|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
Emile Goossens was kapelaan in Echt 1936-1945. Voor ontvluchte Franstalige krijgsgevangenen, geallieerde piloten, joodse medeburgers en ondergedoken verzetsmensen zette hij vluchtlijnen uit tot in België en Noord-Frankrijk (Nancy, Père Tim). Begin 1944 moest kapelaan Goossens onderduiken, omdat er gegronde vermoedens bestonden dat de SiPo hem in de gaten hield. Na enige omzwervingen kwam hij tenslotte door tussenkomst van pater Damen bij J. Simmelink in Nunhem terecht. Daar werd hij bij toeval op 29 juni 1944 gearresteerd. Cammaert III, [1.1]
Zie ook hoofdstuk VIb. [1.2]
Goossens werd een dag later in het Huis van Bewaring te Maastricht door Nitsch en Schut onderworpen aan een zwaar verhoor, waarbij ze constateerden dat ze bij toeval een uiterst belangrijke verzetsman hadden opgepakt. Citaat Strobl: ‘Wir haben einen anderen gesucht, aber einen noch schwereren gefunden’.
…
De volgende dag werden de folteringen herhaald, maar Goossens liet niets los over zijn verzetswerk. Begin augustus 1944 werd de kapelaan overgebracht naar Vught. Via Oranienburg kwam hij terecht in het concentratiekamp Bergen-Belsen, waar hij op 42-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van uitputting door een besmettelijke ziekte. [2]
Op 21 april 1985 is bij de kerk van Echt een aan hem gewijd monument onthuld . De herdenkingsrede werd uitgesproken door emeritus pastoor Janssen, een vriend van Goossens die in de oorlog kapelaan te Horn was en met hem in de hulp aan vluchtelingen heeft samengewerkt. [2]
Voetnoten