|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
Anna Debije is de weduwe van Giel Duijkers. Zij deden, zoals dat vaak voorkwam, hun verzetswerk samen. Maar zoals altijd in dergelijke gevallen: Giel stond vooraan (hij was lokale contactpersoon of duikhoofd voor de LO in Heer) en moest daarvoor met zijn leven betalen. Maar dat betekent in dit geval niet, dat niet ook Anna zware mishandeld is, want de verrader Reuten wist, dat ze bij het verzet betrokken was. Zij is de eerste overlevende buiten Valkenburg, die in deze database is opgenomen. Want in de meeste gevallen is het moeilijk, over de overlevenden gegevens te krijgen. Dat is hier anders, omdat ze zelf heeft geschreven, zie de brief, waarvan hieronder de eerste pagina wordt weergegeven. Maar eerst het verhaal.
Een uitvoerig verslag van de onderstaande gebeurtenissen vindt u op struikelsteentjes-maastricht.nl. [1]
Op 4 juli 1944 belde de hoofdwachtmeester van politie, A.B. Reuten, aan en vroeg aan mevrouw Duijkers of hij mocht telefoneren. In de woning zag hij enkele exemplaren van het illegale blad Trouw op tafel liggen en wist haar vertrouwen te winnen. Zij wist niet, dat Reuten een fanatieke nationaal-socialist was. Zij vroeg hem of hij bereid was tijdelijk de joodse onderduiker H. Oppenheim in huis te nemen. Hij zegde toe, haalde de onderduiker later af en gaf hem meteen over aan de SiPo, die hem hardhandig verhoorde. Toen probeerde hij uit te vissen van wie ze de illegale bladen ontving en wie bij de hulp aan joden betrokken was. In de loop van juli arresteerde de Sipo twee verspreiders van het blad Trouw, J.W. van Heyst en F.A. Erkamp uit Heer, alsook de hulpverlener aan joden J.H.M. Speetjens en het echtpaar G. Duijkers en A. Duijkers-Debije. Van Heyst en Erkamp kwamen na enkele weken weer op vrije voeten. Duijkers kwam op 23 februari 1945 om het leven in Sachsenhausen en Speetjens op 5 maart 1945 in Mauthausen. [3]
De arrestatie Guillaume Duijkers en waarschijnlijk ook van zijn vrouw Anna en de andere slachtoffers van Reuten was op 7 juli 1944. [4]
Op 18 april 1958 schreef Anna, waarschijnlijk aan de burgemeester, dat ook zij zwaar was mishandeld door de SiPo in Maastricht en Reuten:
Weledel Gestrenge Heer,
Ingesloten laat ik U ’t gevraagde toekomen. Mijn echtgenoot heeft in Sachsenhausen in de Henkelfabrieken moeten werken, zelf ben ik ook elf maanden gevangen geweest, o.a. Vught, Ravensbrück en Dachau.
Ben als steeds Nederlandse en heb met liefde en plichtsbetrachting gedaan zoveel in ons vermogen lag, werden helaas door A.Reuten verraden, de verhoren waren niet mis, zal u ook wel bekend zijn, heb ook kruisverhoor gehad met die schurk die zich thans toch Nederlander noemt en hij trachtte nog op de minste trucjes overal achter te komen, ben Goddank standvastig gebleven. U begrijpt wat daarmee gepaard ging, en ben eerst al door die beulen afschuwelijk mishandeld, maar zou in die ogenblikken liever sterven, als een de onzen te verraden, mijn tanden werden uitgeslagen [, op] de benen heb ik nog de lidtekens van de trappen van de moffenlaarzen.
Maar vindt U ’t dan niet diep treurig dat zo’n vent weer vrij is? In Amsterdam luidde de straf 20 jaar en in Leeuwarden 25 jaar en [dat hij] nu vrij is, diep treurig. [2#3]
Anna is op 27 november 1961 naar Tenessee (USA) verhuisd, waar haar zoon L.G.H. Duijkers al sinds 1957 woonde. [2#6]
Zij is overleden op 19 februari 1968 in het St. Elisabethsgasthuis te Arnhem [5.1][5.2] en begraven in Meerssen, naast haar oudere broer Hubert. [5.3]
Zij zelf en haar familie schrijven hun achternaam Debije, maar in sommige documenten staat Debeije. Laat ons maar aannemen, dat de familie het beter weet.
Voetnoten