![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
| Vestígios escritos | O hospital em Heerlen | A ajuda insuficiente para os judeus de Limburgo e a ausência quase total de ajuda para os Sinti de Limburgo | Nomes da resistência | A estrutura de segurança dos grupos | Campos de treinamento militar nas florestas do norte de Limburgo | Incursões a escritórios de distribuição | Apenas má sorte? |
Começamos com um ponto das memórias de Pierre Schunck sobre a resistência, que também estavam no início deste site. Nelas, ele escreveu sobre o fato de que a mensageira Wielke Cremers sempre levava notas de suas viagens: Maar dat er briefjes doorgingen, vond ik verkeerd, er werd teveel geschreven.
Mas eu achava errado que as notas passassem, havia muita escrita.
As pessoas também foram presas com jornais ilegais e listas de destinatários. Consulte O perigo das listas
Algumas pessoas escreviam diários. Isso nem sempre foi bem-sucedido.
Durante o transporte para a Alemanha, dois prisioneiros do campo conseguiram escapar. Um deles havia mantido um diário na floresta durante sua estada no campo. Isso foi fatal para W.H. Heber (Willem Heber) e M.J.A. Rutten (Mathijs Rutten). Eles foram presos em 17 de setembro. Heber morreu em Mauthausen em 25 de março de 1945 e Rutten morreu em Bergen-Belsen em 31 de maio de 1945.
Dr. F. Cammaert, A Frente Oculta - 6. A Organização Nacional de Ajuda aos escondidos, p.610
A Sra. Hooijer liderou o trabalho de resistência em “De Bedelaar” com pulso firme. De acordo com um diário que ela mantinha, gostava de fazer isso e dedicava muita energia. Em um mundo de resistência dominado por homens, suas ações determinadas e independentes confirmaram o papel e a tarefa indispensáveis que tantas mulheres desempenhavam na sombra Het gevaar van lijsten
Er zijn door sommige mensen dagboeken geschreven. Dat ging niet altijd goed.
Het is bijna allemaal goed gegaan in het St. Josefziekenhuis van Heerlen. Maar er werd bijna vanzelfsprekend hoog ingezet, door iedereen die eraan meedeed. Dat de oprichting van het district Heerlen van de L.O. hier plaatsvond, was niet zo spectaculair. In een ziekenhuis gaan voortdurend allerlei mensen in en uit. Maar dat er een hele verdieping onzichtbaar werd gemaakt, waar Joden en andere onderduikers of neergestorte geallieerden werden verzorgd en ook tijdelijk woonden, waar een joods kindje werd geboren met de hulp van een joodse vroedvrouw, dat mag zeker spectaculair worden genoemd. Dat werkte alleen, omdat iedereen meedeed en of zweeg. Vooral ook de nonnen (Kleine Zusters van de Hl. Joseph).
De chefarts Karel van Berckel heeft het helaas niet overleefd. Het is nooit duidelijk geworden, of de arrestatie en daarop volgende bevrijding van de koerier Theo Crijns, het verzetswerk van zijn dochter Charlotte of iets anders oorzaak van zijn arrestatie zijn geworden. Maar het ondergrondse werk in het ziekenhuis ging gewoon door.
Lees meer: St. Josefziekenhuis in Heerlen
Lea mais: O genocídio dos Judeus no Limburgo | O genocídio dos Romani
Sommige verzetslieden waren bij hun medestanders alleen bekend onder hun verzetsnaam. Dat bood een verhoogde mate van bescherming wanneer iemand onverhoopt gearresteerd zou worden. Want die wist dan niet meer dan die schuilnaam. Vooral in het Grote Gebod, een van de eerste werken die over het verzet zijn geschreven, komen we veel van die namen tegen. Op bijeenkomsten na de oorlog bleven de voormalige verzetsmensen elkaar gewoontegetrouw zo noemen.
