ataxie. 246 - Aachener Bachverein](klein/bach.jpg)
Aachener Bachverein
⇑
![Marie-José Schunck - 249 - Marie-José Schunck](klein/mjschu.jpg)
Marie-José Schunck
⇑
![Marie-José Schunck - In Mook t.g.v. de verjaardag van haar moeder in 2001 253 - Marie-José Schunck](klein/verjma35.jpg)
Marie-José Schunck
⇑
![Marie-José Schunck - Deze foto stond ook op haar „bidprentje“. - Opgenomen in Mook t.g.v. de verjaardag van haar moeder in 2001 257 - Marie-José Schunck](klein/MJ_Schunck.jpg)
Marie-José Schunck
⇑
![POP Art van Gerda Tekstra - Terugblik op een poppenleven - 4 december 2016 t/m 15 januari 2017 - BovenzaalMet deze tentoonstelling geeft Gerda Tekstra het publiek een levendige inkijk in de boeiende fantasiewereld van sprekende en bewegende poppen. Na 37 jaar als poppenspeelster voorstellingen te hebben gegeven met haar poppentheater Piepmuis, resteren nu de herinneringen, de theaterpoppen, de bijbehorende objecten en de fantasievolle decorstukken.Gerda Tekstra schreef haar eigen verhalen en liedjes, ze maakte haar eigen poppen en ontwierp ook haar eigen decors. De gebruikte handpoppen werden veelal gemaakt van papier-maché, maar soms ook van stof of nylon kousen. Ze werden door haar speciaal bedacht en ontworpen voor de karakters die de poppen in het poppenspel moesten vertolken.Afgelopen zomer bracht Gerda Tekstra met poppentheater Piepmuis voor de laatste keer haar poppen tot leven tijdens haar afscheidsvoorstelling in het Valkenburgse Openluchttheater, waarin ze de afgelopen decennia meer dan zeventig keer heeft opgetreden.De opening van de tentoonstelling in Museum Land van Valkenburg wordt zondag 4 december 2016 om 15.00 uur verricht door drs. Jos Frusch, directeur van Openluchttheater Valkenburg.De activiteiten van Museum Land van Valkenburg worden mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Valkenburg aan de Geul en de vele Begunstigers en Vrienden van het museum. - Bezoekadres / Visiting address / Besucheradresse / Adresse de visite - Museum Land van Valkenburg - Grotestraat Centrum 31 - 6301 CW Valkenburg aan de Geul - www.museumlandvanvalkenburg.nl - Tel: +31 (0)143 601 63 94 - info@museumlandvanvalkenburg.nl 663 - POP Art van Gerda Tekstra](klein/gerda_tekstra_popart_flyer.jpg)
POP Art van Gerda Tekstra
⇑
![Joke Brouwers - Fotomontage, gemaakt door Maaike als afscheid van Joke. Hij staat zo ook op het bidprentje 542 - Joke Brouwers](klein/bidprentje_joke.jpg)
Joke Brouwers
⇑
![Afscheid van Joke Brouwers - Tekst van het bidprentje van Joke 543 - Afscheid van Joke Brouwers](klein/20131205_bidprentje_JokeBrouwers.jpg)
Afscheid van Joke Brouwers
⇑
![Uitreiking Bul Christine Schunck - Op 28-03-2019 verdedigde Christine Schunck in de Aula van de Radboud-Universiteit in Nijmegen haar proefschrift „Intolerante Tolerantie – De geschiedenis van de katholieke missionering op Curaçao [1499-1776]“ 974 - Uitreiking Bul Christine Schunck](klein/2019-03-28_UitreikingBulChristineSchunck.jpg)
Uitreiking Bul Christine Schunck
⇑
