Vader Jost vraagt inlichtingen

 

1949-12-01
Hans Jost
Door deze brief weten we, wie de dode soldaat in de voortuin van Regina Pacis was.

---

FRITZ JOST
GRÜNSTADT, 1.12.1949.


Aan de
De heer burgemeester
Valkenburg/Holland

Geachte heer burgemeester!

Neemt u mij niet kwalijk dat ik u vandaag lastig val met een zaak die mij en mijn familie na aan het hart ligt. Mijn zoon Hans J o s t, geboren op 5 februari 1923, werd op 15 september 1944 bij het oversteken van een betonnen brug over een beek nabij het Valkenburgse klooster in zijn nek geschoten. Het slachtoffer kon 14 dagen lang niet begraven worden omdat hij tussen de twee stellingen lag. Dit werd pas mogelijk toen de troepen weg waren en werd vermoedelijk gedaan door de kloosterbewoners die hier beleefd om waren gevraagd. Wij zouden u zeer erkentelijk zijn als u mij informatie zou kunnen verschaffen over de begraafplaats van mijn zoon. Ik ben van plan om in de zomer van 1950, indien redelijkerwijs mogelijk, naar Valkenburg te komen om het graf te bezoeken.
Bij voorbaat hartelijk dank voor uw inspanningen.

Fritz Jost
Grünstadt
Rheinpfalz
Schließfach 60

Het gaat hier om het toenmalige klooster van de benedictinessen Regina Pacis aan de Geul. Want dat is het enige klooster dat aan de beschrijving voldoet. Maar vreemd genoeg werden juist deze nonnen niet ondervraagd door de gemeente (zie het antwoord op deze brief). Dat zou trouwens niets hebben opgeleverd, want net als de meeste Valkenburgers zaten ook deze „slotzusters“ in de onderaardse kalkgroeves oftewel mergelgrotten in Valkenburg.
De vader geeft aan als overlijdensdatum 15 september 1944. Maar toen waren de bruggen in Valkenburg al opgeblazen. Daarom is de dag ervoor, toen het Amerikaanse leger Valkenburg tot aan de Geul bevrijdde, waarschijnlijker. Deze datum staat op zijn grafkruis.
De gevechten in Valkenburg duurden drie dagen, niet 14, zoals zijn vader blijkbaar was verteld.