![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Achteraf is het altijd gemakkelijk te zeggen, waar en waarom dingen soms mis gelopen zijn of juist heel succesvol waren.
De meesten van ons hopen, dat de tijd van het nationaalsocialisme nooit zal terugkomen. Aan de weinigen die dat wel willen, zijn deze regels niet besteed. Helaas neemt hun aantal weer toe, en vooral ook het aantal mensen, die een gemakkelijke prooi zijn van slogans, die veel op die van de nazi´s lijken. Praatjes van haat en angst voor alles wat anders is. Misschien moeten we ons toch zorgen maken dat onze democratie het aflegt tegen autoritaire stromingen en dat we weer een dictatuur krijgen? Des te meer reden, om lessen te trekken uit het verzet tegen de nationaalsocialisten tijdens de bezetting. Uit hun fouten en uit hun successen. Wanneer dan toch rechtspopulisten of andere vijanden van de democratie aan het roer komen, dat we dan sommige dingen beter kunnen aanpakken.
| Schriftelijke sporen | Het ziekenhuis in Heerlen | De gebrekkige hulp aan de Limburgse joden en de bijna volledig achterwege gebleven hulp aan de Limburgse Sinti | Verzetsnamen | De veiligheidsstuctuur van de groepen | Militaire trainingskampen in de bossen van Noord-Limburg | Overvallen op distributiekantoren | Gewoon pech? |
We beginnen met een punt uit de herinneringen van Pierre Schunck over het verzet, die ook aan het begin van deze website stonden. Daarin schreef hij over het feit, dat de koerierster Wielke Cremers op haar tochten altijd briefjes meekreeg: Maar dat er briefjes doorgingen, vond ik verkeerd, er werd teveel geschreven.
Er werden ook mensen gearresteerd met illegale kranten en lijsten van de ontvangers. Zie Het gevaar van lijsten
Er zijn door sommige mensen dagboeken geschreven. Dat ging niet altijd goed.
Het is bijna allemaal goed gegaan in het St. Josefziekenhuis van Heerlen. Maar er werd bijna vanzelfsprekend hoog ingezet, door iedereen die eraan meedeed. Dat de oprichting van het district Heerlen van de L.O. hier plaatsvond, was niet zo spectaculair. In een ziekenhuis gaan voortdurend allerlei mensen in en uit. Maar dat er een hele verdieping onzichtbaar werd gemaakt, waar Joden en andere onderduikers of neergestorte geallieerden werden verzorgd en ook tijdelijk woonden, waar een joods kindje werd geboren met de hulp van een joodse vroedvrouw, dat mag zeker spectaculair worden genoemd. Dat werkte alleen, omdat iedereen meedeed en of zweeg. Vooral ook de nonnen (Kleine Zusters van de Hl. Joseph).
De chefarts Karel van Berckel heeft het helaas niet overleefd. Het is nooit duidelijk geworden, of de arrestatie en daarop volgende bevrijding uit het ziekenhuis van de koerier Theo Crijns, het verzetswerk van zijn dochter Charlotte of iets anders oorzaak van zijn arrestatie zijn geworden. Maar het ondergrondse werk in het ziekenhuis ging gewoon door.
Lees meer: St. Josefziekenhuis in Heerlen
Lees meer: De genocide op de Limburgse Joden | De genocide op de Limburgse Sinti
Sommige verzetslieden waren bij hun medestanders alleen bekend onder hun verzetsnaam. Dat bood een verhoogde mate van bescherming wanneer iemand onverhoopt gearresteerd zou worden. Want die wist dan niet meer dan die schuilnaam. Vooral in het Grote Gebod, een van de eerste werken die over het verzet zijn geschreven, komen we veel van die namen tegen. Op bijeenkomsten na de oorlog bleven de voormalige verzetsmensen elkaar gewoontegetrouw zo noemen.
Helaas werd deze praktijk op den duur niet consequent gebezigd, zodat de Sicherheitspolizei soms door marteling ook namen aan de weet kwam, hoewel er niets op papier stond.
https://www.lo-lkp.nl/het-grote-gebod-i/i-de-landelijke-organisatie-voor-hulp-aan-onderduikers/de-beursgeschiedenis-van-de-lo-blz-3-53.html
Een ander veiligheidsmechanisme, dat vooral in België werd gebruikt, was de cloisonnement, wat zoveel betekent als de indeling in afzonderlijke hokjes.
