text, no JavaScript Log in  Deze pagina in het NederlandsDiese Seite auf DeutschThis page in English - ssssCette page en FrançaisEsta página em Portuguêsnaar boventerug

De namen op de muren

Wikimedia

Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu

  1. Mensen
  2. Gebeurtenissen/ Achtergronden
  3. Verzetsgroepen
  4. Steden & Dorpen
  5. Concentratiekampen
  6. Valkenburg 1940-1945
  7. Lessen uit het verzet

Lessen uit het verzet

Achteraf is het altijd gemakkelijk te zeggen, waar en waarom dingen soms mis gelopen zijn of juist heel succesvol waren.
De meesten van ons hopen, dat de tijd van het nationaalsocialisme nooit zal terugkomen. Aan de weinigen die dat wel willen, zijn deze regels niet besteed. Helaas neemt hun aantal weer toe, en vooral ook het aantal mensen, die een gemakkelijke prooi zijn van slogans, die veel op die van de nazi´s lijken. Praatjes van haat en angst voor alles wat anders is. Misschien moeten we ons toch zorgen maken dat onze democratie het aflegt tegen autoritaire stromingen en dat we weer een dictatuur krijgen? Des te meer reden, om lessen te trekken uit het verzet tegen de nationaalsocialisten tijdens de bezetting. Uit hun fouten en uit hun successen. Wanneer dan toch rechtspopulisten of andere vijanden van de democratie aan het roer komen, dat we dan sommige dingen beter kunnen aanpakken.

| Schriftelijke sporen | Het ziekenhuis in Heerlen | De gebrekkige hulp aan de Limburgse joden en de bijna volledig achterwege gebleven hulp aan de Limburgse Sinti | Verzetsnamen | De veiligheidsstuctuur van de groepen | Militaire trainingskampen in de bossen van Noord-Limburg | Overvallen op distributiekantoren | Gewoon pech? |

naar boven Schriftelijke sporen

We beginnen met een punt uit de herinneringen van Pierre Schunck over het verzet, die ook aan het begin van deze website stonden. Daarin schreef hij over het feit, dat de koerierster Wielke Cremers op haar tochten altijd briefjes meekreeg: Maar dat er briefjes doorgingen, vond ik verkeerd, er werd teveel geschreven.

Er werden ook mensen gearresteerd met illegale kranten en lijsten van de ontvangers. Zie Het gevaar van lijsten

Er zijn door sommige mensen dagboeken geschreven. Dat ging niet altijd goed.

  • Tijdens het transport naar Duitsland slaagden twee kampbewoners erin te ontsnappen. Een van hen had gedurende zijn verblijf in het kamp in het bos een dagboek bijgehouden. Dat werd W.H. Heber (Willem Heber) en M.J.A. Rutten (Mathijs Rutten) noodlottig. Zij werden op 17 september opgepakt. Heber overleed op 25 maart 1945 in Mauthausen en Rutten op 31 mei 1945 te Bergen-Belsen.
    Dr. F. Cammaert, Het Verborgen Front – 6. De Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers, p.610
  • Mevrouw Hooijer leidde het verzetswerk op “De Bedelaar” met vaste hand. Blijkens een door haar bijgehouden dagboek deed ze het graag en stak ze er veel energie in. In een door mannen gedomineerde verzetswereld bevestigde haar vastberaden en zelfstandig optreden de onmisbare rol en taak die zoveel vrouwen in de schaduw vervulden. Ze deed nauwgezet en met een scherp analytisch inzicht verslag van haar wederwaardigheden. Door het consequent bijhouden van een dagboek schiep ze een zeldzaam en waardevol document humain.
    Dr. F. Cammaert, Het Verborgen Front – 3. Hulpverlening aan uit Duitsland ontvluchte (Franstalige) krijgsgevangenen, p.179.
    Dat is waar. Maar we kunnen ons ook voorstellen wat er was gebeurd, wanneer dat dagboek in verkeerde handen was gevallen.

