|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
Marius Verdijk was lid van de LO-Vierlingsbeek en ambtenaar op de gemeentesecretarie. Gearresteerd op 28-6-’44 bij huiszoeking op aanwijzing van NSB-burgemeester (Het grote gebod [1], p. 327)
Hij had geholpen, persoonsbewijzen te vervalsen. [2#1]
Hij werd vastgezet in kamp Vught [3], waar hij bleef tot 5 september 1944 (Dolle Dinsdag), toen het kamp door de SS werd geëvacueerd vanwege het naderen van de geallieerde strijdmacht. Veel verzetsmensen werden daar kort tevoren gefusilleerd (Deppner executies [14])
Samen met de andere overlevende mannelijke gevangenen wordt Marius naar Sachsenhausen in Oranienburg gedeporteerd, om ruim twee maanden later doorgezonden te worden naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. [4]
Aankomst in Neuengamme op 16 november 1944. Kampnummer 64854 [5]
Van daar werd hij doorgestuurd naar de Stahlwerke Braunschweig GmbH, voor de productie van granaten. Dit gevaarlijke karwei moesten dwangarbeiders doen. Het bedrijf was eigendom van de Hermann Goering Werke [6]
Hiervoor wordt Marius ondergebracht in het bij de fabriek opgerichte buitenkamp te Salzgitter-Watenstedt. De omstandigheden zijn er erbarmelijk slecht. Kleding, hygiëne en medische zorg is er nauwelijks, rantsoenen schieten ernstig tekort voor het zware werk en daar bovenop staan de gevangenen voortdurend bloot aan mishandelingen door de bewakers. Als gevolg sterven er gemiddeld twintig tot dertig gevangenen per dag. [4]
Bij het naderen van de geallieerden vanuit het oosten en het westen kwamen de dodenmarsen [7] en andere gevangenentransporten op gang. De SS wilde menselijk „bewijsmateriaal“ vernietigen. Malchow, ten noordwesten van Berlijn, werd een doorgangskamp voor dodenmarsen, vooral uit Ravensbrück, ongeveer 60 km daar vandaan. Blijkbaar is ook Marius Verdijk hier beland, het is niet bekend met welk transport. Er is over die chaotische tijd veel onopgehelderd gebleven. In het concentratiekamp Malchow werkten al duizenden gevangenen, waaronder een groot deel vrouwen, in de fabriek Munitions- und Sprengstoffwerk Malchow. [8]
De bedoeling was, de duizenden gevangenen naar de havens van Wismar en Lübeck te drijven en ze daar op schepen te laten verdrinken. Zover is het niet gekomen: op 2 mei 1945 werd Malchow door het Rode Leger bevrijd. [9]
Maar voor Marius duurde de vrijheid niet lang: hij is op 21 mei 1945 aan de gevolgen van de ondergane ellende gestorven. De Dienst Identificatie en Berging schreef op 29 december 1949 aan de OGS: Begraven op het kerkhof even buiten het kamp. Op het graf staat een kruis met zijn naam. [2#6]
Het is te betwijfelen, of die begraafplaats en dat graf nog wel bestaan, want in de Sovjet-tijd zijn de machines gedemonteerd en naar Rusland gebracht en de fabriek is met de grond gelijk gemaakt. [10]
Zie ook de kaart van Malchow op Open Street Map. De fabriek en het kamp lagen ten noorden vlak naast de stad. [11]
In Beugen draagt een herinneringsplaquette aan de parochiekerk onder andere zijn naam [12]
Voetnoten