|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
Jozef Wauthlé was draaier. Hij is bevriend met Sjeu Wetzels van Schweiberg. Zij besluiten om samen naar Engeland te gaan en van daaruit mee te helpen het vaderland te bevrijden. Ze komen tot aan de Zwitserse grens. Daar worden ze door verraad opgepakt. [1]
Hij kreeg daarvoor drie maanden en moest daarna als dwangarbeider gaan werken in de kabelfabriek in Eupen, dat in die tijd bij Duitsland was ingelijfd. Sjeu kon door bemiddeling aan het werk in de bossen rond Epen. [1]
Tijdens die dwangarbeid heeft hij zijn mening te open gezegd, waarna hij ter dood werd veroordeeld. Wat hem het meest werd verweten, was, dat hij een Nederlandse nationaal-socialist, die drager van het Ridderkruis was, had hij toegevoegd dat hij zich in zijn vaderland niet meer kon vertonen, omdat men hem anders de hals zou afsnijden. [2]
Op 16 juni 1943 overgebracht naar de gevangenis KWG (Kriegswehrmachtsgefängnis) St-Gilles, Brussel. Volgens dezelfde bron was hij mijnwerker. [3#8]
Daar verbleef hij tot 1.juli 1943 [3#9]
Op 22 september werd hij weer naar Eupen in de Polizeigefängnis (politiegevangenis) gebracht.[2#10]
Samen met 33 andere ongelukkigen werd Jozef Wauthlé op 27 november geëxecuteerd met de guillotine in de gevangenis van Brandenburg. Ter dood veroordeeld wegens Wehrkraftzersetzung (ondermijning van de verdedigingskracht), werd hij op 2 november hierheen gebracht en ondergebracht in cel 8 van huis I in de zogenaamde Kammkasten. Landesarchiv Brandenburg, Forschungsinstitut Zuchthaus Brandenburg (Onderzoeksinstituut Gevangenis Brandenburg). [3#6]
Op de „Sterbeurkunde“ (overlijdensakte) uit Brandenburg wordt terechtstelling genoemd als doodsoorzaak. [4]
Op 15 september 1945 werd de urn 8216 met zijn as met zeven andere urnen vanuit Brandenburg a/d Havel overgebracht naar Amsterdam. [3#4]
De naam van Wauthlé staat op het verzetsmonument op de Eyserlinde te Wittem. [5]
Voetnoten