|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
Leendert Sluijmers was automonteur [1#3][1#8] en autolasser [1#5]. Hij werd op 25 juli 1944 gearresteerd wegens het ontduiken de Arbeitseinsatz [2] (gedwongen tewerkstelling, meestal in de Duitse industrie).
De commissaris van politie in Heerlen schreef op 11 maart 1953 aan de burgemeester:
Onder terugzending van het mij bij Uw missive van 6 dezer, 4e Afd., om rapport in handen gesteld schrijven van de Oorlogsgravenstichting van 5 dezer, heb ik de eer Uedelachtbare te berichten, dat Leendert Sluijmers, geboren 3.1.1922 te Heerlen, ongehuwd automonteur, alhier gewoond hebbende ten huize van zijn ouders aan de Lijsterstraat No.5, in het jaar 1942 via het Gewestelijk Arbeidsbureau te Heerlen gedwongen werd in Duitsland te gaan werken. Na aldaar twee dagen op een mijn te hebben gewerkt, vluchtte hij en dook hij hier ter stede onder. Omstreeks Juli 1944 werd hij alhier door personeel van de "Arbeitseinsatz" [2] aangehouden en in arrest gesteld in het politiebureau te Heerlen, waarna hij via Ommen werd overgebracht naar Neuengamme (Dl.). [1#8]
Dat ging via Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort: Tussen 26 augustus 1944 en 8 september 1944 zat Leendert Sluijmers gevangen in Kamp Amersfoort. [8]
In het achief van de OGS lezen we: ongeveer 6 september 1944 van Amerfoort naar Neuengamme. [1#5]
Volgens het Digitaal Monument Neuengamme [3] was dat op 10 september 1944 in het kamp Hamburg-Hammerbrook, Spaldingstrasse 156/158, een subkamp van Neuengamme. [4]
Overigens wordt zijn naam op het Digitaal Monument [3] Sluymers gespeld. Maar de familie schrijft op het bidprentje Sluijmers. [7]
Op 12.9.1945 kregen zijn ouders, die thans nog aan bovengenoemd adres woonachtig zijn, bericht van de afdeling Maastricht en omstreken van het Nederlandse Rode Kruis, dat hun zoon op 3.3.1945 te Neuengamme was overleden.
De ouders verklaarden er geen prijs op te stellen dat het stoffelijk overschot van hun zoon naar hier wordt overgebracht, aangezien zij er niet van overtuigd zijn, dat men ook werkelijk de stoffelijke resten van hun eigen zoon zou overbrengen.
Zij zouden liever zien, dat hun jongen blijft rusten waar hij thans begraven ligt.
S. [1#8]
Hij ligt op het Nederlands Ereveld van de begraafplaats Hamburg-Ohlsdorf, graf BP-73L2. [6][7]
In het bewaard gebleven dodenboek van Neuengamme (de registratie van overleden gevangenen, dat door een gevangene bewaard gebleven is [5]) staan verschillende ziekten waaraan gevangenen zijn gestorven: enteritis, tuberculose, dysenterie, hartfalen, enz. Dat is verhullend. De ware doodsoorzaak zijn vrijwel altijd de abominabele omstandigheden in het kamp geweest. Bovendien zijn de gegevens volledig onbetrouwbaar. Vaak werd er in de registratie maar wat opgeschreven. (Bron: Judith Schuyf, Nederlanders in Neuengamme: de ervaringen van ruim 5500 Nederlanders in een Duits concentratiekamp 1940-1945 ISBN: 9789059940512, geciteerd op monument.vriendenkringneuengamme.nl [3]
Voetnoten