|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
De 70-jarige Herman Joseph Frederik Brinkman was notaris in Roermond. Hij was weduwnaar van Sophie Marie Caroline Laurence de Ras († 13 November 1906), en op 9 januari 1908 hertrouwd met Francisca Brinkman-Rohling. Zij waren de ouders van Sophie Marie Amélie Jacqueline Brinkman (* 18 Oktober 1908), die in 1936 trouwde met de Fransman Paul Marie de Puniet de Parry. [1]
Als notaris kwam Brinkman al op voor velen die in moeilijkheden waren geraakt. En in de oorlogsjaren hielpen hij en zijn dochter mee aan het verspreiden van het illegale tijdschrift De POSTDUIF. Dit blad werd uitgegeven door ir. Schlösser en D. Steenmeijer. De laatste werd daartoe de mogelijkheid geboden door Bob Bouman die, evenals Steenmeijer, bij de Crisis Controle Dienst werkzaam was. Notaris H.J.F. Brinkman en zijn dochter mevr. S.M.A.J. de Puniet de Parry verspreidden het vlugschrift, dat ten doel had onderduikers gedurende het laatste stadium van de oorlog van nieuws te voorzien. Persoonlijk bezorgde de zeventigjarige het grootste deel van de exemplaren aan de schuilkelders waarin vrijwel de gehele bevolking van Roermond in deze periode huisde. Op 12 januari 1945 werden Brinkman, zijn echtgenote en zijn dochter gearresteerd. In maart 1945 zijn zij alle drie in de gevangenis te Keulen overleden. [1][2]
Dat laatste klopt niet, zijn vrouw kon nog naar een ziekenhuis in Maastricht worden gebracht, waar ze alsnog aan vlektyfus overleed. [2]
Bij Cammaert lezen we over deze familie tragedie:
Vanaf september 1944 tot 12 januari 1945 verscheen in Roermond “De Postduif”, een op een schrijfmachine vervaardigd krantje met nieuws over de geallieerde opmars, overgenomen van de B.B.C. en Radio Oranje. De makers wilden de in kelders levende bevolking van Roermond zo goed mogelijk op de hoogte houden van de laatste ontwikkelingen aan de fronten. “De Postduif” kwam elke dag uit in een oplage van circa zestig stuks. Tot de makers en verspreiders behoorden de 70-jarige notaris H.J.F. Brinkman, zijn dochter S.M.A.J. de Puniet de Parry-Brinkman, A. Raupp, ir. Schlösser en de Haagse onderduiker D. Steenmeyer. Het echtpaar Van Leeuwen typte het blad in de woning van de begin mei 1943 terechtgestelde illegale werker M.A.M. Bouman.
Op 12 januari 1945 troffen Duitse militairen een exemplaar van “De Postduif” aan in de woning van de familie Brinkman. De bejaarde notaris, zijn echtgenote en hun dochter Sophie werden in hechtenis genomen en opgesloten in de gevangenis in Keulen. Daar ondergingen ze een zeer slechte behandeling. Herman Brinkman overleed er op 5 maart 1945 en zijn dochter vijf dagen later. Mevrouw Brinkman kwam de doorstane ontberingen niet meer te boven. Zij stierf in maart 1945 in het ziekenhuis van Maastricht. [3]
[3]
Sophie en haar vader stierven in de Klingelpütz gevangenis in Keulen. [4]
De stad werd op 6 maart 1945 bevrijd, [5] dus een dag na zijn overlijden. Zijn dochter Sophie overleed op 10 maart, nog in Keulen, en zijn vrouw Francisca op 27 maart 1945 in een van de repatriëringsziekenhuizen in Maastricht aan vlektyfus, meegebracht uit de gevangenschap. [2]
Het is niet onwaarschijnlijk, dat ook Sophie en haar vader in hun verzwakte toestand slachtoffers van die ziekte zijn geworden. In Keulen en op veel andere plaatsen in Duitsland ging tegen het einde van de oorlog de vlektyfus rond. [7]
Ons is niet bekend, waar in Keulen Herman en zijn dochter zijn begraven.
Zij worden in tegenstelling tot zijn vrouw niet vermeld op het Oorlogsmonument Roermond en staan ook niet in de database van de Oorlogsgravenstichting.
Foto + biogr., 1938 : Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld
Voetnoten