![Vrouw promoveert op haar 76e - Het Antilliaans Dagblad schreef over de promotie van Christine Schunck op 28-03-2019: „Ze is daarmee waarschijnlijk de een-na-oudtste promovenda in Nederland.“ 975 - Vrouw promoveert op haar 76e](klein/2019-03-28_ADpromotieChristine.jpg)
Vrouw promoveert op haar 76e
⇑
![Intolerante Tolerantie - Op donderdag 28 maart 2019 promoveerde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen de oudste promovenda ooit, Christine Schunck. Haar proefschrift droeg de titel Intolerante tolerantie. De geschiedenis van de katholieke missionering op Curaçao 1499-1776. Haar promotors waren prof. dr. F.J.S. Wijsen en prof. dr. P.J.A. Nissen. Zij gaat in op de vraag, hoe het mogelijk was dat de calvinistische Westindische Compagnie op Curaçao de slaven katholiek liet dopen. Bij de lectuur komt men tot de ontdekking, dat het woord gedogen en heel wat andere dingen die nu deel van onze cultuur uitmaken, toen uitgevonden moeten zijn. - ISBN 978 90 5625 504 6 Omvang 404 blz. Formaat 16 × 24 cm. Prijs €22,50 - Meer inhoudelijke informatie op https://valkhofpers.nl/intolerante-tolerantie - Christine: Mijn hele leven in enkele centimeters kleur: valkhofplaatje voor studententijd, schoolbord voor lesgeven en landhuis Curaçao voor het wetenschappelijk werk. 910 - Intolerante Tolerantie](klein/2019-03-28_IntoleranteTolerantie.jpg)
Intolerante Tolerantie
⇑
![Bul Christine Schunck - Hoc a maioribus nostris sapienti consilio institutum est, ut scientiarum omni genere studiosi academicis disquisitionibus rite peractis, honorificum peterent industriae atque eruditionis testimonium. 911 - Bul Christine Schunck](klein/2019-03-28_BulChrSchunck.jpg)
Bul Christine Schunck
⇑
![Jan, de blauwe vlinder - Bij gelegenheid van haar laatste bezoek aan Jan zei zijn zus Gerda, dat ze op vakantie wilde gaan. Jan zei daarop tegen haar: „Dan kom ik jullie opzoeken. Let maar op een blauwe vlinder.“ Deze vlinder heeft Paul op Jans sterfdag, vlak na zijn overlijden, van een reclamebord opgenomen. Is dit nu de laatste foto van Jan? 909 - Jan, de blauwe vlinder](klein/2019-03-30_BlauweVlinderJan.jpg)
Jan, de blauwe vlinder
⇑
![Jan Schunck, Curaçao - Foto voor de rouwbrief van Jan 908 - Jan Schunck, Curaçao](klein/2019-04-06_JanSchunckCuracao.jpg)
Jan Schunck, Curaçao
⇑
![Afscheid van Jan door Patrick - Tijdens de rouwplechtigheid op 06-04-2019 in de Oude Kerk van Ermelo. Voor ingelogde familieleden bestaat de mogelijkheid, Patricks afscheidswoorden nog een keer na te lezen. 912 - Afscheid van Jan door Patrick](klein/2019-04-06_Patrick.jpg)
Afscheid van Jan door Patrick
⇑
![Afscheid van Jan door vriend en collega Hemert - Tijdens de rouwplechtigheid op 06-04-2019 in de Oude Kerk van Ermelo. Voor ingelogde familieleden bestaat de mogelijkheid, Hemerts afscheidswoorden nog een keer na te lezen. 913 - Afscheid van Jan door vriend en collega Hemert](klein/2019-04-06_Hemert.jpg)
Afscheid van Jan door vriend en collega Hemert
⇑
![Afscheid van Jan door zijn broer Leo - Tijdens de rouwplechtigheid op 06-04-2019 in de Oude Kerk van Ermelo. Voor ingelogde familieleden bestaat de mogelijkheid, Leos afscheidswoorden nog een keer na te lezen. 914 - Afscheid van Jan door zijn broer Leo](klein/2019-04-06_Leo.jpg)
