|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
De data van geboorte en sterven van Sjef / Jef de Groot staan op zijn bidprentje [1]
Tijdens de oorlog was hij ambtenaar van de staatsmijnen in Heerlen. [2]
Cammaert schrijft over hem: Met andere oud-militairen begon De Groot zich al in een vroeg stadium op diverse verzetsactiviteiten toe te leggen, onder meer op de vervaardiging van het illegale blad “Het Vrije Volk” (in samenwerking met Ch. Bongaerts). Kort nadat het blad had opgehouden te verschijnen, eind 1942, moest De Groot Heerlen verlaten, omdat de grond hem te heet onder de voeten werd. Op verzoek van J.F.H.M. van Hövell van Wezeveld en Westerflier, een van de leiders van het studentenverzet, zette hij in Den Haag een falsificatiebureau op. Raakte betrokken bij de K.P. (Knokploegen) en trachtte in de zomer van 1944 de provocateur W. Marcus in Roermond te liquideren. [3]
Het verhaal van die mislukte liquidatie, waarbij De Groot nog maar net kon ontsnappen, leest u uitvoerig op maasniel.nl. [4]
De Groot had een belangrijk aandeel in de grootscheepse sabotage aan de spoorwegen, die in september 1944 op verzoek van het geallieerde hoofdkwartier in het bezette gebied bezuiden de grote rivieren met succes werd uitgevoerd. De twee compagnieën die zich onder zijn leiding bij de geallieerden aansloten, vormden de kern van de Stoottroepen in Noord-Brabant. [5]
Vlak voor de bevrijding vertrok hij naar het Zuiden en werd een van de oprichters van de Stoottroepen. Hij werd commandant van het Regiment Brabant.
Na de oorlog kwam hij bij de staf van het inspectoraat Generaal van de Koninklijke Landmacht (Zwaluwenberg – Hilversum) in de rang van kapitein. In 1946 was hij betrokken in de oprichting van een geheime organisatie die zich richtte op de bestrijding van het communisme. In december 1946 – januari 1947 was De Groot de drijvende kracht bij het opsporen van zg. communistische acties in het voormalige ondervragingskamp Blauwkapel, toen onder leiding en verantwoordelijkheid van Jan Luijendijk van het Directoraat Generaal Bijzondere Rechtspleging. [2]
In Fort Blauwkapel werden door De Groot voormalige collaborateurs geselecteerd die hem konden helpen, zijn anticommunistische dienst op te zetten. [2]
In het dossier van een na-oorlogs proces tegen Cornelis Johannes Antonius Verloop, die ervan werd verdacht voor de Duitse contraspionage te hebben gewerkt, ligt de volgende brief over het ontstaan van allerlei groepjes na de oorlog, die ten dele uit het verzet of de OD waren voortgekomen. Ze hadden tot doel, oorlogsmisdadigers op te sporen en later steeds meer ook het communisme te bestrijden. Ze worden daarin als stuntelig omschreven. Voorts organiseerde ook de vroegere O.D.een eigen "geheime dienst", welke zich speciaal tot doel stelt de bestrijding van het communisme en de contrôle over de ex-politieke delinquenten.
Van deze organisatie, die zich "De Witte Cel" noemt en waarin allerlei groentjes en vele ongure elementen zijn opgenomen, wordt het tot dusverre gesorteerde effect, als twijfelachtig beschouwd.
De meest serieuze "geheime dienst" van deze soort, is de z.g.n. "Commissie voor Bijzondere Opdrachten". Leider hiervan is een Kapitein uit de illegaliteit, genaamd DE GROOT …
Deze "Commissie" … zou een niet onaanzienlijk aantal medewerkers hebben over het gehele land verspreid en niet onaardig werk leveren.
Deze organisatie zou zich vooral de laatste tijd speciaal bezighouden met het observeren en controleren van communistische activiteiten. [6]
De Groot werd in 1948 gearresteerd vanwege het in bezit zijn van een belangrijk wapendepot. [2]
Zo was ook Jef de Groot in de koude oorlog terecht gekomen. Hij deed, wat toen vaak voorkwam. Het nationaalsocialisme was overwonnen, er stond een nieuwe tegenstander op het programma. Met de oude tegenstanders, bijvoorbeeld in het Fort Blauwkapel, werd men soms zelfs beste maatjes. Voormalige nazi-misdadigers werden top-ingenieur bij de NASA, kregen belangrijke functies in westelijke geheime diensten zoals vooral in de Organisatie Gehlen in Pullach, de voorloper van de West-Duitse Bundes-Nachrichten-Dienst en ga zo maar door.
In 1951 ontving De Groot uit handen van Colonel Bruce Bidwell de Bronzen Ster (Bronze Star) bestemd voor individuen in dienst van de Amerikaanse strijdkrachten die zich in een oorlogsgebied onderscheiden door heldhaftigheid, bijzondere prestaties of verdienstelijke uitoefening van hun taak voor zover dat geen vliegtochten betreft. Bron: Delpher + Stoottroepen museum. [7]
Voetnoten