text, no JavaScript Log in  Deze pagina in het NederlandsDiese Seite auf DeutschThis page in English - ssssCette page en FrançaisEsta página em Portuguêshaut de pageretour

Les noms aux murs

Wikimedia

Limburg 1940-1945,
Menu principal

  1. Personnes
  2. Evénements/ Contexte
  3. Groupes de la Résistance
  4. Villes et Villages
  5. Camps de concentration
  6. Valkenburg 1940-1945
  7. Les leçons de la résistance

Les leçons de la résistance

| Les traces écrites | L’hôpital à Heerlen | Le manque d’aide pour les Juifs limbourgeois et l’absence quasi-totale d’aide pour les Sinti limbourgeois | Les pseudonymes de la résistance | La structure de sécurité des groupes | Les camps d’entraînement militaire dans les forêts du nord du Limbourg | Les raids sur les bureaux de distribution | Seulement de la malchance ? |

naar boven Les traces écrites

We beginnen met een punt uit de herinneringen van Pierre Schunck over het verzet, die ook aan het begin van deze website stonden. Daarin heeft hij geschreven: Wielke CremersMaar dat er briefjes doorgingen, vond ik verkeerd, er werd teveel geschreven.

Nous commençons par un point des souvenirs de Pierre Schunck sur la résistance, qui figuraient également au début de ce site web. Il y évoque le fait que la messagère Wielke Cremers apportait toujours des notes lors de ses voyages : « Mais je trouvais que ce n’était pas bien que les notes passent, il y avait trop d’écriture. Des personnes ont également été arrêtées en possession de journaux illégaux et de listes de destinataires. Voir Le danger des listes Certaines personnes rédigeaient des journaux intimes. Cela ne s’est pas toujours bien passé. Pendant le transport vers l’Allemagne, deux détenus du camp ont réussi à s’échapper. L’un d’eux avait tenu un journal dans la forêt pendant son séjour au camp. Cela a été fatal à W.H. Heber (Willem Heber) et M.J.A. Rutten (Mathijs Rutten). Ils sont arrêtés le 17 septembre. Heber mourut à Mauthausen le 25 mars 1945 et Rutten mourut à Bergen-Belsen le 31 mai 1945. Dr F. Cammaert, Le front caché - 6. L’Organisation nationale d’aide aux clandestins, p. 610. Mme Hooijer dirigeait d’une main ferme le travail de résistance à « De Bedelaar ». Selon un journal qu’elle a tenu, elle aimait faire ce travail et y mettait beaucoup d’énergie. Dans un monde de résistance dominé par les hommes, ses actions déterminées et indépendantes ont confirmé le rôle et la tâche indispensables que tant de femmes ont accomplis dans l’ombre

Er zijn door sommige mensen dagboeken geschreven. Dat ging niet altijd goed.

  • Tijdens het transport naar Duitsland slaagden twee kampbewoners erin te ontsnappen. Een van hen had gedurende zijn verblijf in het kamp in het bos een dagboek bijgehouden. Dat werd W.H. Heber (Willem Heber) en M.J.A. Rutten (Mathijs Rutten) noodlottig. Zij werden op 17 september opgepakt. Heber overleed op 25 maart 1945 in Mauthausen en Rutten op 31 mei 1945 te Bergen-Belsen.
    Dr. F. Cammaert, Het Verborgen Front – 6. De Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers, p.610
  • Mevrouw Hooijer leidde het verzetswerk op “De Bedelaar” met vaste hand. Blijkens een door haar bijgehouden dagboek deed ze het graag en stak ze er veel energie in. In een door mannen gedomineerde verzetswereld bevestigde haar vastberaden en zelfstandig optreden de onmisbare rol en taak die zoveel vrouwen in de schaduw vervulden. Elle a relaté ses expériences de manière méticuleuse et avec un regard analytique aiguisé. En tenant systématiquement un journal, elle a créé un document humain rare et précieux. Dr. F. Cammaert, Le front caché - 3ème aide aux prisonniers de guerre (francophones) évadés d’Allemagne, p.179. C’est vrai. Mais on peut aussi imaginer ce qui se serait passé si ce journal était tombé entre de mauvaises mains. Ze deed nauwgezet en met een scherp analytisch inzicht verslag van haar wederwaardigheden. Door het consequent bijhouden van een dagboek schiep ze een zeldzaam en waardevol document humain.
    Dr. F. Cammaert, Het Verborgen Front – 3. Hulpverlening aan uit Duitsland ontvluchte (Franstalige) krijgsgevangenen, p.179.
    Dat is waar. Maar we kunnen ons ook voorstellen wat er was gebeurd, wanneer dat dagboek in verkeerde handen was gevallen.

