![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | ![]() | ![]() |
Het noordoosten van Belgisch Limburg was het terrein van het ‘Geheim Leger, Zone II/Limburg. Hoewel precieze cijfers ontbreken, werd het aantal manschappen van deze groep beschreven als ‘de grootte van een regiment’. De ‘Zône-overste’ was de rijkswachter Gustaaf Beazar uit Kessenich, uit een familie van rijkswachters. [2].
Gustaaf Beazar was al sinds het begin van de oorlog actief geweest in verschillende weerstandsgroepen. Op 13 juli 1943 deed de Feldgendarmerie een huiszoeking bij hem thuis, omdat de Duitsers hem verdachten van verschillende feiten. Hij had zich echter verstopt achter de brigadegebouwen van de Rijkswacht en dook meteen onder.
Nadat hij en een aantal van zijn medestanders waren gearresteerd, lieten de Duitsers dankzij een interventie van Beazar veertien gearresteerde omwonenden weer vrij. Hij had verzekerd dat ze niets met het Geheim Leger te maken hadden. Tijdens het transport van de 26 gevangen genomen weerstanders naar Heer (nu: Cadier en Keer) is de reeds gewonde Beazar drie keer met een bajonet gestoken. [4]
Lees het verhaal van de sectie Maaseik van het Geheim leger [3], dat bij het naderen van de geallieerden begin september 1944 tragisch zou aflopen.