Vooral het spionagenetwerk Clarence had zo een gesloten celstructuur. Een lid kende alleen de persoon boven hem of haar en de personen onder hem of haar. Dus niemand van hetzelfde niveau. Men mocht ook geen lid zijn van meerdere verzetsgroepen, men mocht niet verschillende soorten van verzetsactiviteiten ontplooien. Hoe minder de leden van elkaar wisten, hoe veiliger dat was voor de hele groep. Het was immers nooit uitgesloten dat de Abwehr (Duitse contraspionagedienst) een lid zou oppakken dat door martelingen tot bekentenissen zou overgaan.
Dat principe werd soms niet zeer strikt gehandhaafd. Twee monniken in Valdieu losten het bijvoorbeeld elegant op, doordat de een in de groep Erkens meewerkte, de ander in Clarence. Maar die monniken, Karel Jacobs en Piet Muhren, waren niet de reden, waarom het mis ging. De reden was vooral het te grote vertrouwen dat Erkens en Renkin in de nazi-indringers stelden, ook nadat medestanders hun verdenkingen hadden geuit.
Meer over de Clarencegroep in de Voerstreek, de huidige gemeente Voeren, kunt u lezen in de korte levensbeschrijving van de huisarts Jules Goffin, leider van Clarence aldaar.
In Nederlands Limburg was dit principe vrijwel onbekend. Het zou in kleine plaatsen bovendien moeilijk geweest zijn door te voeren, want iedereen deed alles, bovendien waren vooral in Noord-Limburg mensen vaak bij meer dan één netwerk aangesloten, bijvoorbeeld L.O. en O.D.
Er werden vanaf 1943 in de bossen van Noord-Limburg kampen opgezet om de grote toevloed aan onderduikers te kunnen verwerken. Het lag voor de hand, dat oud-militairen op het idee kwamen, dit potentiaal te gebruiken en er militaire trainingskampen van te maken. Dat was ook goed tegen de verveling. Men hoopte bij de bevrijding zich bij de geallieerden te kunnen aansluiten. Het ontbrak die ondergedoken jongens niet aan goede wil, maar wel aan ervaring en voorzichtigheid. Sommigen probeerden in de dorpen in de buurt indruk te maken en kletsten. Het duurde niet lang, tot iedereen ervan wist. Ook de NSB. Kees Krans werd daarvan het slachtoffer.
Ook door andere overmoedige onderduikers werden onnodige risico’s genomen, waarvan zij zelf en anderen de dupe werden.
Lees meer:
Die overvallen waren nodig om aan rantsoenkaarten en zegels voor onderduikers te komen. Ze hadden soms meer en soms minder succes. Steeds met een aanwijsbare oorzaak.
Iedereen die, opzettelijk of niet, in een situatie terechtkomt waarin hij of zij weerstand moet bieden aan een allesoverheersende onderdrukker, neemt altijd een risico. De meeste mensen zijn op zoiets niet voorbereid. Zoals we hierboven kunnen zien, was het gevolg tijdens de Tweede Wereldoorlog vaak dat de gevaren volledig onderschat werden, of de eigen capaciteiten overschat.
Soms moesten er liquidaties worden uitgevoerd, waarvoor bij de LO/LKP altijd toestemming moest worden verkregen van de districtsleiding. De voormalige beroepsmilitairen van de O.D. voelden zich hier vaak niet aan gebonden en liquideerden zonder toestemming. Dit leidde bijvoorbeeld tot de dood van boer Kees Krans.
Een andere liquidatie was niet alleen zinloos, maar een regelrechte wraakmoord op de dag van de bevrijding van Valkenburg. Hij werd uitgevoerd door een paar jongens die beweerden bij de OD te horen. De schutter werd later vrijgesproken omdat de rechtbank bewezen achtte dat hij te goeder trouw had gehandeld, in de mening dat er een geallieerd standrechtelijk vonnis was.
Lees meer: De moord op de landwachter.