naar bovenHet ziekenhuis in Heerlen

Het is bijna allemaal goed gegaan in het St. Josefziekenhuis van Heerlen. Maar er werd bijna vanzelfsprekend hoog ingezet, door iedereen die eraan meedeed. Dat de oprichting van het district Heerlen van de L.O. hier plaatsvond, was niet zo spectaculair. In een ziekenhuis gaan voortdurend allerlei mensen in en uit. Maar dat er een hele verdieping onzichtbaar werd gemaakt, waar Joden en andere onderduikers of neergestorte geallieerden werden verzorgd en ook tijdelijk woonden, waar een joods kindje werd geboren met de hulp van een joodse vroedvrouw, dat mag zeker spectaculair worden genoemd. Dat werkte alleen, omdat iedereen meedeed en of zweeg. Vooral ook de nonnen (Kleine Zusters van de Hl. Joseph).
De chefarts Karel van Berckel heeft het helaas niet overleefd. Het is nooit duidelijk geworden, of de arrestatie en daarop volgende bevrijding uit het ziekenhuis van de koerier Theo Crijns, het verzetswerk van zijn dochter Charlotte of iets anders oorzaak van zijn arrestatie zijn geworden. Maar het ondergrondse werk in het ziekenhuis ging gewoon door.
Lees meer: St. Josefziekenhuis in Heerlen

naar boven De gebrekkige hulp aan de Limburgse joden en de bijna volledig achterwege gebleven hulp aan de Limburgse Sinti

  • Eigenlijk had iedereen het moeten zien aankomen, ook de joden zelf. Maar de meesten konden niet geloven, wat Hitler al lang voor de oorlog in Mein Kampf had geschreven. Men geloofde liever, toen de deportaties op gang kwamen, dat het om een gedwongen emigratie ging, een nieuwe Babylonische ballingschap. Bovendien zat de angst er goed in na het gewelddadige neerslaan van de Februaristaking. Zo was er weinig verzet, toen buren uit hun huizen werden gehaald. Later kwam de redding van vooral Joodse kinderen naar Limburg toch op gang, voogral door de Groep NV. Bij de bevrijding zou blijken, dat daardoor de provincie Limburg meer Joodse inwoners had dan bij het begin van de oorlog.
  • Na de joden waren de zogenaamde asocialen aan de beurt. Woonwagenbewoners kregen een reisvebod en daardoor een werkverbod. Daaronder waren veel Sinti. Aanvankelijk werden die nog als Ariërs beschouwd, in tegenstelling tot de later in Nederland gearriveerde Roma uit de Balkan. Zij werden gedwongen zich in centrale woonwagenkampen te vestigen. Toen zij werden gedeporteerd, was daar nog minder hulp tegen. Men wist het meestal niet eens, want wie had er nou contact met zigeuners?
    In Beek is een plaquette die daaraan herinnert met de titel: Wij lieten hen gaan. Luister naar het gelijknamige tweeluik:
    https://www.vpro.nl/speel~POMS_VPRO_418675~wij-lieten-hen-gaan-1-het-spoor-terug~.html

Lees meer: De genocide op de Limburgse Joden | De genocide op de Limburgse Sinti

naar boven Verzetsnamen

Sommige verzetslieden waren bij hun medestanders alleen bekend onder hun verzetsnaam. Dat bood een verhoogde mate van bescherming wanneer iemand onverhoopt gearresteerd zou worden. Want die wist dan niet meer dan die schuilnaam. Vooral in het Grote Gebod, een van de eerste werken die over het verzet zijn geschreven, komen we veel van die namen tegen. Op bijeenkomsten na de oorlog bleven de voormalige verzetsmensen elkaar gewoontegetrouw zo noemen.
Helaas werd deze praktijk op den duur niet consequent gebezigd, zodat de Sicherheitspolizei soms door marteling ook namen aan de weet kwam, hoewel er niets op papier stond.
https://www.lo-lkp.nl/het-grote-gebod-i/i-de-landelijke-organisatie-voor-hulp-aan-onderduikers/de-beursgeschiedenis-van-de-lo-blz-3-53.html

naar boven De veiligheidsstuctuur van de groepen

Een ander veiligheidsmechanisme, dat vooral in België werd gebruikt, was de cloisonnement, wat zoveel betekent als de indeling in afzonderlijke hokjes.
Vooral het spionagenetwerk Clarence had zo een gesloten celstructuur. Een lid kende alleen de persoon boven hem of haar en de personen onder hem of haar. Dus niemand van hetzelfde niveau. Men mocht ook geen lid zijn van meerdere verzetsgroepen, men mocht niet verschillende soorten van verzetsactiviteiten ontplooien. Hoe minder de leden van elkaar wisten, hoe veiliger dat was voor de hele groep. Het was immers nooit uitgesloten dat de Abwehr (Duitse contraspionagedienst) een lid zou oppakken dat door martelingen tot bekentenissen zou overgaan.
Dat principe werd soms niet zeer strikt gehandhaafd. Twee monniken in Valdieu losten het bijvoorbeeld elegant op, doordat de een in de groep Erkens meewerkte, de ander in Clarence. Maar die monniken, Karel Jacobs en Piet Muhren, waren niet de reden, waarom het mis ging. De reden was vooral het te grote vertrouwen dat Erkens en Renkin in de nazi-indringers stelden, ook nadat medestanders hun verdenkingen hadden geuit.
Meer over de Clarencegroep in de Voerstreek, de huidige gemeente Voeren, kunt u lezen in de korte levensbeschrijving van de huisarts Jules Goffin, leider van Clarence aldaar.

