| | Kunstenaars
Bij de controle van de verschillende groepen in de samenleving hadden de bezetters verschillende methoden. De studenten moesten een loyaliteitsverklaring ondertekenen. Wie dat niet deed, mocht niet meer studeren en als die student mannelijk was, moest hij voor dwangarbeid naar Duitsland. [1]
Voor iedereen die in enige vorm cultureel bezig was, werd naar Duits voorbeeld de Kultuurkamer opgericht. [2]
Het lidmaatschap was verplicht, maar uiteraard alleen toegankelijk voor mensen met een ariërverklaring. [3]
Wie niet lid was, mocht geen cultuur meer maken. Het ging niet alleen om kunstenaars:
Om een beeld te geven van de breedte van het Kultuurkamerspectrum noemen we er enige: veilinghouders, taxateurs, kunstcritici, medailleurs, etsers, lithografen, lijstenmakerijen, glasblazers, glas-in-loodfabrikanten, tegelfabrikanten, heraldici, boekbinders, metaalbewerkers, batikkers, borduurders, gobelinvervaardigers, kantklossers, mandenmakers, rietvlechters, volksdansers, amateurtoneelspelers, balletdansers, paardansers, revuedansers, costumiers, toneelkappers, conferenciers en beiaardiers. [4, p.72]
Anders dan de studenten, die samen aan meestal grote onderwijsinstellingen studeerden, werkten de meeste kunstenaars en leden van de andere bovenstaande beroepsgroepen alleen en waren op die manier gemakkelijker te intimideren. Bovendien hadden ze vaak een florerend bedrijf te verliezen. Met als gevolg:
Een minderheid van de kunstenaars bleef buiten de Kultuurkamer en daar weer een minderheid van protesteerde openlijk of ging in het georganiseerde verzet. [4, p.74]
Dat betekende niet, dat de anderen het nationaal-socialisme accepteerden. De kamer werd volkomen gesaboteerd en is nooit echt van de grond gekomen en van volledige nazificatie van de Nederlandse kunstwereld was bij lange na geen sprake. Regelmatig wisten weigerachtige kunstenaars zich in de openbaarheid te profileren. Soms konden kunstenaars geestelijk verzet bieden door zich in radio-interviews lovend uit te laten over joodse collega’s. Niet- geregistreerde architecten bouwden ongehinderd door, net zoals het voorkwam dat kunsthandels werk etaleerden van niet-geregistreerde schilders. [4, p.79]
De kunstenaars, die niet lid van de Kultuurkamer werden, waren ofwel Joden, die immers geweigerd werden, of zij besloten zelf daartoe. Meestal vanuit principiële overwegingen.
In de Noord-Limburgse plaats Mook staat een monument ter nagedachtenis aan het verzet van kunstenaars tijdens de Tweede Wereldoorlog. [5]
- Loyaliteitsverklaring, Wikipedia • Nederlands
- Reichskulturkammer, Wikipedia • Nederlands • Deutsch • English • Français • Português
- Ariernachweis, Wikipedia • Nederlands • Deutsch • English • Français • Español
- Clarissa Christina Wesselink, Kunstenaars van de Kultuurkamer – Geschiedenis en herinnering, proefschrift Universiteit van Amsterdam, 28 maart 2014
- Monument voor het Kunstenaarsverzet, Mook, Wikipedia • Nederlands