|
|
|
|
|
|
Notice: Undefined variable: vermeld_1 in /var/www/vhosts/hosting100836.af98e.netcup.net/httpdocs/logoVerzet.tpl on line 419
Notice: Undefined variable: pan_r in /var/www/vhosts/hosting100836.af98e.netcup.net/httpdocs/logoVerzet.tpl on line 419
 |  |  |
Johan Roosjen
(Johannes)
∗ 04-10-1884 Wildervank † 17-11-1944 Venlo (60)
- Inlichtingenwerk - Pilotenhelpers - Roermond -
- Gevallenenen Roermond - Achtergrond verhalen (background stories).
- Dr. F. Cammaert, Het Verborgen Front – Geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Doctorale scriptie 1994, Groningen
12. Inlichtingen, p.1129. - archiefroermond.nl Roosjen, Johannes
- Oorlogsmonument Roermond
- Venlo, monument aan de Toeperweg Voor hen die vielen 1940-1945
• www.4en5mei.nl • OpenStreetMap - Gem. Begraafplaats Kapel in ’t Zand, Roermond
- Oorlogsgravenstichting.nl
- https://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/Johannes-Roosjen/02/129632
Johan Roosjen was hoofdopzichter de Provinciale Limburgse Electriciteits Maatschappij. Hij was ook een gefortuneerd man die in een Ford rondreed en in aandelen handelde. Hij was getrouwd met Harmine Ketelaars. [1]
Hun zoon Remco (26 maart 1916 – 2 februari 2002) was niet naar Duitsland gegaan voor dwangarbeid maar was ondergedoken en heeft in die tijd minstens 75 geallieerde vliegeniers geholpen op hun weg terug naar Engeland. Johan heeft dat ondersteund. [1]
Maar dat was niet de reden voor zijn arrestatie. In September 1944 was een deel van Limburg al bevrijd, maar Johan Roosjen woonde in nog bezet gebied. De PLEM had een eigen telefoonnet, dat de Duitsers niet kenden en dat dus niet afgeluisterd werd. Een vindingrijke collega van Johan Roosjen was ir. E.H.G. Moors. Die zorgde er onder meer voor dat het P.L.E.M.-telefoonnet niet alleen aan het particuliere net van de Zuidlimburgse mijnen werd gekoppeld, maar ook aan dat van de Noordbrabantse P.N.E.M., wat vooral tijdens het oprukken van de geallieerden goede diensten deed omdat gemakkelijk inlichtingen door het front heen konden worden doorgegeven. Er kwam in het bevrijde gebied een directe verbinding met de Amerikanen tot stand Totdat de uit Maastricht voor de geallieerden gevluchte NSB-man en ingenieur J.H. Vos een onderzoek had ingesteld naar het particulier P.L.E.M.-telefoonnet. De Sipo uit Maastricht, die ook op de vlucht was en nu in Venlo zat, bemoeide zich ermee en deed onderzoek in de telefooncentrale van de PLEM in Blerick en toen dat niets opleverde, in die in Herten, naast de woning van Roosjen. [2]
Die zat inmiddels al vast, aangegeven door een overbuurman die lid was van de NSB. Hoe groot het aandeel van Johan Roosjen in het inlichtingennetwerk was, is niet bekend. Maar de moordenaars van de Sipo zagen voldoende reden, om hem naar Venlo over te brengen.
Daar werd hij op het militaire vliegveld Fliegerhorst Venlo gefusilleerd samen met drie Brabantse verzetsmensen: Willem Jan Jonker (45 jaar), Gerardus Wilhelmus Johannes Hekman (19 jaar), Maarten Reuchlin (33 jaar). Op die plek herinnert een kruisbeeld aan hun executie. [3][5]
De herinnering aan hem wordt bovendien levend gehouden op:
• Een struikelsteen voor zijn huis. [3]
• Oorlogsmonument Roermond. [4]
• Monument aan de Toeperweg. [5)
Hij is begraven op de Gem. Begraafplaats Kapel in ’t Zand te Roermond, graf 2e kl. 1 10. [6]
Voetnoten