|
|
|
|
|
|
Lijst
Oorlogsmonument in Aken-Eilendorf
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
 | |  |
Harry Pollaert
(Henricus Hubertus)
∗ 06-03-1907 Heer † 20-03-1986 Venlo (79)
- Hulp aan ontsnapte krijgsgevangenen - Ordedienst (O.D.) - Ondergrondse pers - Onderduikershulp L.O. - Hulp aan joden - Overlevenden - Venlo -
- Cammaert, A. P. M., Het verborgen front: Geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog, Groningen 1994.
- Hoofdst. 0, pp.18ff: Introductie van vaak genoemde personen
- Hoofdst. 3, Hulpverlening aan uit Duitsland ontvluchte (Franstalige) krijgsgevangenen, p.140
- Hoofdst. 8, De Ordedienst, p.852
- Hoofdst. 5, Hulpverlening aan joden, p.430
- De oorlog die Jan Theelen verloor, in Buun 12, cultuurhistorisch jaarboek voor Venlo en omstreken. (pdf)
- https://floddergatsblog.wordpress.com/wp-content/uploads/2017/10/foto-3-de-venlose-politieman-en-verzetsheld-harry-pollaert-in-1950-met-dank-aan-wil-pollaert.jpg?w=768
Cammaert schrijft in een samenvatting over hem: Venlo en elders, politierechercheur. Verzetspionier. Raakte betrokken bij de hulp aan joden en was aangesloten bij de O.D. Sedert het midden van 1943 leidde hij een zwervend bestaan, maar hij bleef zich bezighouden met allerhande verzetsactiviteiten, vooral hulp aan geallieerde vluchtelingen. Pollaert vervaardigde enige tijd het illegale blad “Oranje Hagel”. [1.1]
Zoals voor zovelen begonnen de verzetsactiviteiten van Harry Pollaert met hulpverlening aan uit Duitsland ontvluchte (Franstalige) krijgsgevangenen. [1.2]
De bezetters hadden vastgesteld, dat veel Nederlandse militairen in het verzet actief waren geworden. Bovendien had de Duitse oorlogseconomie een steeds groeiend tekort aan werkkrachten omdat steeds meer Duitse mannen naar het front moesten. Op 29 april 1943 werd daarom bekend gemaakt, dat de Nederlandse militairen terug in krijgsgevangenschap moesten. Nog dezelfde dag braken de eerste stakingen uit die zich weldra over grote delen van het land uitbreidden. In Venlo maakten Harry Pollaert en Lambert Meyers circa vijftienhonderd pamfletten, waarin werd opgeroepen tot sabotage en een algemene staking. [1.3]
In hoofdstuk 5 schrijft Cammaert over drie geëngageerde politiemannen in Venlo: Bij de aanvang van de laatste deportatiefase van de Venlose joden in april 1943 lieten drie politieambtenaren, Aarts, Snellen en Pollaert, zoveel mogelijk joden waarschuwen wanneer ze zouden worden opgehaald en ze zorgden voor onderduikadressen, bijvoorbeeld in Sevenum en Grubbenvorst. In augustus 1943 arresteerde de SiPo-Maastricht Aarts en Snellen. [1.4]
Na de oorlog stond Pollaert in het conflict tussen de van corruptie beschuldigde waarnemend korpschef Henk Wierks en zijn (verzets)collega Jan Theelen aan de kant van Wierks. Die werd beschuldigd van het aannemen van giften van zwarthandelaren. Op 28 september 1945 rapporteert een rechercheur van het Bureau Nationale Veiligheid 13 dat de politiezuivering in Venlo volledig uit de hand loopt: Mij werd medegedeeld dat verschillende figuren die bij verhoren der Politieke Recherche of bij getuigen-verhoren voor zuiveringscommissies tegen den Heer WIERKS getuigden, enige dagen later op last van de Heer WIERKS, werden gearresteerd en overgebracht naar het Kamp te Steyl, een en ander wordt door Insp. H. POLLAERT, Hoofd der Politieke Recherche gedekt. [3]
Voetnoten