Helaas werd deze praktijk op den duur niet consequent gebezigd, zodat de Sicherheitspolizei soms door marteling ook namen aan de weet kwam, hoewel er niets op papier stond.
https://www.lo-lkp.nl/het-grote-gebod-i/i-de-landelijke-organisatie-voor-hulp-aan-onderduikers/de-beursgeschiedenis-van-de-lo-blz-3-53.html
Een ander veiligheidsmechanisme, dat vooral in België werd gebruikt, was de cloisonnement, wat zoveel betekent als de indeling in afzonderlijke hokjes.
Vooral het spionagenetwerk Clarence had zo een gesloten celstructuur. Een lid kende alleen de persoon boven hem of haar en de personen onder hem of haar. Dus niemand van hetzelfde niveau. Men mocht ook geen lid zijn van meerdere verzetsgroepen, men mocht niet verschillende soorten van verzetsactiviteiten ontplooien. Hoe minder de leden van elkaar wisten, hoe veiliger dat was voor de hele groep. Het was immers nooit uitgesloten dat de Abwehr (Duitse contraspionagedienst) een lid zou oppakken dat door martelingen tot bekentenissen zou overgaan.
Dat principe werd soms niet zeer strikt gehandhaafd. Twee monniken in Valdieu losten het bijvoorbeeld elegant op, doordat de een in de groep Erkens meewerkte, de ander in Clarence. Maar die monniken waren niet de reden, waarom het mis ging. De reden was vooral het te grote vertrouwen dat Erkens en Renkin in de nazi-indringers stelden, ook nadat medestanders hun verdenkingen hadden geuit.
Meer over de Clarencegroep in de Voerstreek, de huidige gemeente Voeren, kunt u lezen in de korte levensbeschrijving van de huisarts Jules Goffin, leider van Clarence aldaar.
In Nederlands Limburg was dit principe vrijwel onbekend. Het was in kleine plaatsen bovendien moeilijk in te voeren, want iedereen deed alles, bovendien waren vooral in Noord-Limburg mensen vaak bij meer dan één netwerk aangesloten, bijvoorbeeld L.O. en O.D. , Karel Jacobs e Piet Muhren,
Er werden vanaf 1943 in de bossen van Noord-Limburg kampen opgezet om de grote toevloed aan onderduikers te kunnen verwerken. Het lag voor de hand, dat oud-militairen op het idee kwamen, dit potentiaal te gebruiken en er militaire trainingskampen van te maken. Dat was ook goed tegen de verveling. Men hoopte bij de bevrijding zich bij de geallieerden te kunnen aansluiten. Het ontbrak die ondergedoken jongens niet aan goede wil, maar wel aan ervaring en voorzichtigheid. Sommigen probeerden in de dorpen in de buurt indruk te maken en kletsten. Het duurde niet lang, tot iedereen ervan wist. Ook de NSB. Kees Krans werd daarvan het slachtoffer.
Ook door andere overmoedige onderduikers werden onnodige risico’s genomen, waarvan zij zelf en anderen de dupe werden.
Lees meer:
Ook in de veel grotere bossen van Limburg belga bestonden dergelijke kampen. Dat was het terrein van het Geheime Leger, vergelijkbaar met de OD aan de Nederlandse kant. Zij hadden tegen het einde van de oorlog een enorm aantal mensen op de been gebracht, naar verluidt ongeveer ter grootte van een regiment, die stonden te trappelen om achter de Duitse linies voor de oprukkende geallieerden te gaan vechten. Maar ook hier was de geheimhouding een probleem, en bovendien de logistiek voor een zo groot aantal mensen, waardoor een groot deel weer naar huis gestuurd worden.
Lees meer op Exército Secreto (Bélgica)
Die overvallen waren nodig om aan rantsoenkaarten en zegels voor onderduikers te komen. Ze hadden soms meer en soms minder succes. Steeds met een aanwijsbare oorzaak.