In Nederlands Limburg was dit principe vrijwel onbekend. Het zou in kleine plaatsen bovendien moeilijk geweest zijn door te voeren, want iedereen deed alles, bovendien waren vooral in Noord-Limburg mensen vaak bij meer dan één netwerk aangesloten, bijvoorbeeld L.O. en O.D.

naar boven Militaire trainingskampen in de bossen van Noord-Limburg

Er werden vanaf 1943 in de bossen van Noord-Limburg kampen opgezet om de grote toevloed aan onderduikers te kunnen verwerken. Het lag voor de hand, dat oud-militairen op het idee kwamen, dit potentiaal te gebruiken en er militaire trainingskampen van te maken. Dat was ook goed tegen de verveling. Men hoopte bij de bevrijding zich bij de geallieerden te kunnen aansluiten. Het ontbrak die ondergedoken jongens niet aan goede wil, maar wel aan ervaring en voorzichtigheid. Sommigen probeerden in de dorpen in de buurt indruk te maken en kletsten. Het duurde niet lang, tot iedereen ervan wist. Ook de NSB. Kees Krans werd daarvan het slachtoffer.
Ook door andere overmoedige onderduikers werden onnodige risico’s genomen, waarvan zij zelf en anderen de dupe werden.
Lees meer:

naar boven Overvallen op distributiekantoren

Die overvallen waren nodig om aan rantsoenkaarten en zegels voor onderduikers te komen. Ze hadden soms meer en soms minder succes. Steeds met een aanwijsbare oorzaak.

  • Begin september 1944 raakte Guelen betrokken bij een plan om het distributiekantoor van Berlicum te overvallen. Nog voor het zo ver kwam, liep hij door onvoorzichtigheid van een collega tegen de lamp.
    Dr. F.Cammaert bij de onthulling van de plaquette met namen bij het carillon aan het verzetsmonument • TV ValkenburgHet carillon
  • De overval op het distributiekantoor in Heerlen vond wel plaats. Wat daarbij opvalt: die actie was niet gepland in samenwerking met de L.O., maar door de knokploeg alleen. Hij was gewelddadiger en leverde niets op. Bovendien staat het niet vast of Nitsch door de overval van 9 maart kapelaan Berix op het spoor kwam.
    Lees meer: De overval op het distributiekantoor in Heerlen
  • Veel succes had de overval in Valkenburg. Reden: iedereen werkte vlekkeloos samen, ook de LO deed van binnen uit mee en de politieman J.H. op de Ven nam door onder te duiken alle schuld op zich. De overval was bovendien nodig, om de ambtenaren Willem Freysen, Victor Willems en Annie Cremers te beschermen.
    Lees meer: De overval op het distributiekantoor in Valkenburg

naar boven Gewoon pech?

Iedereen die, opzettelijk of niet, in een situatie terechtkomt waarin hij of zij weerstand moet bieden aan een allesoverheersende onderdrukker, neemt altijd een risico. De meeste mensen zijn op zoiets niet voorbereid. Zoals we hierboven kunnen zien, was het gevolg tijdens de Tweede Wereldoorlog vaak dat de gevaren volledig onderschat werden, of de eigen capaciteiten overschat.

Soms moesten er liquidaties worden uitgevoerd, waarvoor bij de LO/LKP altijd toestemming moest worden verkregen van de districtsleiding. De voormalige beroepsmilitairen van de O.D. voelden zich hier vaak niet aan gebonden en liquideerden zonder toestemming. Dit leidde bijvoorbeeld tot de dood van boer Kees Krans.
Een andere liquidatie was niet alleen zinloos, maar een regelrechte wraakmoord op de dag van de bevrijding van Valkenburg. Hij werd uitgevoerd door een paar jongens die beweerden bij de OD te horen. De schutter werd later vrijgesproken omdat de rechtbank bewezen achtte dat hij te goeder trouw had gehandeld, in de mening dat er een geallieerd standrechtelijk vonnis was.
Lees meer: De moord op de landwachter.