naar bovenL’hôpital à Heerlen

Presque tout s’est bien passé à l’hôpital St Josef de Heerlen. Mais tous ceux qui y ont participé ont pris des risques élevés, quasiment naturellement. Le fait que la création du district de Heerlen de la L.O. ait eu lieu ici n’était pas tellement spectaculaire. Dans un hôpital, toutes sortes de personnes entrent et sortent en permanence. Mais le fait qu’un étage entier ait été rendu invisible, où des Juifs et d’autres personnes se cachant ou des Alliés écrasés ont été soignés et ont également vécu temporairement, où un enfant juif est né avec l’aide d’une sage-femme juive, peut certainement être qualifié de spectaculaire. Cela n’a fonctionné que parce que tout le monde a participé ou au moins gardé le silence. En particulier les religieuses, les Kleine Zusters van de Hl. Joseph .( Petites Sœurs de Saint-Joseph ).
Le médecin en chef Karel van Berckel n’a malheureusement pas survécu. On n’a jamais su si l’arrestation et puis la libération du coursier Theo Crijns de l’hôpital, le travail de résistance de sa fille Charlotte ou autre chose était à l’origine de son arrestation. Mais le travail clandestin à l’hôpital se poursuivit comme à l’accoutumée.
Pour en savoir plus : L’hôpital Saint-Joseph de Heerlen.

naar boven Le manque d’aide pour les Juifs limbourgeois et l’absence quasi-totale d’aide pour les Sinti limbourgeois

  • Eigenlijk had iedereen het moeten zien aankomen, ook de joden zelf. Maar de meesten konden niet geloven, wat Hitler al lang voor de oorlog in Mein Kampf had geschreven. Men geloofde liever, toen de deportaties op gang kwamen, dat het om een gedwongen emigratie ging, een nieuwe Babylonische ballingschap. Bovendien zat de angst er goed in na het gewelddadige neerslaan van de Februaristaking. Zo was er weinig verzet, toen buren uit hun huizen werden gehaald. Later kwam de redding van vooral Joodse kinderen naar Limburg toch op gang. Bij de bevrijding zou blijken, dat daardoor de provincie Limburg meer Joodse inwoners had dan bij het begin van de oorlog.
  • Na de joden waren de zogenaamde asocialen aan de beurt. Woonwagenbewoners kregen een reisvebod en daardoor een werkverbod. Daaronder waren veel Sinti. Aanvankelijk werden die nog als Ariërs beschouwd, in tegenstelling tot de later in Nederland gearriveerde Roma uit de Balkan. Zij werden gedwongen zich in centrale woonwagenkampen te vestigen. Toen zij werden gedeporteerd, was daar nog minder hulp tegen. Men wist het meestal niet eens, want wie had er nou contact met zigeuners?
    In Beek is een plaquette die daaraan herinnert met de titel: Wij lieten hen gaan. Luister naar het gelijknamige tweeluik: NV group
    https://www.vpro.nl/speel~POMS_VPRO_418675~wij-lieten-hen-gaan-1-het-spoor-terug~.html

Lisez-en plus : Le génocide des Juifs limbourgeois | Le génocide des Manouches limbourgeois et des Roms partout

naar boven Les pseudonymes de la résistance

Sommige verzetslieden waren bij hun medestanders alleen bekend onder hun verzetsnaam. Dat bood een verhoogde mate van bescherming wanneer iemand onverhoopt gearresteerd zou worden. Want die wist dan niet meer dan die schuilnaam. Vooral in het Grote Gebod, een van de eerste werken die over het verzet zijn geschreven, komen we veel van die namen tegen. Op bijeenkomsten na de oorlog bleven de voormalige verzetsmensen elkaar gewoontegetrouw zo noemen.
Helaas werd deze praktijk op den duur niet consequent gebezigd, zodat de Sicherheitspolizei soms door marteling ook namen aan de weet kwam, hoewel er niets op papier stond.
https://www.lo-lkp.nl/het-grote-gebod-i/i-de-landelijke-organisatie-voor-hulp-aan-onderduikers/de-beursgeschiedenis-van-de-lo-blz-3-53.html

