|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
Het privéarchief van Jules Dewez (omvang: 1,5 meter) bevindt zich nu in het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg (SHCL), voorzien van de volgende korte levensbeschrijving: [1]
Willem Jules Dewez werd op 3 april 1901 te Eschweiler geboren uit Nederlandse ouders. Zijn jeugd bracht hij door in Wijnandsrade. Na de HBS in Heerlen en Rolduc schreef hij zich in aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. Na een vierjarig leraarschap aan de Landbouwwinterschool in Hulst werd Jules Dewez in 1928 benoemd tot directeur van het Landbouwkundig Bureau voor de drie zuidelijke provincies van de Kalimaatschappij in Breda. In 1932 werd hij consulent van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond en in 1934 Rijkslandbouwconsulent voor Limburg met standplaats Roermond. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was Dewez reservekapitein aan de Grebbelinie. Na terugkeer uit krijgsgevangenschap begon hij met ondergrondse activiteiten en sloot hij zich aan bij de OD (Ordedienst). Hij was een voortrekker van de Nederlandsche Unie in Limburg. [2]
In 1942 verbleef hij als gijzelaar in de kampen Sint-Michielsgestel en Haaren. Na terugkeer zette hij zijn verzetswerk voort, in nauwe samenwerking met Ludo Bleijs. Dewez werd commandant van de OD, district Roermond.
Na de oorlog propageerde hij de doorbraakgedachte zoals door de Nederlandse Volksbeweging verwoord. [3]
Dewez’ wetenschappelijke carrière nam na de oorlog een vlucht: van 1946 tot aan zijn dood op 6 november 1960 was hij werkzaam aan de Landbouwhogeschool te Wageningen, in de jaren 1953-1954 als rector magnificus en daarna als hoogleraar. [1]
Er is in het Rijckheyt-archief een bidprentje van Wilhelm Joseph Dewez met dezelfde gegevens. Ook daar wordt als beroep aangegeven: hoogleraar aan de landbouwhogeschool te Wageningen. Maar de voornamen zijn blijkbaar verkeerd overgeschreven. [4]
Dat is dezelfde persoon, over wie Cammaert schrijft: Roermond, landbouwconsulent. Achter de schermen was Dewez nauw betrokken bij de illegaliteit in de regio Roermond, tevens trad hij op als districtscommandant O.D.-Roermond. [5.1]
Cammaert schrijft in zijn hoofdstuk over de Ordedienst onder andere:
Eind 1940 waren enkele voormalige militairen in de regio Roermond begonnen met de opbouw van een verzetsorganisatie. Ze stelden zich ten doel wapens en munitie te verzamelen en die als de bevrijders naderden te gebruiken. Tot de initiatiefnemers behoorde de rijkslandbouwconsulent voor de provincie Limburg, de reserve-kapitein der infanterie ir. W.J. Dewez, die kantoor hield in Roermond. [5.2]
Onder invloed van het bisdom, dat zijn zetel in Roermond had, ontwikkelde zich daar een verzetsvorm die nagenoeg uitsluitend was toegerust voor de hulpverlening aan vluchtelingen en vervolgden. Het was een humanitair geïnspireerde illegaliteit bij uitstek. Daarin pasten geen R.V.V. of Knokploegen. Die werden dan ook uit de regio geweerd. [5.2]
Hetzelfde gold ten dele ook voor de OD. De plaatsvervanger van Dewez was Marcel “Starkenborg” Stoffels
Voetnoten