Afscheid van Jan door zijn broer Leo
⇑
![Ingang Bronsdalgroeve 2019 - Cammaert schrijft in zijn proefschrift:Tot de zomer van 1944 bleef de duikherberg in gebruik. In juli van dat jaar verplaatsten de Duitsers enkele produktieonderdelen van Philips, zoals de fabricage van radio-ontvangstapparatuur, van Eindhoven naar de bombestendige mergelgrotten van Zuid-Limburg. Een van de nieuwe vestigingsplaatsen lag in de onmiddellijke nabijheid van de duikherberg.Hij had het over de Bronsdalgroeve. 967 - Ingang Bronsdalgroeve 2019](klein/20190812_Bronsdalgroeve_1.jpg)
Ingang Bronsdalgroeve 2019
⇑
![Bovengrondse resten Bronsdalgroeve 2019 - De bevrijdingsfolder 2019 van de VVV Valkenburg vermeldt over de ondergrondse fabrieken van de Organisation Todt: In de Heidegroeve werd vanaf de zomer van 1944 een fabriek van de Philips Valvo Werke uit Aken gevestigd. Hier werd door 900 (dwang)-arbeiders gewerkt aan de productie van radio-ontvangst- en zendapparatuur voor het experimentele (Junkers) JU-388 vliegtuig. … - In de Bronsdalgroeve werd vanaf het voorjaar van 1944 door de Duitsers begonnen met het geschikt maken van de groeve voor de huisvesting van een oorlogsfabriek, waar maandelijks zo’n 250 BMW 801 vliegtuigmotoren moesten worden gereviseerd - Dat lijkt aannemelijker dan wat Cammaert schrijft omdat Aken dichterbij is dan Eindhoven. De Heidegroeve ligt een paar kilometer verderop, aan de Plenkertstraat in Valkenburg.Ook op Streetview kunnen we de bovengrondse resten van de fabrieksinstallatie voor de Bronsdalgroeve nu nog bekijken. 968 - Bovengrondse resten Bronsdalgroeve 2019](klein/20190812_Bronsdalgroeve_2.jpg)
Bovengrondse resten Bronsdalgroeve 2019
⇑
![Groeve „Achter de Kalkbranderij“ 2019 - In het midden een oude kalkoven, links en rechts daarvan ingangen van de groeve. In het terrein ervóór zijn nog de fundamenten van de kalkbranderij te zien, waarnaar deze groeve is genoemd.Er waren twee geheel van elkaar onafhankelijke grotten. De eerste grot, vanuit Valkenburg gezien, lag achter de kalkoven en was zeer regelmatig aangelegd in vierkante vakken en in deze eeuw gevormd als blokbrekersgroeve. De enige ingang lag voor iedereen open en bloot zichtbaar. De tweede grot lag onder de fruitweide van mijn vader en was niet bestemd voor mergelwinning. - Zijn ingang lag vrijwel verscholen in het groen, slechts via een steile helling bereikbaar. Voor de ingang lag het huisje van Sjir Jansen (DB), een zeer eenvoudig man, maar een vent van goud, betrouwbaar tot en met. In het verleden was deze grot in gebruik bij de paters Montfortanen uit Meerssen en op vrije dagen kwamen de studenten daar muurschilderingen maken en hadden zij zich ook vermaakt om een kapel na te bootsen, zoals deze zich uit de franse tijd noch bevinden in de Valkenburgse en Geulhemse grotten.Ook nu is de grot weer geheel door struikgewas aan het oog onttrokken. 969 - Groeve „Achter de Kalkbranderij“ 2019](klein/20190812_Kalkoven.jpg)
Groeve „Achter de Kalkbranderij“ 2019
⇑
![† Jo Vossen - 1024 - † Jo Vossen](klein/2022-02-06_JoVossen.jpg)
† Jo Vossen