naar boven La structure de sécurité des groupes

Een ander veiligheidsmechanisme, dat vooral in België werd gebruikt, was de cloisonnement, wat zoveel betekent als de indeling in afzonderlijke hokjes.
Vooral het spionagenetwerk Clarence had zo een gesloten celstructuur. Een lid kende alleen de persoon boven hem of haar en de personen onder hem of haar. Dus niemand van hetzelfde niveau. Men mocht ook geen lid zijn van meerdere verzetsgroepen, men mocht niet verschillende soorten van verzetsactiviteiten ontplooien. Hoe minder de leden van elkaar wisten, hoe veiliger dat was voor de hele groep. Het was immers nooit uitgesloten dat de Abwehr (Duitse contraspionagedienst) een lid zou oppakken dat door martelingen tot bekentenissen zou overgaan.
Dat principe werd soms niet zeer strikt gehandhaafd. Twee monniken in Valdieu losten het bijvoorbeeld elegant op, doordat de een in de groep Erkens meewerkte, de ander in Clarence. Maar die monniken waren niet de reden, waarom het mis ging. De reden was vooral het te grote vertrouwen dat Erkens en Renkin in de nazi-indringers stelden, ook nadat medestanders hun verdenkingen hadden geuit.
Meer over de Clarencegroep in de Voerstreek, de huidige gemeente Voeren, kunt u lezen in de korte levensbeschrijving van de huisarts Jules Goffin, leider van Clarence aldaar.

, Karel Jacobs et Piet Muhren,

In Nederlands Limburg was dit principe vrijwel onbekend. Het was in kleine plaatsen bovendien moeilijk in te voeren, want iedereen deed alles, bovendien waren vooral in Noord-Limburg mensen vaak bij meer dan één netwerk aangesloten, bijvoorbeeld L.O. en O.D.

naar boven Les camps d’entraînement militaire dans les forêts du nord du Limbourg

Er werden vanaf 1943 in de bossen van Noord-Limburg kampen opgezet om de grote toevloed aan onderduikers te kunnen verwerken. Het lag voor de hand, dat oud-militairen op het idee kwamen, dit potentiaal te gebruiken en er militaire trainingskampen van te maken. Dat was ook goed tegen de verveling. Men hoopte bij de bevrijding zich bij de geallieerden te kunnen aansluiten. Het ontbrak die ondergedoken jongens niet aan goede wil, maar wel aan ervaring en voorzichtigheid. Sommigen probeerden in de dorpen in de buurt indruk te maken en kletsten. Het duurde niet lang, tot iedereen ervan wist. Ook de NSB. Kees Krans werd daarvan het slachtoffer.
Ook door andere overmoedige onderduikers werden onnodige risico’s genomen, waarvan zij zelf en anderen de dupe werden.
Lisez aussi :

Ook in de veel grotere bossen van Belgisch Limburg bestonden dergelijke kampen. Dat was het terrein van het Geheime Leger, vergelijkbaar met de OD aan de Nederlandse kant. Zij hadden tegen het einde van de oorlog een enorm aantal mensen op de been gebracht, naar verluidt ongeveer ter grootte van een regiment, die stonden te trappelen om achter de Duitse linies voor de oprukkende geallieerden te gaan vechten. Maar ook hier was de geheimhouding een probleem, en bovendien de logistiek voor een zo groot aantal mensen, waardoor een groot deel weer naar huis gestuurd worden.
Lees meer op L’armée secrète (Belgique)

naar boven Les raids sur les bureaux de distribution

Die overvallen waren nodig om aan rantsoenkaarten en zegels voor onderduikers te komen. Ze hadden soms meer en soms minder succes. Steeds met een aanwijsbare oorzaak.

  • Begin september 1944 raakte Guelen betrokken bij een plan om het distributiekantoor van Berlicum te overvallen. Nog voor het zo ver kwam, liep hij door onvoorzichtigheid van een collega tegen de lamp. Dr. F.Cammaert, [Plaquette met namen onthuld - TV Valkenburg][http://www.localhost/webseiten/schunckweb/verzet/verzetsmonument.php?lang=fr&filTer=|c|#buTTons]
  • Le raid sur l’office de distribution à Heerlen vond wel plaats. Wat daarbij opvalt: die actie was niet gepland in samenwerking met de L.O., maar door de knokploeg alleen. Hij was gewelddadiger en leverde niets op. Bovendien staat het niet vast of Nitsch door de overval van 9 maart vicaire Berix op het spoor kwam.
    Lees meer: Le raid sur l’office de distribution à Heerlen
  • Veel succes had de overval in Valkenburg. Reden: iedereen werkte vlekkeloos samen, ook de LO deed van binnen uit mee en een politieman nam door onder te duiken alle schuld op zich. De overval was bovendien nodig, om de ambtenaren Willem Freysen, Victor Willems et Annie Cremers te beschermen.
    Lees meer: De overval op het distributiekantoor in Valkenburg

naar boven Seulement de la malchance ?